direct naar inhoud van 4.3 Cultuurhistorie en archeologie
Plan: Buitengebied De Groene Zoom 2012
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2008025-e001

4.3 Cultuurhistorie en archeologie

Algemeen

Naar aanleiding van de herziening van het beheerbestemmingsplan Buitengebied De Groene Zoom (verder plangebied genoemd) is door Fontys-BILAN in 2008 een cultuurhistorisch en archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd . Dit onderzoek is deel van een reeks onderzoeken die kadert in de globale herziening van de beheersbestemmingsplannen van de gemeente. In de volgende paragraaf wordt volstaan met een globale beschrijving. Voor gedetailleerde informatie wordt verwezen naar het desbetreffende rapport van BILAN.

Historische geografie en ontwikkeling

Het plangebied ligt in het noordoosten van de gemeente Tilburg en bestaat van oudsher grotendeels uit akkergronden. In het westen liggen woeste, deels drassige heidegronden (De Rauwbraken en De Hemeltjens), in het uiterste oosten De Leemputten. Deze twee gebieden werden rond het midden van de negentiende eeuw deels aangeplant met naaldbomen.

Het centrale deel van het plangebied werd ingenomen door akkergronden en de gehuchten Heuveltje, Hoolstraat-Heikant, Berkhoek, De Kraan, Houtsestraat en Brem. In het oosten lag een klein gehucht rond de Kreitenmolen.

Het plangebied wordt doorsneden door een aantal noord-zuid lopende wegen waaronder die van Berkel-Enschot en Oisterwijk naar Udenhout. Andere belangrijke routes liepen vanuit Berkel-Enschot, langs Heuveltje naar het noordwesten richting Waalwijk. Over de exacte ouderdom van deze wegen is niets bekend, hoewel delen van de routes al in de Middeleeuwen werden vermeld. Het feit dat een aantal routes lijkt te zijn bepaald door reliëf en/of water, doet vermoeden dat deze van (zeer) hoge ouderdom zijn. Belangrijk waren ook de oversteekplaatsen over de waterlopen, onder andere ten westen van Heuveltje. Dit zijn vaak (zeer) oude schakels in doorgaande routes.

Ook de ouderdom van de nederzettingen in het plangebied is niet exact bekend. Diverse sporen tonen aan dat onder andere delen van de Berkelse akkers al sinds de ijzertijd zijn bewoond, en zeer waarschijnlijk ook al in de steentijd. Ook zijn er aanwijzingen dat er in de vroege Middeleeuwen (permanente) bewoning aanwezig was. De ontginningen rond Udenhout begonnen vanaf de dertiende eeuw, maar ook hier zijn sporen aangetroffen die duiden op eerdere bewoning. In de Middeleeuwen consolideerden de nederzettingen zich op de huidige locaties.

Tot ver in de twintigste eeuw bleef de indeling van het plangebied nagenoeg ongewijzigd. De belangrijkste 'moderne' ingreep was de aanleg van de spoorlijn van Tilburg naar 's-Hertogenbosch aan het einde van de negentiende eeuw.

Archeologie (bodemarchief)

Het plangebied heeft op de IKAW, afhankelijk van de bodemkundige en geomorfologische gesteldheid, een lage tot hoge verwachting. De lage verwachting geldt voor het westen en oosten van het plangebied waar zich vroeger woeste en/of moerassige gronden bevonden. Een uitzondering vormt de locatie van de voormalige Ridderhof in De Hemeltjens, een geïsoleerde (vroeg-)middeleeuwse ontginning. Het centrale deel van het plangebied, waar zich ook de nederzettingen bevinden, heeft een hoge verwachting die naar het westen overgaat in een middelhoge.

Naast deze bron wordt voor Tilburg gebruik gemaakt van de Archeologische Waarschuwingskaart Tilburg (ARWATI) en het databestand van het Regionaal Archief Tilburg (RAT). Het centrale en oostelijke deel van het plangebied hebben op de Arwati een hoge verwachting. Het gebied ten zuiden van Udenhout (beekdal Roomleij), en het westelijke deel van het plangebied (De Hemeltjens) hebben een basisverwachting. Een klein gebied ten zuiden van Berkhoek, een uitloper van de Berkelse akkers, heeft op de Arwati een zeer hoge verwachting. Ten oosten van de Kreitenmolenstraat, In het uiterste oosten van het plangebied, is de bodem volgens de Arwati verstoord.

