direct naar inhoud van 5.8 Natuur en Ecologie
Plan: Noordhoek 2010
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2010004-e001

5.8 Natuur en Ecologie

Natuur en ecologie

Binnen de gemeente Tilburg is een groot aantal wetten en beleidsstukken met betrekking tot natuur en groen van kracht. De bescherming van groen- en natuur vindt plaats op Europees, Rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau en is gericht op bescherming van gebieden enerzijds en soorten anderzijds. Hieronder wordt alleen ingegaan op die wetten en beleidsstukken die voor het gebied en het bestemmingsplan van belang zijn, te weten de Flora- en faunawet, de nota Groen en de nota Biodiversiteit. De laatste twee worden tezamen toegelicht aan de hand van de groene en ecologische structuur.

Flora- en faunawet (2002)

De bescherming van soorten vindt plaats via de Flora- en faunawet. Volgens deze wet zijn alle in het wild voorkomende planten- en diersoorten beschermd (incl. de soorten, die genoemd worden in het Verdrag van Bern, de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn). Doordat alle soorten als beschermd worden gezien, geeft de huidige wet echter niet geheel de intenties van de wetgever weer. De wetgever beoogt namelijk niet om voor zeer algemene, niet bedreigde soorten tot een intensieve toetsing van de bepalingen in de Flora- en faunawet te komen. Om deze situatie aan te passen geldt vanaf 14 december 2004 een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB), die betrekking heeft op artikel 75 van de Flora- en Faunawet. Deze AMvB verdeelt onder de wet beschermde soorten in drie categorieën (Min LNV, 2004), te weten streng beschermde soorten (tabel 3), beschermde soorten (tabel 2) en algemene soorten (tabel 1). Op basis van een goedgekeurde gedragscode voor de bouw- en ontwikkelsector en jurisprudentie is vanaf 26 augustus 2009 een aangepaste (indicatieve) lijst met jaarrond beschermde vogelnesten van toepassing. Voorheen vielen alle vogelsoorten onder tabel 3. Hiervoor is nu een aparte werkwijze van toepassing. Tevens is naar aanleiding van deze jurisprudentie de beoordeling van ontheffingsaanvragen bij ruimtelijke ingrepen gewijzigd.

Voor ruimtelijke ontwikkelingen in een gebied die negatieve effecten opleveren voor soorten uit de eerstgenoemde categorie (streng beschermde soorten) die in dit plangebied voorkomen is een ontheffingsaanvraag noodzakelijk, waarbij een uitgebreide toets geldt. Een ontheffing wordt niet verleend voor Bijlage IV Habitatrichtlijn-soorten in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling, echter wel voor de Bijlage 1 AMvB-soorten. De Dienst Regelingen beoordeelt uiteindelijk of het wettelijk belang zwaarder weegt dan het overtreden van de verbodsbepaling(en).

Voor de tweede categorie soorten (beschermde soorten; tabel 2) is een vrijstelling van toepassing, indien er gewerkt wordt volgens een door het Ministerie van LNV goedgekeurde gedragscode. Ontheffing voor deze soorten is alleen nodig voor werkzaamheden die anders dan voorheen worden uitgevoerd en voor grootschalige veranderingen.

Voor de laatste categorie soorten (algemene soorten; tabel 1) geldt een vrijstelling voor diverse verbodsbepaling, zoals verstoring. Verbodsbepalingen over het doden van deze soorten en de zorgplicht blijven echter van kracht. Deze zorgplicht houdt in, dat handelingen die niet noodzakelijk verband houden met het beoogde doel en tevens nadelig zijn voor de flora en fauna achterwege moeten blijven.

Voor vogels geldt dat tijdens activiteiten rekening moet worden gehouden met het broedseizoen van vogels. De Flora- en faunawet kent geen standaardperiode voor het broedseizoen. Vogelnesten die door vogelsoorten eenmalig worden gebruikt zijn alleen tijdens het broedseizoen beschermd. Voor deze vogelsoorten is geen ontheffing nodig voor activiteiten buiten het broedseizoen. Vogels die hun verblijfplaats het hele jaar gebruiken vormen op bovenstaande een uitzondering en zijn jaarrond beschermd.

Flora- en faunawet i.r.t. Noordhoek

In het voorliggende bestemmingsplan Noordhoek 2010 zijn geen grootschalige ontwikkelingen opgenomen. Het is daarom voor het bestemmingsplan niet nodig (nieuw) onderzoek te doen naar het voorkomen van soorten die beschermd zijn krachtens de Flora- en faunawet. Er zijn echter wel degelijk beschermde soorten aanwezig. Hierbij gaat het met name om soorten die zich hebben aangepast aan de mens en de bebouwde omgeving of zijn te vinden op braakliggende terreinen.

De belangrijkste soorten zijn vogels die voor hun nesten zijn gebonden aan gebouwen, zoals de huismus en de zwarte roodstaart. Maar het gebied staat ook bekend om de aanwezigheid van gierzwaluwen. Bijzonder is de aanwezigheid van een nestkast op het West-Point gebouw, waarin al enkele jaren achtereen een paartje slechtvalken broedt en jongen met succes groot brengt. Ook vleermuissoorten als de laatvlieger en de gewone dwergvleermuis hebben hun verblijfplaatsen in gebouwen. Verder zijn plantensoorten als de brede wespenorchis en muurplanten, zoals varens, niet ongewoon in de binnenstad.

Naast de gebouwen vormt ook het aanwezige groen in het gebied belangrijk leefgebied voor allerlei planten- en diersoorten. In het nabijgelegen, doch buiten het plangebied vallende braakliggende gebied langs het spoor zijn de laatvlieger en de gewone dwergvleermuis tijdens onderzoek in het verleden frequent jagend aangetroffen en broedden groene specht, braamsluiper, grasmus en boomkruiper. Ook in de groene gebieden van de begraafplaats aan de Bredaseweg en de particuliere tuinen komen allerlei (algemene) soorten voor.

Met de beschermde soorten dient bij het ontwikkelen van terreinen, het slopen of verbouwen van gebouwen en de eventuele kap- of grote snoeiwerkzaamheden van bomen rekening te worden gehouden.

Groene en ecologische structuur

In de binnenstad is in de openbare ruimte beperkt ruimte aanwezig voor groen. Karakteristieke groene plekken die aanwezig zijn, zijn de begraafplaats aan de Bredaseweg, het Hagelkruisplein en het Regenboogpark. Dit zijn groene plekken in het stedelijk weefsel met grote bomen. Naast deze groene plekken en de stadslanen van de Ringbaan West, de Hart van Brabantlaan en de Noordhoekring is het meeste groen is echter te vinden in de particuliere tuinen en derhalve niet openbaar toegankelijk. Dit groen bevindt zich vaak aan de achterzijde van de bebouwing en is dan niet zichtbaar vanuit het openbare gebied. Tezamen is dit groen wel van belang als leefgebied voor diverse planten- en diersoorten in de binnenstad.