Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van de procedureregels zoals bedoeld in 24.2 het plan wijzigen ten behoeve van:
- de reconstructie of herverkaveling van een (deel van een) bouwblok met in het ongerede geraakte, al dan niet complexgewijze bebouwing waarvan de functie wordt beëindigd;
- de reconstructie van een (deel van een) bouwblok waarbij de functie geheel of grotendeels wordt gehandhaafd, maar (infra-) structuur, ontsluiting, verkaveling e.d. worden aangepast.
- de reconstructie, herverkaveling of renovatie van een gebouw of een bouwblok nieuwe rooilijnen aangegeven;
- ter ontsluiting of herverkaveling van het gebied nieuwe bestemmingen "V" of "VV" projecteren;
- ter herverkaveling van het gebied of om tot een optimale verkaveling te komen, aangrenzende bestemmingen voor openbaar gebied ("V", "VV" e.d.) geheel of deels omzetten in een nieuw te realiseren bestemming binnen die herverkaveling, of deze bestemmingen geheel of deels elders in de nieuwe verkaveling onderbrengen.
Er mag geen sprake zijn van functiewijzigingen welke in strijd zijn met rijks-, provinciaal dan wel gemeentelijk beleid. Na wijziging zijn de bepalingen van het bestemmingsplan hierop van toepassing.
Op de gronden met een bestemming die wordt gewijzigd overeenkomstig 21.1.1 mag niet worden gebouwd zolang een wijzigingsplan voor het betreffende bestemmingsvlak nog niet is goedgekeurd door Gedeputeerde Staten.
Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van de procedureregels als bedoeld in artikel 24.1 ontheffing verlenen van het bepaalde onder 21.1.2 voor bebouwing die in overeenstemming is met een concept-wijzigingsplan, mits van Gedeputeerde Staten de verklaring is ontvangen dat zij tegen het verlenen van de ontheffing geen bezwaar hebben.
Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van de procedureregels zoals bedoeld in artikel 24.2 bevoegd het plan te wijzigen, zodanig dat een op de plankaart aangegeven aanduiding wordt verwijderd indien de binnen deze aanduiding toegelaten functie wordt beeindigd en wordt omgezet in een binnen het ter plaatse geldende bestemmingsvlak toegelaten functie.
Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van de procedureregels zoals bedoeld in artikel 24.2 bevoegd een op de plankaart aangegeven aanduiding te wijzigen in een andere aanduiding, met dien verstande dat:
- de ingevolge de aanduiding ter plaatse geldende maximaal toelaatbare hindercategorie voor functies of activiteiten uit de bijgevoegde Bedrijvenlijst niet mag worden overschreden;
- wijzigingen in de aanduidingen "p", "t" en "t+" niet zijn toegestaan;
- een wijziging van de aanduiding "k" niet is toegestaan indien de omvang voor de functie kantoor meer dan 700 m2 bruto vloeroppervlak bedraagt.
Op de gronden met een bestemming die wordt gewijzigd overeenkomstig 21.3.1 mag niet worden gebouwd zolang een wijzigingsplan voor het betreffende bestemmingsvlak nog niet is goedgekeurd door Gedeputeerde Staten.
Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van de procedureregels als bedoeld in artikel 24.1 ontheffing verlenen van het bepaalde onder 21.3.2 voor bebouwing die in overeenstemming is met een concept-wijzigingsplan, mits van Gedeputeerde Staten de verklaring is ontvangen dat zij tegen het verlenen van de ontheffing geen bezwaar hebben.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met inachtneming van de procedureregels in 24.2 het plan te wijzigen ten behoeve van de vestiging van de functie bedrijven, kantoren, maatschappelijke instellingen, recreatie en -sport of zorg- en dienstverlening (zakelijk en persoonlijk) binnen het bestemmingsvlak "Wonen" met dien verstande dat:
- uitsluitend sprake mag zijn van een activiteit die is vermeld in de categorieën 1 of 2 van de bijgevoegde bedrijvenlijst en niet is aangeduid met de code * in de kolom onder de kop "w van deze lijst";
- de omvang van de functie ten hoogste 200 m2 bruto vloeroppervlak mag bedragen;
- geen sprake mag zijn van activiteiten die worden verricht in de nachtperiode (van 22.00 uur tot 07.00 uur);
- geen sprake mag zijn van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige andere functies dan wonen;
- in voldoende mate wordt voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en bezoekers;
- geen sprake mag zijn van buitenopslag.
Op de gronden met een bestemming die wordt gewijzigd overeenkomstig 21.4.1 mag niet worden gebouwd zolang een wijzigingsplan voor het betreffende bestemmingsvlak nog niet is goedgekeurd door Gedeputeerde Staten.
Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van de procedureregels als bedoeld in artikel 24.1 ontheffing verlenen van het bepaalde onder 21.4.2 voor bebouwing die in overeenstemming is met een concept-wijzigingsplan, mits van Gedeputeerde Staten de verklaring is ontvangen dat zij tegen het verlenen van de ontheffing geen bezwaar hebben. Indien bij de ter inzagelegging geen zienswijzen zijn ingediend en daarvan aan Gedeputeerde Staten verslag is gedaan, wordt de verklaring geacht te zijn verleend.
Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van de procedureregels zoals bedoeld in artikel 24.2 bevoegd:
- de in het plan begrepen bestemmingen die grenzen aan gronden met de bestemming "Verkeer-Hoofdwegen (V-H)", dan wel "Verkeer-Verkeer en verblijf (V-V)" te wijzigen voor de indeling van gronden zoals ten behoeve van een herinrichting, een asverschuiving, herinrichting kruispunten, aanleg (mini)rotondes e.d., met dien verstande dat:
- de bestemmingen mogen worden gewijzigd voor een verschuiving van de bestemmingsgrenzen van maximaal 25 m¹;
- de verwerkelijking van de in het plan begrepen bestemmingen gewaarborgd dient te blijven, dat wil zeggen dat de bestemmingen door de wijzigingen niet onevenredig mogen worden aangetast;
- bestemmingsgrenzen te wijzigen indien dit uit stedenbouwkundig oogpunt noodzakelijk is voor zover zulks het belang van een goede ruimtelijk ordening van het plan niet schaadt en zodanig dat de geldende oppervlakte van de bij wijziging betrokken vlakken met niet meer dan 10% wordt verkleind of vergroot.
Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van de procedureregels zoals bedoeld in artikel 24.2 bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van nutsvoorzieningen met een groter oppervlak dan 50 m2.
Op de gronden met een bestemming die wordt gewijzigd overeenkomstig 21.6.1 mag niet worden gebouwd zolang een wijzigingsplan voor het betreffende bestemmingsvlak nog niet is goedgekeurd door Gedeputeerde Staten.
Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van de procedureregels als bedoeld in artikel 24.1 ontheffing verlenen van het bepaalde onder 21.6.2 voor bebouwing die in overeenstemming is met een concept-wijzigingsplan, mits van Gedeputeerde Staten de verklaring is ontvangen dat zij tegen het verlenen van de ontheffing geen bezwaar hebben.
Naar vorige |
Niveau omhoog
Naar boven Inhoudsopgave |
Naar volgende |