Artikel 26 Leiding - Hoogspanningsverbinding (dubbelbestemming)
26.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Leiding - Hoogspanningsverbinding (dubbelbestemming) aangewezen gronden zijn, naast de voor de aldaar voorkomende onderliggende bestemmingen (basisbestemmingen), tevens bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van een bovengrondse 150KV en 380KV hoogspanningsverbinding, met bijbehorende voorzieningen ten behoeve van het transport van elektriciteit, inclusief een strook grond van:
-
a. 39 m ter weerszijden van de as van de 380 KV - hoogspanningsverbinding;
-
b. 26 m ter weerszijden van de as van de 150 KV - hoogspanningsverbinding.
26.2 Voorrangsbepaling
Waar een basisbestemming, aangegeven op de kaart, samenvalt met een dubbelbestemming geldt primair het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming. De bepalingen met betrekking tot de basisbestemming zijn in dat geval uitsluitend van toepassing voorzover deze niet strijdig zijn met bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming.
26.3 Bouwregels
Voor het bouwen geldt dat:
-
a. in afwijking van hetgeen wordt bepaald door de onderliggende basisbestemming(en), binnen de weergegeven dubbelbestemming ´Leiding - Hoogspanningsverbinding (dubbelbestemming)´ begrepen gronden uitsluitend bouwwerken mogen worden opgericht die zijn bestemd voor de aanleg en instandhouding van de desbetreffende hoofdtransportleiding;
-
b. de maximale bouwhoogte van hoogspanningsmasten niet meer mag bedragen dan 60 m.
26.4 Ontheffing van de bouwregels
26.4.1 Ontheffingsmogelijkheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van de procedureregels in 39.1 en de ontheffingsvoorwaarden in 26.4.2, ontheffing te verlenen van de bouwregels in 26.3 en dusdoende toe te staan dat bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende basisbestemmingen worden gebouwd.
26.4.2 Ontheffingsvoorwaarden
De in artikel 26.4.1 genoemde ontheffing kan slechts worden verleend, mits:
-
a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
-
b. vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder.
26.5 Aanlegvergunning
26.5.1 Verboden
Het is verboden op de voor dubbelbestemming aangewezen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het aanbrengen van diepwortelende en/of hoogopgaande beplanting of bomen, waaronder bijvoorbeeld rietbeplanting;
-
b. het permanent opslaan van goederen waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen;;
-
c. het ophogen en egaliseren, bodemverlaging of afgraven of anderszins wijzigen in maaiveld of weghoogte;
-
d. het in de grond brengen van voorwerpen;
-
e. het aanbrengen van gesloten verhardingen;
-
f. het verrichten van grondroeractiviteiten, bijvoorbeeld het aanbrengen van rioleringen, kabels, leidingen en drainage, anders dan normaal spit- en ploegwerk;
-
g. diepploegen;
-
h. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen;
-
i. het plaatsen van objecten zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair.
26.5.2 Uitzonderingen
Het onder 26.5.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
-
a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan aanlegvergunning verleend is dan wel in uitvoering waren;
-
b. welke betrekking hebben op normale onderhoudswerkzaamheden van geringe omvang, gericht op en noodzakelijk voor het gebruik overeenkomstig de dubbelbestemming of basisbestemming;
-
c. andere werken en/of werkzaamheden noodzakelijk in het kader van het onderhoud of beheer van de aanwezige leiding.
26.5.3 Voorwaarden voor verlenen aanlegvergunning
De onder 26.5.1 vermelde vergunning wordt slechts verleend, indien door de genoemde werken en/of werkzaamheden geen veiligheidsrisico´s ontstaan en de betreffende leiding niet wordt aangetast. Dienaangaande vragen burgemeester en wethouders advies van de betreffende leidingbeheerder.