direct naar inhoud van Artikel 13 Verkeer - Verblijf
Plan: Noordhoek 2010
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2010004-e001

Artikel 13 Verkeer - Verblijf

13.1 Bestemmingsomschrijving
13.1.1 Functies

De voor ´Verkeer - Verblijf´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

13.1.2 Aanduidingen

Ter plaatse van de aanduiding:

  • a. ´nutsvoorziening´;
  • b. ´garage´;
  • c. ´brug´;

zijn de voor ´Verkeer - Verblijf´ aangewezen gronden mede bestemd voor de desbetreffende functie(s).

13.1.3 Bijbehorende voorzieningen

De voor ´Verkeer - Verblijf´ aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor:

  • a. voorzieningen ter verbetering van het microklimaat (geluidhinder, windhinder, regen e.d.) waaronder wallen, schermen, luifelconstructies e.d.;
  • b. terrassen, sanisettes, (wekelijkse) markten, standplaatsen voor kramen, alsmede voor incidentele activiteiten, zoals kermis, circus, (sport)evenementen, rommelmarkten, braderieën, buurtfeesten, fancy fairs, festivals, stadspromotionele activiteiten (bv. Tilburg culinair, winterpark/kerstmarkt) e.d.;
  • c. in-/uitritten, hellingbanen ten behoeve van ondergrondse parkeergarages en/of fietsenstallingen e.d. met bijbehorende kunstwerken, afscheidingen, overkappingen e.d.;
  • d. objecten voor beeldende kunst, reclametoestellen, draagconstructies voor reclame e.d.;
  • e. faunapassages e.d.;
  • f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

voor zover deze ondergeschikt zijn aan de onder 13.1.1 genoemde functies.

13.2 Bouwregels
13.2.1 Algemeen

Bestaande bebouwing welke krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk is opgericht en in overeenstemming is met de bestemming volgens dit plan, maar afwijkend van één of meer bebouwingsregels, wordt geacht aan het plan te voldoen. Hieronder wordt tevens vergunde bebouwing verstaan, die nog moet worden opgericht.

13.2.2 Gebouwen
  • a. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, uitgezonderd op grond van de bouwregels toegelaten gebouwen van algemeen nut en garages.
  • b. Ten aanzien van gronden met de aanduiding ´garage´, als bedoeld in 13.1.2, geldt dat:
    • 1. de gebouwen binnen het functie-aanduidingsvlak dienen te worden gebouwd;
    • 2. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.
13.2.3 Bouwwerken van algemeen nut

Voor het bouwen van bouwwerken van algemeen nut gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken van algemeen nut mogen binnen het gehele bestemmingsvlak worden opgericht, met uitzondering van de gronden gelegen voor de (verlengde) voorgevelrooilijn.
  • b. de maximale hoogte van bouwwerken van algemeen nut bedraagt 3,5 m, tenzij door middel van een maatvoeringsaanduiding een ander maximum is aangegeven.
  • c. de maximale oppervlakte van bouwwerken van algemeen nut bedraagt 50 m², tenzij door middel van een maatvoeringsaanduiding een ander maximum is aangegeven.
13.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht ten behoeve van de op grond van 13.1 toegelaten functies.
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 15 m, tenzij door middel van een maatvoeringsaanduiding een ander maximum is aangegeven.
  • c. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag echter niet meer dan 2 m bedragen.
13.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:

  • a. de situering en afmeting van gebouwen, bouwwerken van algemeen nut en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van:
    • 1. een samenhangende straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. de brandveiligheid;
    • 5. de milieusituatie;
    • 6. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
  • b. werken ten behoeve van nutsvoorzieningen (waaronder kabels en leidingen), verkeers- en vervoersvoorzieningen en groenvoorzieningen.
13.4 Afwijken van de bouwregels
13.4.1 Binnenplans afwijken t.b.v. bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van de voorwaarden in 13.4.3, omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van:

  • a. het bepaalde in 13.2.4 voor de hoogte van erf- en terreinafscheidingen, zulks tot een hoogte van maximaal 3 m;
  • b. het bepaalde in 13.2.4 voor de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zulks tot een hoogte van maximaal 30 m.
13.4.2 Binnenplans afwijken t.b.v. overschrijding van de voorgevelrooilijn vanuit aangrenzende bestemmingsvlakken

Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van de voorwaarden in 13.4.3, omgevingsvergunning verlenen voor de overschrijding van de voorgevelrooilijn van een bouwvlak in een aangrenzend bestemmingsvlak voor:

  • a. ondergeschikte delen van een bouwwerk;
  • b. bouwwerken welke binnen het aangrenzende bestemmingsvlak middels omgevingsvergunning voor het binnenplans afwijken t.b.v. bouwen in het onbebouwd erf zijn toegestaan;

met dien verstande dat:

    • 1. niet lager wordt gebouwd dan 4,2 m boven de hoogte van de rijweg, met inbegrip van een strook van 0,5 m breedte ter weerszijden van die rijweg;
    • 2. niet lager wordt gebouwd dan 2,2 m boven de hoogte van een ander deel van de weg en voor zover de veiligheid van de gebruikers van de weg niet in gevaar komt.
13.4.3 Voorwaarden

Omgevingsvergunning voor het binnenplans afwijken van de bouwregels kan slechts worden verleend indien:

  • a. het stedenbouwkundige beeld niet onevenredig wordt geschaad;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet worden beperkt;
  • c. de sociale veiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
  • d. de verkeersveiligheid niet onevenredig wordt aangetast.
13.5 Specifieke gebruiksregels
13.5.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik van gronden en bouwwerken, strijdig met de bestemming ´Verkeer - Verblijf´, wordt in elk geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor bewoning;
  • b. het storten van puin en afvalstoffen, anders dan ter realisering en/of handhaving van de bestemming;
  • c. opslag van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten bouwmaterialen, werktuigen, machines en onderdelen hiervan, anders dan ter realisering en/of handhaving van de bestemming;
  • d. opslag van gebruiksklare of onklare voer- en vaartuigen of onderdelen daarvan, anders dan ter realisering en/of handhaving van de bestemming;
  • e. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens.