direct naar inhoud van 10.4 Zienswijzen
Plan: Veemarktkwartier 2010
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2010008-e001

10.4 Zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan heeft, in overeenstemming met het bepaalde in artikel 3.8. van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), gedurende zes weken ter inzage gelegen, te weten van 11 maart 2011 tot en met 21 april 2011. Tijdens deze periode zijn er 2 zienswijzen ingediend. Deze worden hieronder zakelijk weergegeven, met daarbij het uiteindelijke standpunt van het gemeentebestuur ten aanzien van die zienswijzen.

N.B: in verband met de toepassing van de Wet bescherming persoonsgegevens zijn de zienswijzen van natuurlijke personen geanonimiseerd weergegeven (zulks o.a. n.a.v. een bericht van de VNG van 2 oktober 2009).

  • A. Zakelijke weergave van de ingediende zienswijzen:

Zienswijze 1 :

De indiener van de zienswijze heeft al jaren plannen voor een ontwikkeling op een drietal percelen aan de Veemarktstraat (kadastraal bekend gemeente Tilburg sectie M nrs. 10576, 7679 en 7680). Met de gemeente wordt hierover reeds lang overlegd, ook over een integrale ontwikkeling met de initiatieven van naastgelegen locaties. De complexiteit van de totale gebiedsontwikkeling heeft er toe geleid dat er tot op heden nog geen concrete afspraken zijn gemaakt. Gelet hierop ziet men zich genoodzaakt zienswijzen in te dienen.

  • a. Bezwaar wordt gemaakt tegen de inperking van de bebouwingsmogelijkheden. Dit betreft sterk verminderde mogelijkheden ten aanzien van bouwvlak en bouwhoogte die rechtsreeks zijn opgenomen in het geldende bestemmingsplan. Daarnaast is het voor bezwaarmaker onverklaarbaar waarom in wro zone wijzigingsgebied 1 de bouwhoogte wordt beperkt tot 13,5 meter terwijl in wro zone wijzigingsgebied 2 een hoogte van 35 meter wordt toegestaan.
  • b. Bezwaar wordt gemaakt tegen de projectie van openbare ruimte op de gronden die in eigendom zijn bij de indiener van de zienswijze. Deze bestemming is weliswaar niet als zodanig opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan maar volgt wel uit de visie gebiedsontwikkeling Veemarktwartier welke ten grondslag ligt aan het opstellen van het ontwerpbestemmingsplan.
  • c. Ten aanzien van het parkeren wordt opgemerkt dat al op voorhand vastgesteld moet worden dat voor het benodigde bouwvolume voor een financieel haalbare ontwikkeling de locaties geen of niet voldoende (realistische) mogelijkheden bieden voor parkeren op eigen terrein. Alleen met een projectspecifieke afspraak over eventueel te realiseren parkeerplaatsen op eigen terrein, in combinatie met benutting van de capaciteit in openbare parkeergarages, kan tot een haalbare ontwikkeling worden gekomen.
  • d. Aandacht wordt gevraagd voor de in de visie opgenomen doorbraak aan de Heuvel naast het Midi-theater en de daaraan gekoppelde nieuwe openbare ruimte als verblijfsgebied. Het realiseren van deze doorbraak wordt als noodzakelijke voorwaarde gezien om te achterliggende gebied te transformeren tot een leefbare omgeving waarmee zinvol invulling wordt gegeven aan de ambitie van de gemeente om dit deel van de binnenstad te revitaliseren en volwaardig onderdeel te laten uitmaken van het centrum.

Standpunt van het college van Burgemeester en Wethouders:

