direct naar inhoud van Artikel 10 Algemene bouwregels
Plan: Gebied Oudedijk, Odiliapeel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0856.BPOUDEDIJK-VA02

Artikel 10 Algemene bouwregels

10.1 Ondergrondse werken

Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerk zijnde en van ondergrondse werkzaamheden gelden, behoudens in dit plan opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.

10.2 Ondergronds bouwen
10.2.1 Ondergrondse bouwwerken

Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. Ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan binnen de bestemmingen 'Bedrijf' en 'Wonen' op locaties waar tevens gebouwen zijn toegestaan.
  • b. De ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt ten hoogste 3 m onder peil.
  • c. Bij het berekenen van het conform de regels maximaal te bebouwen oppervlak wordt de oppervlakte van ondergrondse gebouwen mede in aanmerking genomen. Bij de berekening van deze oppervlakte worden ondergrondse gebouwen die deel uitmaken van bovengrondse gebouwen niet gerekend, voor zover de ondergrondse gebouwen liggen tussen de buitenwerkse gevelvlakken van het bovengrondse bouwwerk.
10.2.2 Zwembaden

Het bouwen van zwembaden is uitsluitend toegestaan binnen de bestemming 'Wonen', waarbij voorts de volgende regels gelden:

  • a. Per woning is ten hoogste één niet overdekt zwembad toegestaan.
  • b. Het zwembad wordt gebouwd achter de achtergevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan en op een afstand van ten minste 3 m van de zijdelingse en achterste perceelgrens.
  • c. Het zwembad wordt uitsluitend voor hobbymatig gebruik benut.

10.3 Afdekking van gebouwen

Waarin het plan een maximale goothoogte is aangegeven dient een gebouw aan twee tegenover elkaar gelegen zijden vanaf die of een lagere hoogte te worden afgedekt met hellende dakvlakken, waarvan de helling niet meer mag bedragen dan 65°, met dien verstande dat:

  • a. tussen de toegestane (denkbeeldige) dakvlakken met een helling van 65° en de voorgeschreven maximale bouwhoogte ook platte afdekkingen, dakvlakken met een helling van meer of minder dan 65° graden en rechtopstaande gevelconstructies (eventueel met goten of daarmee gelijk te stellen constructiedelen) zijn toegestaan;
  • b. geringe overschrijding van de (denkbeeldige) 65°-lijn is toegestaan door (gedeelten van) ondergeschikte bouwdelen, waaronder in ieder geval begrepen dakkapellen, schoorstenen en andere bouwdelen van ondergeschikte betekenis. Bouwdelen van ondergeschikte betekenis mogen niet meer dan de helft van de breedte van het dakvlak beslaan;
  • c. in afwijking van het bepaalde in artikel 2 wordt bij de toepassing van de regels van dit artikel de goothoogte voor hoofdgebouwen gemeten op de denkbeeldige maximaal toegestane bouwmassa binnen een bouwvlak.

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig het bepaalde in artikel 15 ten aanzien van de afdekking van gebouwen.