Plan: | Gebied Oudedijk, Odiliapeel |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0856.BPOUDEDIJK-VA02 |
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels.
tabel 1: bouwregels voor bedrijfswoningen
maatvoering | eis |
goothoogte bouwhoogte inhoud dakhelling dakhelling |
maximaal 4,5 m maximaal 9 m maximaal 750 m³ minimaal 20° maximaal 65° |
tabel 2: bouwregels voor bijgebouwen bij bedrijfswoningen
maatvoering | eis |
goothoogte bouwhoogte gezamenlijke oppervlakte |
maximaal 3,5 m maximaal 5 m maximaal 30 m² |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de maatvoeringseisen, zoals aangegeven in tabel 3.
tabel 3: bouwregels voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde
maximale bouwhoogte | ||
bouwwerk | binnen bouwvlak | buiten bouwvlak |
erfafscheidingen | 2 m, waarvan 1 m gesloten mag zijn en boven die hoogte een voor 80% open constructie | 2 m |
tuinmeubilair en speeltoestellen | 3 m | 3 m |
vlaggenmasten en antennes | 6 m | 6 m |
overige bouwwerken | 3 m | 3 m |
tabel 4: bouwregels voor overkappingen bij bedrijfswoningen
situering en maatvoering | eis |
overkappingen mogen uitsluitend achter de voorgevellijn worden gebouwd | |
afstand tussen voorgevellijn en voorzijde overkapping | minimaal 1 m |
goothoogte | maximaal 3 m |
bouwhoogte | maximaal 5 m |
het gezamenlijke oppervlak | maximaal 25 m² |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig het bepaalde in artikel 15 ten aanzien van:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.2.5 en worden toegestaan dat bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd tot een hoogte van ten hoogste 8 m, mits de brandweer hieromtrent positief heeft geadviseerd en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Tot een strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken voor:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.1 onder a:
Bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf dienen de volgende milieubelastingscomponenten mede in de beoordeling te worden betrokken: geluid, geurproductie, stofuitworp en gevaar, waarbij tevens kan worden gekeken naar de verontreiniging van lucht en bodem, de diversiteit en het al dan niet continue karakter van het bedrijf en de visuele hinder en de verkeersaantrekkende werking.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.5.1 onder c en worden toegestaan dat ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum' een winkelondersteunend horecabedrijf wordt geëxploiteerd dat ondergeschikt is aan en ten dienste staat van het tuincentrum.