direct naar inhoud van 8.1 Uitvoerbaarheid
Plan: Reeshof Oost 2010
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2010012-e001

8.1 Uitvoerbaarheid

Zoals in hoofdstuk 1 is aangegeven betreft dit bestemmingsplan een actualisatie van de voor het van kracht worden van dit plan vigerende planologische regelingen. Daarom wordt het een “beheerbestemmingsplan” genoemd. Het gaat immers om een gebied met bestaande functies en bebouwing die worden vastgelegd. Met uitzondering van het bouwen van het verkooppunt van motorbrandstoffen langs de Huibevendreef 18-20-22 (zie verder) en de aanleg van het Bodegravenpad is het plan conserverend van aard. Voor de realisering van het Bodegravenpad wordt een bestemming 'groen' opgenomen tussen de Reeshofdijk en de Langendijk. De bestaande strook bos die hierbij verloren gaat ter hoogte van het bosgebied gelegen tussen het bestaande benzineverkooppunt aan de Burgemeester Baron van Voorst tot Voorstweg en de bestaande wijk wordt gecompenseerd binnen dit bestemmingsplan. Met name in het Drijflanengebied is hiervoor 3000m² natuur binnen het plan gecompenseerd. De aanleg van het fietspad wordt binnen deze bestemming mogelijk gemaakt.

Buiten de aanleg van het fietspad waarvan de financiering te zijner tijd uit het Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer en subsidie van de Provincie zal worden gedekt, zullen geen voorzieningen van openbaar nut getroffen worden. Met uitzondering van de in het plan opgenomen nieuwe ontwikkeling worden de plan- en apparaatskosten ten behoeve van het opstellen van dit bestemmingsplan gedekt uit de algemene middelen.

Indien er uitkeringen moeten worden verricht naar aanleiding van verzoeken om tegemoetkoming in schade (afd. 6.1 Wro) ten aanzien van onderhavig bestemmingsplan (met uitzondering van de in het plan opgenomen nieuwe ontwikkeling aan de Huibevendreef 18-20-22), dan zullen deze ten laste van de algemene middelen worden gebracht.

Nieuwe ontwikkeling brandstofverkooppunt Huibevendreef 18-20-22

Binnen dit bestemmingsplan wordt de bouw mogelijk gemaakt van een brandstofverkooppunt op een perceel aan de Huibevendreef 18-20-22. Met de initiatiefnemer is een exploitatieovereenkomst en een overeenkomst tegemoetkoming in schade gesloten. In de overeenkomst tegemoetkoming in schade is bepaald dat schade als gevolg van de nieuwe ontwikkeling aan de Huibevendreef 18-20-22, welke op de voet van afdeling 6.1 Wro voor vergoeding in aanmerking komt, wordt vergoed door initiatiefnemer. In de exploitatieovereenkomst zijn gemeentelijke plan- en apparaatskosten opgenomen, een bijdrage voor het fonds bovenwijkse voorzieningen alsmede de kosten voor de benodigde aanpassingen in het openbaar gebied, te weten het verbreden van de bestaande in-/uitritconstructie en het inkorten van de middengeleider. Deze kosten zijn door initiatiefnemer reeds voldaan. Voor de bestemmingsplanherziening, dat deel uitmaakt van dit bestemmingsplan, heeft de initiatiefnemer via een afzonderlijke nota leges betaald op grond van de Legesverordening 2010.

Aangezien het verhaal van kosten anderszins verzekerd is, het bepalen van een tijdvak of fasering en het stellen van eisen en regels als bedoeld in artikel 6.13 tweede lid Wro niet noodzakelijk is, is er geen exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12 Wro opgesteld.

Gelet op bovenstaande is het onderhavige plan economisch uitvoerbaar.