direct naar inhoud van 6.1 Bestaand watersysteem
Plan: Buitengebied De Zandleij 2012
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2010020-e001

6.1 Bestaand watersysteem

6.1.1 Gebiedskenmerken

Het plangebied ligt in het noordnoordoosten van Tilburg en en is voornamelijk in agrarisch gebruik. Het maaiveld loopt globaal af van circa 11,60+ in de uiterst zuidwestelijke hoek, tot circa 7,50+ in het noordoosten. De bestaande wegen en bebouwing liggen over het algemeen iets hoger dan het omliggende terrein. Het terrein loopt globaal af naar het noordoosten.

6.1.2 Bodem en grondwater

Bodemopbouw

Op basis van de wateratlas van Brabant kan gesteld worden dat de geohydrologisch opbouw bestaat uit:

Deklaag: ongeveer 5 -7 m onder maaiveld met fijnzandige lagen, afgewisseld met leemlaagjes uit de formatie van Boxtel;

Eerste watervoerend pakket: tot 50 à 55 m onder maaiveld met afwisselend zand en grind uit de formatie van Beegden;

Eerste scheidende laag: tot ongeveer 135 m onder maaiveld met afwisselend leemlagen en fijn zand uit de formatie van Kedichem en Tegelen.

Door het gebied loopt de breuklijn van Oosterhout.

De volgende bodemkundige hoofdeenheden worden onderscheiden van westelijke naar oostelijke richting:

Zandgrond: voedselrijk en vochtig tot droog;

Eerdgronden: voedselrijk en vochtig;

Leemgronden: matig voedselrijk en vochtig.

Grondwater

Globaal stroomt het grondwater van de deklaag in de noordoostelijke richting. De gemiddeld hoogste grondwaterstanden liggen in het gebied tussen de 40 en 80 cm -maaiveld, met uitzonderingen aan de randen tot 20 cm -mv en in de natte natuurparel de Brand zelfs tussen de 0 en 20 cm -mv. De ontwatering is globaal beschouwd voldoende voor het huidige gebruik. Daar waar onvoldoende ontwateringdiepte in de loop van de jaren is geconstateerd, bijvoorbeeld in verband met bebouwing, heeft men het terrein partieel opgehoogd. De aanwezigheid van storende lagen vergroot de kans op schijngrondwaterspiegels: door de opbouw en structuur van de bodem stagneert de stroom van hemelwater richting het grondwater.

In het plangebied bevindt zich ten noorden van Udenhout een gebied waar het watersysteem een aparte status heeft gekregen: de Natte Natuurparel De Brand. Om dit natte natuurgebied te beschermen is een attentie- en Keurbeschermingsgebied vastgesteld. Hiervoor geld antiverdrogingsbeleid, waarbij geldt dat de hydrologische omstandigheden niet verslechterd mogen worden. Daarom is dit gebied in de Verordening Ruimte van de provincie Brabant ook beschermd. Voor dit bestemmingsplan geldt dat een groot deel van het plangebied ligt in het zogenaamde 'attentiegebied EHS'. Delen liggen in de ecologische hoofdstructuur (EHS) en delen liggen in de groenblauwe mantel. De Verordening geeft aan welke regels er doorwerken in het bestemmingsplan (o.a. mbt tot drainage en verhardingen).

6.1.3 Oppervlaktewater

Het plangebied bevindt zich in het stroomgebied van de Zandleij. Het Waterschap De Dommel is verantwoordelijk voor het beheer van zowel de kwantiteit als de kwaliteit van het oppervlaktewater in het gebied, met uitzondering van een (zeer) klein gedeelte van het plangebied, dat onder de verantwoordelijkheid van waterschap Brabantse Delta valt.

Het oppervlaktewater stroomt voornamelijk in drie watergangenstelsels en bijbehorende detailafwatering, te weten de Zandleij (ZL1), de Diepe Leij (ZL5) en de Kasteelloop (ZL7). De ZL8, ZL9, ZL10 en ZL11 wateren af op de ZL7. Daarmee is er een relatie met de afwatering van stedelijk gebied.

Gebied + Invulling   Bruto
Opp.  
Stedelijk watersysteem   Afwatering  
Loven Noord I   B   20 ha   Duurzaam VGS   ZL9  
Berkel-Enschot   W+B   255 ha
28 ha  
Meng. Riolering
(V)GS  
ZL9, ZL20  
Udenhout   W+B   216 ha
21 ha  
Meng. riolering
(V)GS  
ZL10, ZL11, ZL16, ZL23  

Tabel 1. Overzicht stedelijke gebieden. B (Bedrijven); W (Wonen).

