direct naar inhoud van Artikel 4 Groen
Plan: HaVeP-terrein
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2008030-e001

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving
4.1.1 Functies

De voor ´Groen´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. speelvoorzieningen;
  • c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • d. voorzieningen ten dienste van de verblijfsfunctie;
  • e. fiets- en voetpaden;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein uitgesloten' geldt dat parkeervoorzieningen niet zijn toegestaan.
4.1.2 Bijbehorende voorzieningen

De voor ´Groen´ aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor objecten voor beeldende kunst, voor zover deze ondergeschikt zijn aan de onder 4.1.1 genoemde functies.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen
  • a. op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde in overeenstemming met deze bestemming, worden opgericht, gebouwen zijn niet toegestaan;
4.2.2 Bouwwerken geen gebouw zijnde

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van kunstwerken en voorzieningen ten behoeve van de geleding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer bedragen dan hiervoor op aantoonbare wijze noodzakelijk is;
  • b. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 1 m bedragen;
  • c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde mag ten hoogste 5 m bedragen.
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:

  • a. de situering en afmeting van bouwwerken geen gebouw zijnde ten behoeve van:
    • 1. een samenhangende straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de ruimtelijke of landschappelijk inpassing;
    • 3. de verkeersveiligheid;
    • 4. de sociale veiligheid;
    • 5. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
  • b. werken ten behoeve van nutsvoorzieningen (waaronder kabels en leidingen) en groenvoorzieningen.
4.4 Afwijking van de bouwregels
4.4.1 Afwijking voor een parkeervoorziening

Bij omgevingsvergunning kan met in achtneming van de voorwaarden in artikel 4.4.4 worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.2.1 onder a en toestaan dat een ondergrondse en/of gedeeltelijk verdiepte parkeervoorziening, tot een maximale verticale diepte van 5 m, toegelaten wordt, mits ingepast in de groenstructuur langs de Ringbaan Zuid en landschappelijk aanvaardbaar.

4.4.2 Afwijking voor bouwwerken van algemeen nut

Bij omgevingsvergunning kan met inachtneming van de voorwaarden in artikel 4.4.4 worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.2.1 onder a ten behoeve van het bouwen van bouwwerken van algemeen nut, met dien verstande dat:

  • 1. de maximale hoogte van bouwwerken van algemeen nut 3,5 m bedraagt;
  • 2. de maximale oppervlakte van bouwwerken van algemeen nut 50 m2 bedraagt.
4.4.3 Afwijking voor bouwwerken, geen gebouw zijnde

Bij omgevingsvergunning kan met inachtneming van de voorwaarden in artikel 4.4.4 worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.2.2 onder c voor de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde die naar hun aard en functie toelaatbaar zijn binnen de bestemming zoals sirenes, abri's, lichtmasten e.d.

4.4.4 Afwijkingsvoorwaarden

De in artikel 4.4.1 tot en met 4.4.3 genoemde omgevingsvergunningen kunnen slechts worden verleend, indien:

  • a. het stedenbouwkundige beeld niet onevenredig wordt geschaad;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet worden beperkt;
  • c. de sociale veiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
  • d. de verkeersveiligheid niet onevenredig wordt aangetast.
4.5 Specifieke gebruiksregels
4.5.1 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt in elk geval gerekend:

  • a. het storten van puin en afvalstoffen, tenzij dit ter realisering en/of handhaving van de bestemming dient;
  • b. opslag van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten bouwmaterialen, werktuigen, machines en onderdelen hiervan, tenzij dit ter realisering en/of handhaving van de bestemming dient;
  • c. opslag van gebruiksklare of onklare voer- en vaartuigen of onderdelen daarvan;
  • d. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
  • e. het gebruik van gronden en bouwwerken voor bewoning.
4.6 Afwijking van de gebruiksregels
4.6.1 Afwijking voor parkeren

Bij omgevingsvergunning kan met inachtneming van de voorwaarden in artikel 4.6.2 worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1.1 onder f en worden toegestaan dat ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein uitgesloten' geparkeerd mag worden.

4.6.2 Afwijkingsvoorwaarden

De in artikel 4.6.1 genoemde omgevingsvergunningen kunnen slechts worden verleend, mits:

  • a. de parkeerplaatsen landschappelijk worden ingepast;
  • b. het stedenbouwkundig beeld niet onevenredig wordt geschaad;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet worden beperkt;
  • d. de sociale veiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
  • e. de verkeersveiligheid niet onevenredig wordt aangetast.