direct naar inhoud van Artikel 11 Leiding - Gas
Plan: Buitengebied De Uiterste Stuiver 2010
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2010009-e001

Artikel 11 Leiding - Gas

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor de van noord naar zuid Leiding - Gas aangewezen gronden zijn, naast de voor de aldaar voorkomende onderliggende bestemmingen (basisbestemmingen), tevens bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van een ondergrondse leiding voor het transport van gas met een diameter van ten hoogste 18 inch en een druk van ten hoogste 66 bar, inclusief een belemmerende strook grond van 5 m aan weerszijden van de as van deze leiding.

De voor de van oost naar west Leiding - Gas aangewezen gronden zijn, naast de voor de aldaar voorkomende onderliggende bestemmingen (basisbestemmingen), tevens bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van een ondergrondse leiding voor het transport van gas met een diameter van ten hoogste 8 inch en een druk van ten hoogste 40 bar, inclusief een belemmerende strook grond van 4 m aan weerszijden van de as van deze leiding.

11.2 Bouwregels

Waar een basisbestemming, aangegeven op de verbeelding, samenvalt met een dubbelbestemming, geldt primair het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming. Voor het bouwen geldt dat in afwijking van hetgeen wordt bepaald door de onderliggende basisbestemming(en), binnen de weergegeven dubbelbestemming ´Leiding-Gas´ begrepen gronden uitsluitend bouwwerken mogen worden opgericht die zijn bestemd voor de aanleg en instandhouding van de desbetreffende hoofdtransportleiding.

11.3 Afwijken van de bouwregels
11.3.1 Binnenplans afwijken

Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van de voorwaarden in 11.3.2, omgevingsvergunning te verlenen voor het binnenplans afwijken van de bouwregels in artikel 11.2 en toestaan dat bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende basisbestemmingen worden gebouwd.

11.3.2 Voorwaarden

De in artikel 11.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits:

  • a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
  • b. vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder.
11.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
11.4.1 Verboden

Het is verboden op de voor dubbelbestemming aangewezen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden) de navolgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van diepwortelende en/of hoogopgaande beplanting of bomen, waaronder bijvoorbeeld rietbeplanting;
  • b. het permanent opslaan van goederen waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen;;
  • c. het ophogen en egaliseren, bodemverlaging of afgraven of anderszins wijzigen in maaiveld of weghoogte;
  • d. het in de grond brengen van voorwerpen;
  • e. het aanbrengen van gesloten verhardingen;
  • f. het verrichten van grondroeractiviteiten, bijvoorbeeld het aanbrengen van rioleringen, kabels, leidingen en drainage, anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • g. diepploegen;
  • h. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen;
  • i. het plaatsen van objecten zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair.
11.4.2 Uitzonderingen

Het onder 11.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:

  • a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden verleend is dan wel in uitvoering waren;
  • b. welke betrekking hebben op normale onderhoudswerkzaamheden van geringe omvang, gericht op en noodzakelijk voor het gebruik overeenkomstig de dubbelbestemming of basisbestemming;
  • c. andere werken en/of werkzaamheden noodzakelijk in het kader van het onderhoud of beheer van de aanwezige leiding.
11.4.3 Voorwaarden voor verlenen omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

De onder 11.4.1 vermelde vergunning wordt slechts verleend, indien door de genoemde werken en/of werkzaamheden geen veiligheidsrisico´s ontstaan en de betreffende leiding niet wordt aangetast. Dienaangaande vraagt het bevoegd gezag advies van de betreffende leidingbeheerder.