direct naar inhoud van 3.3 Provincie
Plan: Reeshof Oost 2010
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2010012-e001

3.3 Provincie

3.3.1 Structuurvisie

Op 1 januari 2011 is de Structuurvisie ruimtelijke ordening Noord-Brabant in werking getreden. Provinciale Staten hebben deze op 1 oktober 2010 vastgesteld.
De structuurvisie is opgebouwd uit twee delen (A en B) en een uitwerking.

Inhoud van de structuurvisie 

Deel A 

Deel A bevat de hoofdlijnen van het beleid. Op basis van trends en ontwikkelingen heeft de provincie haar ruimtelijke belangen gedefinieerd en ruimtelijke keuzes gemaakt. In haar sturing biedt zij gemeenten meer ruimte om afwegingen te maken in een aantal vooraf gestelde kaders. Daarnaast zet de provincie zelf een aantal ontwikkelingen in gang.

Deel B

In deel B staan de ambities, het beleid en de uitvoering voor de vier ruimtelijke structuren: de groenblauwe structuur, het landelijk gebied, de stedelijke structuur en de infrastructuur.
 
Uitwerking structuurvisie
De provincie gaat geen aparte ruimtelijke visie op het landschap ontwikkelen, maar geeft die onder andere vorm in de uitwerking gebiedspaspoorten. Daarin beschrijft de provincie welke landschapskenmerken zij op regionaal niveau van belang vindt en hoe deze versterkt kunnen worden. In de uitwerking beschrijft de provincie twaalf Brabantse landschapstypen. Voor elk landschapstype geeft zij de kenmerkende landschapskwaliteiten en haar ambitie om deze kwaliteiten te versterken bij nieuwe ontwikkelingen. Hiermee wil de provincie gemeenten en initiatiefnemers stimuleren om de kwaliteit van het Brabantse landschap te versterken. De Uitwerking gebiedspaspoorten is niet verplichtend maar biedt een handreiking. Tilburg ligt in het gebiedspaspoort van de Meierij.
Daarnaast zijn er deelstructuurvisiesopgesteld. Deelstructuurvisies bevatten de onderbouwing van een locatiekeuze, visie op een thema of inrichting van een gebied. De huidige deelstructuurvisies zijn niet van toepassing op Tilburgs grondgebied.

De structuurvisie is niet bindend voor de gemeenten. De Verordening Ruimte bindt de gemeente wel.

3.3.2 Verordening Ruimte

Ook ten aanzien van provinciale ruimtelijke belangen geldt dat deze niet zonder meer doorwerken nadat deze zijn opgenomen in een structuurvisie. Zoals op rijksniveau daardoor besloten is de nationale belangen, die juridische doorwerking vragen, te borgen in de AMvB Ruimte, verankert de provincie Noord-Brabant haar ruimtelijke belangen in een Verordening Ruimte. Evenals de AMvB Ruimte is de provinciale verordening in twee fases tot stand gekomen.

In de eerste fase zijn de volgende onderwerpen opgenomen:

  • 1. Regionaal perspectief voor wonen en werken;
  • 2. Ruimte-voor-ruimteregeling;
  • 3. GHS-natuur/EHS;
  • 4. Bescherming tegen wateroverlast en overstromingen;
  • 5. Grond- en oppervlaktewatersysteem;
  • 6. Land- en tuinbouw (integrale zonering, glastuinbouw, teeltondersteunende voorzieningen).

De tweede fase was gekoppeld aan het totstandkomingstraject van de provinciale Structuurvisie (zie hierboven) en heeft betrekking op:

  • 1. GHS-landbouw/AHS-landschap/AHS-landbouw;
  • 2. Grondwaterbeschermingsgebieden;
  • 3. Milieuaspecten;
  • 4. Biomassavergistingsinstallaties en mestbewerking en –verwerking;
  • 5. Windenergie;
  • 6. Cultuurhistorische waarden;
  • 7. Aardkundige waarden;
  • 8. Overlegzones infrastructuur;
  • 9. Kantoren, voorzieningen en detailhandel;
  • 10. Overige agrarische functies, niet-agrarische functies (buitengebied);
  • 11. Nieuwe economische dragers;
  • 12. Toeristisch-recreatieve voorzieningen.