direct naar inhoud van Artikel 14 Recreatie
Plan: Lobelia-Spinder-Rugdijk
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2011033-e001

Artikel 14 Recreatie

14.1 Bestemmingsomschrijving
14.1.1 Functie

De voor ´Recreatie´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. dagrecreatieve voorzieningen;
  • b. bijbehorende en ondergeschikte kantines en restauratieve voorzieningen;
  • c. bijbehorende en ondergeschikte tuinen en erven;
  • d. bijbehorende en ondergeschikte verharde en onverharde paden en wegen;
  • e. bijbehorende en ondergeschikte groenvoorzieningen;
  • f. bijbehorende en ondergeschikte speelvoorzieningen;
  • g. bijbehorende en ondergeschikte objecten voor beeldende kunst;
  • h. recreatief medegebruik en evenementen;
  • i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • j. bouwwerken van algemeen nut.
14.1.2 Functie-aanduidingen
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening' zijn de voor 'Recreatie' aangewezen gronden mede bestemd voor (niet bijbehorende en ondergeschikte) speelvoorzieningen met bijbehorende voorzieningen.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'kinderboerderij' zijn de voor 'Recreatie' aangewezen gronden mede bestemd voor een kinderboerderij met bijbehorende voorzieningen.
  • c. Ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' zijn de voor 'Recreatie' aangewezen gronden mede bestemd voor een volkstuin met bijbehorende voorzieningen.
14.2 Bouwregels
14.2.1 Algemeen

Voor het bouwen gelden in het algemeen de volgende regels:

  • a. bestaande bebouwing, welke krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk is opgericht en in overeenstemming is met de bestemming volgens dit plan, maar afwijkend van één of meer bebouwingsregels, wordt geacht aan het plan te voldoen. Hieronder wordt tevens vergunde bebouwing verstaan, die nog moet worden opgericht.
  • b. tenzij door middel van (een) bouwvlak(ken), bouw- en/of maatvoeringsaanduiding(en) anders is aangegeven, mag het bebouwingspercentage 20 bedragen, met dien verstande dat de afstand tot de as van de weg waaraan wordt gebouwd niet minder mag bedragen dan 15 m.
14.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd. Indien geen bouwvlak is aangegeven, geldt het bestemmingsvlak als zodanig.
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen ondergeschikte delen van een bouwwerk, voor zover gelegen binnen het bestemmingsvlak, het bouwvlak overschrijden.
  • c. de gebouwen mogen worden gebouwd op een afstand van ten minste 5 m van de (zijdelingse) bouwperceelsgrenzen.
  • d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 m, tenzij door middel van een maatvoeringsaanduiding een ander maximum is aangegeven.
  • e. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m, tenzij door middel van een maatvoeringsaanduiding een ander maximum is aangegeven.
14.2.3 Gebouwen bij volkstuin

Voor het bouwen van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' gelden in afwijking van het vorenstaande de volgende regels:

  • a. Er mag één gebouw ten behoeve van gemeenschappelijke voorzieningen (verenigingsdoeleinden en/of berging van tuingereedschappen) worden gebouwd, waarbij geldt dat:
    • 1. de goothoogte ten hoogste 3,5 m en de bouwhoogte ten hoogste 5 m mag bedragen;
    • 2. de dakhelling ten hoogste 45 graden mag bedragen;
    • 3. de oppervlakte niet meer dan 250 m² mag bedragen, tenzij door middel van een maatvoeringsaanduiding een ander maximum is aangegeven.
  • b. Er mogen op elke kavel (volkstuin) gebouwen worden opgericht met een gezamenlijke maximale oppervlakte van 25 m², met dien verstande dat per kavel (volkstuin) maximaal 25% van het oppervlak mag worden bebouwd en dat de maximale bouwhoogte 3 m bedraagt.
14.2.4 Bouwwerken van algemeen nut

Voor het bouwen van bouwwerken van algemeen nut gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken van algemeen nut mogen binnen het gehele bestemmingsvlak worden opgericht.
  • b. de maximale hoogte van bouwwerken van algemeen nut bedraagt 3,5 m.
  • c. de maximale oppervlakte van bouwwerken van algemeen nut bedraagt 50 m².
14.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 5 m.
14.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:

  • a. de situering en afmeting van gebouwen, bouwwerken van algemeen nut en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van:
    • 1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. de brandveiligheid;
    • 5. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
  • b. werken ten behoeve van nutsvoorzieningen (waaronder kabels en leidingen), verkeers- en vervoersvoorzieningen en groenvoorzieningen.
14.4 Afwijken van de bouwregels
14.4.1 Binnenplans afwijken

Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van:

  • a. het bepaalde in 14.2.1 met betrekking tot het bebouwingspercentage, zulks tot een maximum van 100.
  • b. het bepaalde in 14.2.1 voor het bouwen van bouwwerken op een afstand tot de as
    van de weg waaraan wordt gebouwd, kleiner dan 15 m.
  • c. het bepaalde in 14.2.2 voor het bouwen van gebouwen op een afstand tot de (zijdelingse) bouwperceelsgrenzen, kleiner dan 5 m.
  • d. het bepaalde in 14.2.2 en 14.2.5 ten behoeve van het bouwen van gebouwen en 'overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde', met een hogere goothoogte tot maximaal 10 m en een hogere bouwhoogte tot maximaal 14 m.
  • e. het bepaalde in 14.2.5 voor de hoogte van erfafscheidingen, zulks tot een hoogte van maximaal 3 m.
14.5 Specifieke gebruiksregels
14.5.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik van gronden en bouwwerken strijdig met de bestemming wordt in elk geval gerekend:

  • a. de uitoefening van enige tak van handel, nijverheid of dienstverlening daaronder begrepen een ambachtelijk of industrieel bedrijf;
  • b. het storten van puin en afvalstoffen, anders dan ter realisering en/of handhaving van de bestemming;
  • c. opslag van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten bouwmaterialen, werktuigen, machines en onderdelen hiervan, anders dan ter realisering en/of handhaving van de bestemming;
  • d. opslag van gebruiksklare of onklare voer- en vaartuigen of onderdelen daarvan, anders dan ter realisering en/of handhaving van de bestemming;
  • e. het gebruik van gronden en bouwwerken voor bewoning.
14.5.2 Toegestaan afwijkend gebruik

Incidenteel van de bestemming recreatie afwijkend gebruik t.b.v. zomeractiviteiten, spelen, theater, festival e.d. is toegestaan.