direct naar inhoud van 7.6 Bodem
Plan: HaVeP-terrein
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2008030-e001

7.6 Bodem

Op 10 december 2003 is voor het onderhavig plangebied een saneringsplan opgesteld. De aanleiding voor dit plan was de uitgevoerde bodemonderzoeken. In termen van de Wet Bodembescherming is een ernstige verontreiniging met minerale olie vastgesteld. Uit de uitgevoerde risicoanalyse, is gebleken dat er geen actuele risico's aanwezig zijn. Derhalve is geconcludeerd dat sanering van de verontreiniging 'niet urgent' is.

Het saneringsplan had als doel binnen het kader van uitgangspunten en randvoorwaarden de noodzakelijke activiteiten te beschrijven van een referentievariant voor de sanering van de verontreiniging. Het doel van de sanering was het verwijderen van de aangetroffen verontreiniging met oliecomponenten. Tevens is een beschrijving gegeven van de omgang met stromen van verontreinigde grond.

Na verwijdering van de verharding is de verontreinigende grond in vlakken ontgraven. De aanvullingen hebben plaatsgevonden met vrijkomend schoon zand en aangeleverd schoon zand. De diverse stromen vrijkomende materialen en grond is afgezet bij een erkend verwerker. Om de grondwaterverontreiniging op de locatie te actualiseren is na afloop van de grondsanering het grondwater geanalyseerd. Op basis van bovenstaande activiteiten is een nulsituatie vastgelegd. Het bevoegd gezag is akkoord met de uitgevoerde sanering.

In aanvulling op de sanering is door Search Ingenieursbureau B.V. in juli 2009 nog één verdachte locatie onderzocht, waarbij de eindsituatie is vastgesteld. Het betreft de voormalige deellocatie 'opslag sterkmiddelen'. Tijdens de veldwerkzaamheden is plaatselijk een antropogene bijmenging met puin in de bovengrond aangetroffen. Uit de analyseresultaten blijkt dat in de verdachte bodemlagen geen verhoogde gehalten zijn aangetroffen. Het grondwater bevat een licht verhoogd gehalte aan tetrachlooretheen. Met behulp van de onderzoeksresultaten is de nulsituatie van de bodem vastgelegd. Er zijn geen belemmeringen meer voor de voorgenomen bouwwerkzaamheden.

Ten slotte is een onderzoek conventionele explosieven (OCE) uitgevoerd. Hieruit is gebleken dat er geen bommen en andere explosieven aanwezig zijn in de grond.