7.1 Bestemmingsomschrijving
7.1.1 Functie
De voor ´Gemengd´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten onder de categorieën 1 tot en met 2, met uitzondering van:
-
1. bedrijven, vallend onder artikel 41 van de Wet geluidhinder,
-
2. bedrijven, die aan te merken zijn als een risicovolle inrichting;
-
b. opslagen en installaties, die zijn genoemd in de bij dit plan gevoegde Bijlage 2 Staat van
Bedrijfsactiviteiten-lijst 2 Opslagen en Installaties onder de categorieën 1 en 2 met uitzondering van:
-
1. opslagen en installaties, vallend onder artikel 41 van de Wet geluidhinder,
-
2. opslagen en installaties binnen een risicovolle inrichting;
-
c. kantoren tot maximaal 250 m² bruto vloeroppervlak per zelfstandige eenheid met een maximum van 700 m² bruto vloeroppervlak per bestemmingsvlak;
-
d. maatschappelijke voorzieningen met dien verstande dat in dit geval tot maatschappelijke voorzieningen niet worden gerekend de zogenaamde 'andere gezondheidszorggebouwen' (blijkens hun constructie en inrichting bestemd voor doeleinden van medische verpleging, verzorging of behandeling dan wel van medisch onderzoek) zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en de daarop gebaseerde uitvoeringsregelingen;
-
e. recreatie;
-
f. sport;
-
g. dienstverlening;
-
h. wonen (grondgebonden en gestapeld);
-
i. bouwwerken van algemeen nut.
7.1.2 Aanduidingen
-
a. Ter plaatse van de aanduiding:
-
1. horeca van categorie 1;
-
2. horeca tot en met horecacategorie 2;
-
3. religie;
-
4. specifieke vorm van detailhandel-vuurwerkverkooppunt;
-
5. specifieke vorm van bedrijf-autowasplaats,
zijn de voor ´Gemengd´ aangewezen gronden mede bestemd voor de desbetreffende functie(s).
-
b. Ter plaatse van de aanduiding:
-
1. 'maatschappelijk uitgesloten';
-
2. 'wonen uitgesloten';
-
3. 'bedrijf uitgesloten';
zijn deze functies niet toegestaan.
7.1.3 Bijbehorende voorzieningen
De voor ´Gemengd´ aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor:
-
a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
-
b. tuinen en erven;
-
c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
-
d. parkeer-, stallings- en verkeersvoorzieningen;
-
e. groen- en speelvoorzieningen;
-
f. kantines / restauratieve voorzieningen;
-
g. objecten voor beeldende kunst,
voor zover deze behoren bij en ondergeschikt zijn aan de onder 7.1.1 en genoemde functies.
7.4 Afwijken van de bouwregels
7.4.1 Binnenplans afwijken t.b.v. bouwen in het bouwvlak
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van de voorwaarden in 7.4.3, omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van:
-
a. het bepaalde in 7.2.1 onder a voor bouwen buiten het bouwvlak ten behoeve van overstekende daken, draagconstructies van de gebouwen, luifels, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die naar hun aard en bestemming op een onbebouwd erf toelaatbaar zijn en hieraan gelijk te stellen voorzieningen;
-
b. het bepaalde in 7.2.1 onder c met betrekking tot het bebouwingspercentage tot een maximum van 100;
-
c. het bepaalde in 7.2.1 onder d met betrekking tot de maximale goot- en bouwhoogte en afschuiningshoek;
-
d. het bepaalde in 7.2.3 onder a voor de hoogte en situering van erfafscheidingen binnen het bouwvlak tot een hoogte van maximaal 3 m;
-
e. het bepaalde in 7.2.3 onder b voor de hoogte en situering van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot een hoogte van maximaal 10 m.
7.4.2 Binnenplans afwijken t.b.v. bouwen in het onbebouwd erf
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van de voorwaarden in 7.4.3, omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van:
-
a. het bepaalde in 7.2.3 onder a voor de hoogte en situering van erfafscheidingen binnen het onbebouwd erf tot een hoogte van maximaal 3 m;
-
b. het bepaalde in 7.2.3 onder b, voor de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die naar hun aard en bestemming op een onbebouwd erf toelaatbaar zijn, met een maximum van 10 m;
-
c. het bepaalde in 7.2.1 onder a voor trappenhuizen, buiten trappen en liftschachten en hijsinrichtingen;
-
d. het bepaalde in 7.2.1 onder a voor reclametoestellen en draagconstructies voor reclames;
-
e. het bepaalde in 7.2.1 onder a voor entrees, aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot een maximum van 40% van het onbebouwd erf doch niet meer dan 20 m2 per eenheid en een bouwhoogte van maximaal 4,5 m.
7.4.3 Voorwaarden
Omgevingsvergunning als bedoeld in 7.4.1 en 7.4.2 wordt slechts verleend indien:
-
a. de bebouwingskarakteristiek van de straat niet onevenredig wordt geschaad;
-
b. gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden beperkt;
-
c. de brandveiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
-
d. de milieusituatie niet onevenredig wordt aangetast
-
e. de sociale veiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
-
f. de verkeersveiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
-
g. de ruimtelijke inpasbaarheid is aangetoond;
-
h. rekening wordt gehouden met eventuele zichthoeken vanuit belendende percelen;