Plan: | Buitengebied De Uiterste Stuiver 2010 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0855.BSP2010009-e001 |
Het onderliggende bestemmingsplan betreft een agrarisch gebied. Er zijn geen inrichtingen gevestigd of toegestaan die kunnen leiden tot industriƫle geurhinder. Deze paragraaf is dus ook niet van toepassing.
Op bedrijven die tot de agrarische sector behoren (veehouderijen) is ten aanzien van het geurbeleid de Wet geurhinder en veehouderij (5 oktober 2006) en de bijbehorende Regeling geurhinder en veehouderij van toepassing. Deze regelgeving geeft normen voor de geurbelasting die een veehouderij mag veroorzaken op een geurgevoelig object. De geurbelasting wordt berekend en getoetst aan de hand van een verspreidingsmodel (V-Stacks model). Dit geldt alleen voor dieren waarvoor geuremissiefactoren zijn opgenomen in de Regeling geurhinder en veehouderij. Voor dieren zonder geuremissiefactor gelden minimaal aan te houden afstanden. De wet geeft de mogelijkheid om op lokaal niveau gemotiveerd af te wijken van de wettelijk norm met een verordening. De gemeente Tilburg heeft vooralsnog geen verordening met afwijkende normen vastgesteld.
Het onderliggende plan betreft een agrarisch gebied. In dit gebied zijn een aantal veehouderijen gevestigd. De geuremissie van de inrichtingen is geregeld in de Wm-vergunning of in de AmvB Landbouw. In het bestemmingsplan zijn geen wijzigingen opgenomen ten opzichte van het voormalige bestemmingsplan. Het is dus niet te verwachten dat het onderliggende bestemmingsplan leid tot een verandering in de geuremissie. Daarom is voor het plan geen geurberekening uitgevoerd.