Plan: | Buitengebied De Uiterste Stuiver 2010 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0855.BSP2010009-e001 |
De voor ´Bedrijf´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. een groothandel van de milieucategorie 3.1 en met SBI-code VN99, nr 5125, zoals beschreven in de bijlage Staat van bedrijfsactiviteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding (gh);
b. bouwwerken van algemeen nut.
Ter plaatse van de aanduiding:
zijn de voor ´Bedrijf´ aangewezen gronden mede bestemd voor de daarbij weergegeven functie(s).
De voor ´Bedrijf´ aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor:
voor zover deze behoren bij en ondergeschikt zijn aan de onder 6.1.1 en 6.1.2 genoemde functies.
Bestaande bebouwing welke krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk is opgericht en in overeenstemming is met de bestemming volgens dit plan, maar afwijkend van één of meer bebouwingsregels, wordt geacht aan het plan te voldoen. Hieronder wordt tevens vergunde bebouwing verstaan, die nog moet worden opgericht.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van de voorwaarden in 6.4.2, omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van:
De in artikel 6.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits:
Tot een gebruik van gronden en bouwwerken strijdig met de bestemming ´Bedrijf´, wordt in elk geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan omgevinsgvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van:
het bepaalde in artikel 6.1 sub a voor het de uitoefening van een bedrijf of een activiteit die niet voorkomt in de tot het plan behorende bijlage Staat van bedrijfsactiviteiten, maar die naar aard en invloed op de omgeving overeenkomt met de toegelaten milieucategorieën;
de uitoefening van een activiteit die in de bijlage Staat van bedrijfsactiviteiten is vermeld in een categorie die niet is toegestaan op het betreffende perceel, tot maximaal één hogere categorie dan is weergegeven voor dat perceel, mits door of namens de aanvrager of andere betrokkenen gemotiveerd wordt onderbouwd dat:
Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van het bepaalde in artikel 6.5.1 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.