direct naar inhoud van Artikel 22 Algemene ontheffingsregels
Plan: Buitengebied Landgoederenzone Bredaseweg
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2008026-e001

Artikel 22 Algemene ontheffingsregels

22.1 Ontheffingsbevoegdheid geringe afwijkingen van maten

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van de procedureregels in 24.1, ontheffing te verlenen van de bouwregels, opgenomen in de bestemmingsregels in Hoofdstuk 2, ten behoeve van een afwijking van de in het plan genoemde maten en afmetingen met ten hoogste 10%. Deze ontheffing wordt slechts verleend indien:

  • a. de met behulp van die toepassing toegestane bebouwing geacht kan worden in overeenstemming te zijn met de voor desbetreffende bestemming nagestreefde doeleinden;
  • b. gelet op de omringende bebouwing geen overwegende stedenbouwkundige bezwaren bestaan;
  • c. gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.
  • d. voldaan is aan de volgende voorwaarden:
    • 1. de ontheffingsmogelijkheid mag niet cumulatief worden gebruikt;
    • 2. de ontheffingsmogelijkheid mag niet tot gevolg hebben dat een nieuwe bouwlaag ontstaat.
22.2 Ontheffingsbevoegdheid geringe afwijkingen van grenzen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van de procedureregels in 24.1, ontheffing te verlenen van de bouwregels, opgenomen in de bestemmingsregels in Hoofdstuk 2, ten behoeve van het in geringe mate afwijken van een vastgesteld onderdeel van een grens van een bouwvlak en/of bestemmingsvlak indien bij het definitief ontwerp, bij definitieve uitmeting o.d. blijkt dat enige geringe afwijking in het belang van een bebouwing of inrichting is. Deze ontheffing wordt slechts verleend indien:

  • a. de met behulp van die toepassing toegestane bebouwing geacht kan worden in overeenstemming te zijn met de voor desbetreffende bestemming nagestreefde doeleinden;
  • b. gelet op de omringende bebouwing geen overwegende stedenbouwkundige bezwaren bestaan;
  • c. gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.
22.3 Ontheffingsbevoegdheid overschrijdingen van de toegelaten bouwhoogten

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van de procedureregels in 24.1, ontheffing te verlenen van de in de bouwregels, opgenomen in de bestemmingsregels in Hoofdstuk 2, genoemde maximale bouwhoogten, zulks tot een maximale bouwhoogte van 30 m en slechts voor zover het betreft:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van utiliteitsvoorzieningen;
  • b. vrijstaande schoorstenen, minaretten en soortgelijke bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
22.4 Ontheffingsbevoegdheid parkeer- en stallingsvoorzieningen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van de procedureregels in 24.1, ontheffing te verlenen van de bouwregels, opgenomen in de bestemmingsregels in Hoofdstuk 2, ten behoeve van parkeer- en stallingsvoorzieningen met bijbehorende bovengrondse bouwwerken, zoals in- en uitritten, in- en uitgangen, trappenhuizen, liften, hellingbanen, bewakings- /portiersloges e.d., met dien verstande dat:

  • a. de oppervlakte van de bijbehorende bovengrondse bouwwerken maximaal 30 m2 mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van de bijbehorende bovengrondse bouwwerken maximaal 4,5 m mag bedragen.
22.5 Ontheffing ondergronds bouwen

Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de procedureregels in 24.1, ontheffing verlenen van de regels inzake ondergronds bouwen, opgenomen in Hoofdstuk 2 en in Hoofdstuk 3, ten behoeve van:

  • a. ondergronds bouwen op plaatsen waar dat ten behoeve van de desbetreffende functie of in het geheel niet is toegestaan, zulks tot een maximale verticale diepte van 3,5 m;
  • b. ondergronds bouwen boven het straatpeil.
22.6 Ontheffing bouwen in nabijheid van monumentale en beeldbepalende bomen

Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de procedureregels in 24.1, ontheffing verlenen van het bepaalde in 19.4.1, indien zodanige maatregelen worden getroffen dat het voortbestaan van de betrokken houtopstand / boom wordt gewaarborgd. Als voorwaarde voor deze ontheffing kunnen burgemeester en wethouders een bomeneffectanalyse van een onafhankelijk boomtechnisch adviesbureau eisen. Deze analyse wordt in elk geval vereist indien:

  • a. er sprake is van een monumentale boom;
  • b. er gegronde vermoedens bestaan dat het bouwwerk of de bouwwerkzaamheden het voortbestaan van de betreffende boom of houtopstand/boom in gevaar kunnen brengen.
22.7 Ontheffing bouwwerken van algemeen nut

Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de procedureregels in 24.1, ontheffing verlenen van de bouwregels, opgenomen in de bestemmingsregels in Hoofdstuk 2, ten behoeve van het bouwen van bouwwerken van algemeen nut, met dien verstande dat:

  • a. de bouwhoogte niet meer dan 3,5 m mag bedragen en
  • b. de oppervlakte niet meer dan 50 m² mag bedragen.