  • a. Allereerst wordt opgemerkt dat de directe bouwmogelijkheden voor deze percelen in het bestemmingsplan Veemarktkwartier inderdaad beperkter zijn dan op basis van het nu geldende bestemmingsplan Tivoli. In dat laatste bestemmingsplan (Tivoli) hebben deze gronden de bestemming Wonen en is voor wat betreft de bouwregelgeving de Bouwverordening aanvullend. De indiener van de zienswijze heeft van deze bouwmogelijkheden in het geldende bestemmingsplan nooit gebruik gemaakt. Ook zijn er nooit concrete bouwaanvragen voor deze locatie gedaan. Met het oog op de gewenste ontwikkeling van het gebied is het nu niet meer wenselijk dat op deze percelen gebouwd wordt conform de huidige planologische regeling. Vandaar dat in het bestemmingsplan Veemarktkwartier geen hoofdbebouwingsvlak aan deze locatie is gegeven op basis waarvan een directe bouwtitel verkregen wordt. In het ontwerp-bestemmingsplan hebben deze gronden de bestemming Centrum Binnenstad met de functie-aanduiding erf. Hier is beperkte bebouwing toegestaan ten behoeve van aan-, uit- en bijgebouwen. Het gebied is in het ontwerp-bestemmingsplan tevens aangeduid als wro zone wijzigingsbevoegdheid 1.Gelet op de gewenste ontwikkeling van het gebied, op basis van de visie gebiedsontwikkeling Veemarktkwartier, is wel mogelijk en zelfs wenselijk dat op een deel van de betreffende percelen bebouwing gerealiseerd kan worden echter wel rekening houdend met het uitgangspunt om de verbinding van de Veemarktstraat met omliggende stedelijke ruimten te verbeteren. De Veemarktstraat in oost-west richting moet een betere relatie met de Interpolistuin tot stand brengen. De toegankelijkheid moet beter worden en de parkeergarage moet minder als hinderpaal worden ervaren. Het verbeteren van de toegankelijkheid is van belang om de relatie tussen het centrum en de Interpolistuin te verbeteren. Gelet hierop is het wenselijk slecht een deel van deze percelen met grotere bouwvolumes te bebouwen. Het niet te bebouwen deel van deze percelen zal onderdeel uit gaan maken van een pleintje dat bemiddelt tussen de beschermde stadshistorische straat, de nieuwbouw en de parkeergarage. Voorwaarde voor het te bebouwen deel is wel de bouwvolumes optimaal in te passen binnen het Rijksbeschermd Stadsgezicht Stadskern Tilburg vandaar een maximale hoogte binnen de Wro zone wijzigingsbevoegdheid 1 van 13, 5 meter (maximaal 4 lagen waarbij de begane grond verdieping minimaal 4,5 meter dient te bedragen). Het gebied met de gebiedsaanduiding Wro zone wijzigingsbevoegdheid 2 is gelegen buiten het Rijksbeschermd Stadsgezicht. Een bouwvolume van maximaal 35 meter (9 lagen) is hier vanuit stedenbouwkundig oogpunt acceptabel en sluit aan bij de functionele zone van het naastgelegen gebied (locatie kantoren Interpolis).
  • b. Zie hiervoor het standpunt onder 1a.
  • c. Conform het huidige gemeentelijke vastgestelde beleid ten aanzien van parkeren is, net als elders in de gemeente, de uitgangspunt dat parkeren op eigen terrein plaats vindt. Gelet op de bestemming van het gebied in het bestemmingsplan Veemarktkwartier 2010 is dat functioneel gezien ook geen belemmering. Bestemmingsplantechnisch gezien is dit mogelijk. Dat het parkeren op eigen terrein voor de indiener van de zienswijze mogelijk financieel gezien geen haalbare ontwikkeling is doet in het kader van dit bestemmingsplan niet ter zake.
  • d. Ook de gemeente hecht aan het realiseren van een doorbraak aan de Heuvel naast het Midi-theater zoals opgenomen in de visie voor de gebiedsontwikkeling van de Veemarktkwartier. Om het gebied beter aan te knopen bij de Heuvel is het nodig naast Midi en langs het Patronaat een nieuwe verbinding te leggen naar de Veemarktstraat. Door het opnemen van de bestemming Verkeer-Verblijf wordt ingezet op een doorgang naast het Midi-theater.

Conclusie:

De zienswijze is ongegrond

Zienswijze 2


De indieners van de zienswijzen zijn eigenaren van de panden Veemarktstraat 5,7,9, en 11. Zij kunnen zich op zichzelf verenigen met de toekenning van de bestemmingen "Centrum Binnenstad"en "Waarde Cultuurhistorie" zoals opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan Veemarktkwartier 2010. Echter op de volgende aspecten hebben zij bezwaar:

