Plan: | Buitengebied De Voorste Stroom |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0855.BSP2008029-e001 |
In het kader van de ruimtelijke kwaliteit en het contrast tussen landelijk en stedelijk gebied is het provinciaal belang gericht op het voorkomen van ongewenste functies in het landelijk gebied. Hierbij wordt gedifferentieerd omgegaan met hergebruiksmogelijkheden op vab's waarbij binnen bebouwingsconcentraties ruimere mogelijkheden voor hergebruik zijn dan buiten bebouwingsconcentraties. Ingevolge de provinciale nota 'Buitengebied in Ontwikkeling' (2004) moet onder bebouwingsconcentratie worden verstaan een kernrandzone, een bebouwingslint of een bebouwingscluster.
Een kernrandzone is een overgangszone tussen de bebouwde kom en het buitengebied, met daarin relatief veel bebouwing op korte afstand van elkaar met een ondergeschikte en/of afnemende agrarische functie. Een bebouwingslint is een lijnvormige verzameling van gebouwen langs een weg in het buitengebied, doorgaans dubbelzijdig aanwezig, met geringe afstanden tussen de bouwkavels, veelal met een historisch gegroeide menging van kleinschalige buitengebied- en niet-buitengebiedfuncties. Een bebouwingscluster, ten slotte, is een vlakvormige verzameling van gebouwen in het buitengebied.
Binnen het plangebied bevinden zich twee bebouwingslinten, die in aanmerking komen voor de kwalificatie 'bebouwingsconcentratie' en als zodanig worden aangewezen. Het gaat hierbij in de eerste plaats om de lintbebouwing langs de Oisterwijksebaan, de Broekstraat en de Zandstraat binnen het deelgebied Moerenburg, dat tevens is aangewezen als stedelijk uitloopgebied in het Reconstructieplan De Meierij. De tweede bebouwingsconcentratie betreft de lintbebouwing langs het ten oosten van de hoogspanningsleiding gelegen deel van de Enschotsebaan binnen het deelgebied Hoogeind-Noord. Aan de oostelijke zijde van de Burgemeester Bechtweg wordt in een separaat bestemmingsplan de bestemming Gemengd Dorps gerealiseerd, gericht op de functies wonen en werken. De voornoemde bebouwingsconcentratie vormt de overgang tussen dit gebied en het hoofdzakelijk agrarische gebied langs het ten westen van de hoogspanningsleiding gelegen deel van de Enschotsebaan.
Binnen de genoemde bebouwingsconcentraties is binnen de provinciale kaders ruimte voor niet-agrarische vervolgfuncties bij beëindiging van de agrarische bedrijfsvoering. Gelet op het streven naar een ruimtelijke kwaliteitsverbetering, kan een functieverandering niet zonder meer worden toegestaan. Algemene voorwaarden zijn:
Het deelgebied Moerenburg is (deels, wat betreft de genoemde lintbebouwing) zowel bebouwingsconcentratie, als stedelijk uitloopgebied. Daarnaast betreft het hier een Landschapspark. In een dergelijk gebied is het aantrekkelijk dat (karakteristieke) boerderijen (hoofdgebouwen en stalgebouwen) worden hergebruikt ten behoeve van toeristisch-recreatieve, sociaal-culturele of educatieve voorzieningen. Uitgangspunt daarbij is dat de landschappelijke en/of karakteristieke waarde(n) van deze bebouwing worden behouden. Hierbij kan worden gedacht aan een woonfunctie in combinatie met:
In het voorliggende bestemmingsplan is in Moerenburg ten aanzien van het voormalige agrarische bedrijf aan Broekstraat 4 invulling gegeven aan het vorenstaande. Kwaliteitsverbetering wordt bereikt door sloop van overtollige bedrijfsgebouwen en het herstel van de aanwezige Vlaamse Schuur in oude luister. Daarnaast is de vestiging van biologische stadsboerderij 't Rooie Bietje voorzien binnen de lintbebouwing langs de Oisterwijksebaan, de Broekstraat en de Zandstraat, te weten tussen Oisterwijksebaan 6 en 8. Deze functie wordt uitermate passend geacht binnen het stedelijke uitloopgebied, midden in de ontvangstzone van Landschapspark Moerenburg.
De lintbebouwing langs het ten oosten van de hoogspanningsleiding gelegen deel van de Enschotsebaan binnen het deelgebied Hoogeind-Noord is, zoals vermeld, eveneens aangewezen als bebouwingsconcentratie. Aan nieuwe functies is ruimte geboden aan Enschotsebaan 20, waar kleinschalige, niet zakelijke dienstverlening mogelijk wordt gemaakt. Hieronder wordt verstaan dienstverlening, vallend onder ten hoogste categorie 2 van de bij dit plan gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten en gericht op het aan personen of dieren verlenen van diensten in de medische, sociale, educatieve, culturele, religieuze of lichaamsverzorgende sfeer en andere vormen van dienstverlening die min of meer een openbaar karakter hebben, zoals (niet limitatief) een huisartsen- of tandartsenpraktijk, een praktijk voor fysiotherapie, een dierenartsenpraktijk, een nagelstudio, een kapsalon en een kinderopvangcentrum. Niet toegestaan zijn in elk geval: