direct naar inhoud van Artikel 16 Algemene bouwregels
Plan: Buitengebied De Uiterste Stuiver 2010
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2010009-e001

Artikel 16 Algemene bouwregels

16.1 Ondergrondse bouwwerken

Indien op grond van de regels in Hoofdstuk 2 ondergronds mag worden gebouwd, dienen deze te bouwen ondergrondse bouwwerken te worden gebouwd onder het maaiveld en aan de straatzijde onder het straatpeil.

16.2 Verhouding basis- en dubbelbestemmingen

Waar een basisbestemming samenvalt met een dubbelbestemming, geldt primair het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming. De regels met betrekking tot de basisbestemming zijn in dat geval uitsluitend van toepassing voorzover deze niet strijdig zijn met bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming.

16.3 Bouwen in nabijheid van beeldbepalende bomen
16.3.1 Bebouwingsafstand

De afstand van enig bouwwerk tot het hart van een 'beeldbepalende boom' zoals deze zijn weergegeven in de bijlagekaart 3 "beeldbepalende bomen"mag, gemeten op een hoogte van 1.30 m vanaf het maaiveld niet minder bedragen dan 8 m.

16.3.2 Toegestane bebouwing

Het in bepaalde in 16.3.1 is niet van toepassing indien:

  • a. binnen de genoemde afstand van 8 m reeds bebouwing voorkomt en na sloop van deze bestaande bebouwing nieuwe bebouwing wordt opgericht met een zelfde afstand tot de boom en een zelfde goot- en bouwhoogte, mits daarbij zodanige maatregelen te worden getroffen, dat de betrokken houtopstand / boom niet wordt geschaad;
  • b. een omgevingsvergunning voor het kappen van een boom of het vellen van houtgewas is verleend;
  • c. de boom om andere, van overmacht getuigende redenen reeds eerder is geveld, dan wel door een calamiteit teniet is gegaan.