De Zandleij voert het effluent af van de Rioolwaterzuivering van waterschap de Dommel in Tilburg en watert af op het Drongelens Kanaal. De andere twee watervoerende watergangen hebben een sterk seizoengebonden regime. In de zomer valt het merendeel ervan droog en in de winter zorgen ze voor de ont- en afwatering van omliggende terreinen. Stroomafwaarts meer naar het noordoosten komen de watergangen samen in de Zandleij. In tijden van hevige regenval kan de Zandleij de hoeveelheid effluent niet verwerken en inundeert in de Natte Natuurparel De Brand. Vanwege de voedselrijkheid van het effluentwater is dit een ongewenste situatie.

Om wateroverlast uit het regionale watersysteem tegen te gaan is de Noorderplas ingericht als waterbergingsgebied.

6.1.4 Riolering

In het plangebied ligt drukriolering om het vuilwater van bestaande verspreide bebouwing af te voeren. Er zijn diverse lozingspunten waar het vuilwater van de drukriolering wordt geloosd op de riolering in stedelijk gebied (Tilburg, Berkel-Enschot en Udenhout). Van daaruit stroomt e.e.a. af tot de RWZI Tilburg. In de uiterste zuidkant van het plangebied ligt een stuk transportpersleiding van het waterschap De Dommel.

Het afvalwater van de verschillende stedelijke gebieden stroomt af tot de rioolwaterzuiveringsinstallatie Tilburg:

Berkel-Enschot via het eindgemaal Zwarte Rijt

Udenhout via het eindgemaal Groenstraat

Tilburg direct onder vrij verval

De eindgemalen en de zuivering zijn in beheer van waterschap De Dommel. De opvoergemalen en rioolstelsels vallen onder de zorgplicht van de gemeente.

De bestaande riolering van Berkel-Enschot en Udenhout heeft een directe invloed op de Zandleij. De bestaande gemengde rioolstelsels hebben overstorten op de watergangen. Tabel 2 geeft hier een overzicht van.

Gebied   Overstort   Lozing   Frequentie   Afwatering  
Berkel-Enschot   Rauwbrakenweg   Meng   13,6   ZL9  
  Raadhuisstraat   Meng   8,0   ZL9  
Udenhout   Groenstraat   Meng   8 (geschat)   ZL7  
  Schoorstraat   Meng   8 (geschat)   ZL11  
  Kuil   Meng   4-5 (geschat)   ZL10  
  Kuilpad   Meng   8 (geschat)   ZL10  

Tabel 2. Overzicht bestaande lozingen. Meng (Gemengde riolering); VGS (Verbeterd gescheiden Stelsels).

Bij uitbreidingsplannen is voorzien in waterberging binnen de plangrenzen, slechts de landbouwkundige afvoer afstroomt richting het regionale watersysteem. Bij hevige neerslag treedt een escape in werking; de beoogde frequentie is één keer per 10 jaar.

In de gemeentelijke Structuurvisie Water en Riolering is vastgesteld dat in de stedelijk gebieden geen water op straat mag ontstaan bij een neerslag met een herhalingstijd van 2 jaar. De afvoer van de riolering wordt dan ook hierop afgestemd. Vooral de bestaande gemengde riolering heeft moeite om aan deze opgave te voldoen. Om dat te kunnen realiseren is de strategie gekozen om het regenwater gericht en grootschalig af te koppelen van gemengde riolering. De gekozen oppervlakten hebben een laag vervuilingprofiel en zijn bepaald aan de hand van hydraulische berekeningen.

Het regenwater wordt verzameld en getransporteerd door middel van regenwaterleidingen (Blauwe Aders) tot bergingsvoorzieningen buiten de stad (Waterparken). In het centrale landschapspark in Tilburg Noordoost wordt zo'n waterpark geprojecteerd voor de afkoppelgebieden ten noorden van de spoorweg. Voor de afkoppelgebieden van Berkel-Enschot en Udenhout wordt het regenwater aan de randen van deze kernen op een soortgelijke manier verwerkt: deels in het waterpark in het centrale landschapspark, deels langs de watergangen in nog uit te werken locaties buiten de dorpskernen. Positief bijkomend effect van het grootschalig afkoppelen is dat het effluent van de RWZI in tijden van hevige regenval zal afnemen en inundatie in De Brand daarmee wordt voorkomen.

6.1.5 Functies