3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen
Voor het bouwen gelden in het algemeen de volgende regels:
-
a. Bestaande bebouwing welke krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk is opgericht en in overeenstemming is met de bestemming volgens dit plan, maar afwijkend van één of meer bebouwingsregels, wordt geacht aan het plan te voldoen. Hieronder wordt tevens vergunde bebouwing verstaan, die nog moet worden opgericht.
-
b. naast de in deze bestemming opgenomen bouwregels wordt verwezen naar de algemene bouwregels met bijbehorende bijlagen opgenomen in artikel 12 en de overige regels opgenomen in artikel 18.
3.2.2 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
-
a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd. Indien geen bouwvlak is aangegeven, geldt het bestemmingsvlak als zodanig.
-
b. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen ondergeschikte delen van een bouwwerk, voor zover gelegen binnen het bestemmingsvlak, het bouwvlak overschrijden.
-
c. het bebouwingspercentage mag 100 bedragen.
-
d. de bouwhoogte mag maximaal 10 meter bedragen.
3.2.3 Bouwwerken van algemeen nut
Voor het bouwen van bouwwerken van algemeen nut gelden de volgende regels:
-
a. bouwwerken van algemeen nut mogen binnen het gehele bestemmingsvlak worden opgericht.
-
b. de maximale hoogte van bouwwerken van algemeen nut bedraagt 3,5 meter.
-
c. de maximale oppervlakte van bouwwerken van algemeen nut bedraagt 50 m².
3.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen.
-
b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 4,5 meter bedragen.