direct naar inhoud van Regels

Buitengebied 2014

Status: Vastgesteld
Idn: NL.IMRO.0856.BPBuitengebied2014-VA01

Artikel 7 Bedrijf – Nutsvoorziening

 

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. bedrijfsmatige doeleinden in de vorm van voorzieningen voor het openbaar nut, zoals de energie-, warmte- en telecommunicatievoorziening;

  2. rioolgemalen;

  3. (onverharde) paden en wegen en parkeervoorzieningen;

  4. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

  5. groenvoorzieningen.

 

7.2 Bouwregels

 

7.2.1 Algemeen

Voor het bouwen van gebouwen gelden in het algemeen de volgende regels:

  1. Op de voor ‘Bedrijf – Nutsvoorziening’ aangewezen gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd, die ten dienste staan van de bestemming.

  2. Bouwen is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak.

  3. De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan 1.202 m2.

 

7.2.2 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:

  1. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.

  2. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 m.

 

7.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  1. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd.

  2. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2,3 m.

  3. De bouwhoogte van signalerings- en telecommunicatiemasten mag niet meer bedragen dan 35 m.

  4. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m. met uitzondering van transformatorcellen waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan 6,5 m.

 

7.3 Nadere eisen

  1. Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde indien dit noodzakelijk is ten behoeve van het behoud van en ter voorkoming van de aantasting van de bodemkwaliteit, waterhuishouding, cultuurhistorische, ecologische, aardkundige en/of landschappelijke waarden.

  2. De onder a genoemde nadere eisen mogen slechts worden gesteld indien zulks noodzakelijk is ten behoeve van zorgvuldig ruimtegebruik en/of ruimtelijke kwaliteit.

 

7.4 Afwijken van de bouwregels

 

7.4.1 Afwijking bouwregels bedrijfsgebouwen

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in 7.2.2 onder a en/of b voor het bouwen van bedrijfsgebouwen met een hogere goothoogte tot maximaal 6 m en/of een hogere bouwhoogte tot maximaal 12 m, mits dit stedenbouwkundig en landschappelijk aanvaardbaar is en dit noodzakelijk is voor een doelmatige bedrijfsvoering.

 

7.4.2 Afwijking bouwregels bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in:

  1. 7.2.3 onder c voor het bouwen van telecommunicatiemasten, waarbij de bouwhoogte niet meer dan 45 m mag bedragen, mits dit stedenbouwkundig en landschappelijk aanvaardbaar is.

  2. 7.2.3 onder d voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een hogere bouwhoogte tot 6 m, mits dit stedenbouwkundig en landschappelijk aanvaardbaar is.

 

7.4.3 Afwijking uitbreiding van de oppervlakte aan bedrijfsbebouwing

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in 7.2.1 onder c voor het uitbreiden van de bebouwde oppervlakte moet worden aan de volgende voorwaarden:

  1. De vergroting dient noodzakelijk te zijn voor een doelmatige bedrijfsvoering en/of -ontwikkeling van het bedrijf.

  2. De vergroting dient plaats te vinden binnen het bestaande bouwvlak.

  3. Er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing van de bedrijfsbebouwing op basis van een erfbeplantingsplan.

  4. Er dient te worden voldaan aan de landschapsinvesteringsregeling.

  5. De wijziging is aanvaardbaar uit een oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat

  6. Er mag geen sprake zijn van milieuhygiënische belemmeringen.