Plan: | Reeshof Oost 2010 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0855.BSP2010012-e001 |
De voor Leiding - Gas (dubbelbestemming) aangewezen gronden zijn, naast de voor de aldaar voorkomende onderliggende bestemmingen (basisbestemmingen), tevens bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van een ondergrondse leiding voor het transport van gas met een diameter van ten hoogste 12 inch en een druk van ten hoogste 40 bar, inclusief een belemmeringenstrook van 5 m aan weerszijden van deze leiding.
Waar een basisbestemming, aangegeven op de verbeelding, samenvalt met een dubbelbestemming geldt primair het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming. Voor het bouwen geldt dat in afwijking van hetgeen wordt bepaald door de onderliggende basisbestemming(en), binnen de weergegeven dubbelbestemming ´leiding-gas´ begrepen gronden uitsluitend bouwwerken mogen worden opgericht die zijn bestemd voor de aanleg en instandhouding van de desbetreffende hoofdtransportleiding.
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van de voorwaarden in 18.3.2, omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van de bouwregels in 18.2 en toe te staan dat bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende basisbestemmingen worden gebouwd.
De in 18.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits:
Het is op de voor de dubbelbestemming aangewezen gronden verboden zonder een schriftelijke vergunning van het bevoegde gezag de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het onder 18.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De onder 18.4.1 vermelde vergunning wordt slechts verleend, indien door de genoemde werken en/of werkzaamheden geen veiligheidsrisico´s ontstaan en de betreffende leiding niet wordt aangetast. Dienaangaande vraagt het bevoegd gezag advies aan de betreffende leidingbeheerder.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat de bestemming Leiding - Gas (dubbelbestemming) uit het plan wordt verwijderd indien door de leidingbeheerder wordt aangegeven dat de leiding niet langer meer benodigd is voor zijn bedrijfsvoering en derhalve buiten werking zal worden gesteld dan wel verwijderd zal worden.