  • a. Aan het perceel/pand Veemarktstraat 7 dient een horecabestemming gegeven te worden net als de thans vigerende bestemming. Het pand heeft niet alleen volgens het vigerende bestemmingsplan een horecabestemming maar het pand is volgens de sinds 1974 verleende bouw- en verbouwingsvergunningen daartoe ook verbouwd. Het pand was jarenlang dus ook feitelijk als horecagelegenheid in gebruik. Dat het pand op dit moment niet (meer) als horecabedrijf gebruikt wordt doet daar op zichzelf niets aan af.
  • b. Bezwaar wordt gemaakt tegen de bebouwingsmogelijkheden die in artikel 19.4 van de ontwerpplanregels worden geboden om de achter de percelen Veemarktstraat 5,7,9, en 11 gelegen, thans onbebouwde gronden, tot (maximaal) 13,5 meter hoog te bebouwen. Hierdoor wordt ernstig afbreuk gedaan aan het woongenot van de aan de Veemarktstraat 5 t/m 11 gelegen percelen/panden. Bezwaarmakers verbazen zich over deze bebouwingsmogelijkheden omdat daarover in al het overleg dat gevoerd is over mogelijke herontwikkeling noot is gesproken. In het gevoerde overleg is "openheid"van het achter de percelen/panden Veemarktstraat 5 t/m 11 gelegen gebied uitgangspunt geweest en zeker niet het bebouwen van dit gebied.



Standpunt van het college van Burgemeester en Wethouders:

  • a. In het nu geldende bestemmingsplan Tivoli heeft het perceel Veemarktstraat 7 de bestemming Wonen met de nadere aanduiding "h" (horecavoorziening I of II). Vanaf 1974 t/m 1976 zijn op dit adres diverse vergunningen verleend voor verbouwingen aan een horecapand. In het ontwerpbestemmingsplan Veemarktkwartier 2010 is aan het perceel Veemarktstraat 7 de bestemming Centrum Binnenstad toegekend met de nadere functie-aanduiding "horeca tot en met categorie 2". Volgens artikel 4.1.2. van de planregels zijn deze gronden mede bestemd voor horeca tot en met categorie 2. In het ontwerpbestemmingsplan Veemarktkwartier is de horecabestemming uit het geldende bestemmingsplan Tivoli dus overgenomen.
  • b. Het gebied achter de percelen Veemarktstraat 5 t/m 11 heeft in het bestemmingsplan Veemarktkwartier 2010 de bestemming Centrum Binnenstad met de functie-aanduiding erf. Hier is dan ook beperkte bebouwing toegestaan ten behoeve van aan-, uit en bijgebouwen. Het gebied "volbouwen" is op basis van het bestemmingsplan Veemarktkwartier 2010 dan ook niet mogelijk. Slechts met toepassing van een wijzigingsbevoegdheid is het mogelijk op dit achterliggende gebied bebouwing mogelijk te maken tot een maximale hoogte van 13,5 meter. Indien binnen de planperiode gebruik gemaakt zal worden van deze bevoegdheid zal het wijzigingsplan conform de Wet ruimtelijke ordening in procedure gebracht worden met bijbehorende zienswijze- en beroepsmogelijkheden. In het nu geldende bestemmingsplan Tivoli heeft dit achterliggende gebied de bestemming Wonen en is ook al een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming "Wonen W" geheel of deels te wijzigen in "Centrumdoeleinden C" waarbij een maximale bouwhoogte van 15 meter is opgenomen. In dat opzicht is de regeling uit het ontwerp-bestemmingsplan Veemarktkwartier 2010 niet ruimer, zelfs nog iets beperkter omdat in het ontwerpbestemmingsplan in de planregels voor de wro zone wijzigingsbevoegdheid 1 een maximale bouwhoogte van 13,5 meter is opgenomen.


Conclusie:


De zienswijze is ongegrond.


  • B. Ambtshalve aanpassingen:

De volgende wijzigingen in het bestemmingsplan worden ambtshalve doorgevoerd:

  • 1. art.19.6 sub d onder 3 eerste punt: verwijderen 'minimaal' en onder tweede punt 'maximaal' . De tekst onder sub 3 als volgt aanpassen: variëren in minimale en maximale bouwhoogte en minimaal 2 en maximaal 4 bouwlagen in …………….
  • 2. op het perceel St. Jospehstraat 133 (Duvelhok) op de verbeelding de functie-aanduiding "specifieke vorm van maatschappelijk stadsmensa" opnemen. De toelichting en de regels (artikel 4.1.2) hierop aanpassen zodanig dat ter plaatse van deze functie-aanduiding een stadsmensa is toegestaan uitsluitend op de begane grond.
  • 3. in artikel 1 (begrippen) de volgende definitie van stadmensa opnemen: Studentencentrum tevens gericht op het verstrekken van maaltijden en (alcoholische) dranken aan de gebruikers van het studentencentrum, niet zijnde een reguliere horecavoorziening (horeca 1 , 2 of 3).