Om de verwachting op de IKAW en Arwati nader te kunnen specificeren, is in het uitgevoerde onderzoek vertrokken vanuit de reconstructie van het prestedelijke landschap, die in nauwe relatie staat tot de bewoningsgeschiedenis. Belangrijk onderdeel hierbij is het hanteren van een lagenbenadering. De verschillende landschappelijke lagen zijn reliëf, water, bodem en wegenpatroon. Deze aspecten werden aangevuld met onder andere archeologische waarnemingen, bekende historische bebouwing en toponymisch onderzoek, om een overzicht te krijgen van de historische bewoning en het type landschapsgebruik. De landschapsreconstructie werd gekoppeld aan bekende nederzettingspatronen uit diverse perioden. Op deze manier werd uitspraak gedaan over locaties die gunstig kunnen zijn geweest voor (pre)historische bewoning.

Net als andere stadsdelen van Tilburg voldoet het plangebied aan een groot aantal historisch-landschappelijke criteria dat kansen biedt aan vroege bewoning of deze althans doet vermoeden. Het gaat hierbij om elementen zoals de nabijheid van water, de afwisseling van reliëf (met name het voorkomen van hoger gelegen locaties), de bodemgesteldheid en de voormalige aanwezigheid van oude structuren die een aanduiding kunnen zijn van oude bewoningspatronen.

De archeologische verwachting, zoals aangeduid op de IKAW en ARWATI, is op basis van het uitgevoerde cultuurhistorisch en archeologisch onderzoek nader toegespitst en weergegeven in een verwachtingskaart. Deze verwachting geeft echter een historische situatie weer, waarbij geen rekening is gehouden met moderne en submoderne verstoringen in het plangebied.

In het plangebied is het deel ten oosten van de Kreitenmolenstraat verstoord, evenals het tracé van de spoorlijn Tilburg-'s-Hertogenbosch, hoewel het niet zeker is dat hierdoor de bodem (ernstig) werd verstoord.

Het grootste deel van het plangebied bestaat nog steeds uit weilanden en akkers en zal dan ook weinig tot geen verstoring kennen.

In figuur 1 zijn de verwachtings- en de verstoringskaart samengevoegd tot een kaart, waarin onderscheid wordt gemaakt tussen terreinen met geen tot lage archeologische verwachting, terreinen met middelhoge tot hoge archeologische verwachting en archeologisch waardevolle terreinen (onder andere archeologische monumenten).

In het bestemmingsplan Buitengebied De Groene Zoom liggen echter geen terreinen van bijzondere archeologische trefkans of waarde, waarvoor wordt aanbevolen om deze als primaire bestemming archeologie te geven en waarbij voor wijzigingen aan de bestemming een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden uit te voeren vereist is.

afbeelding "i_NL.IMRO.0855.BSP2008025-e001_0013.png"Figuur. 1: Archeologische verwachtingskaart voor het plangebied Groene Zoom, gebaseerd op Van Dijk 2008. Bron: Gemeente Tilburg.

Richtlijnen en voorwaarden

Archeologie

De resultaten van het archeologisch inventariserend bureauonderzoek met inbegrip van de indicatieve periodenkaart van het plangebied, vormen, in combinatie met de vigerende verwachtingskaart(en) en de bekende archeologische waarnemingen, de basis voor advisering en toetsing betreffende archeologische waarden en eventueel vooronderzoek bij ruimtelijke ontwikkelingen en met name ontheffings- en andere voor archeologie van toepassing zijnde vergunningsprocedures op een bepaalde locatie. Zeker indien het bodemarchief van een bepaald terrein (vermoedelijk) nog niet verstoord is, is nader onderzoek naar eventuele archeologische sporen en vondsten aan de orde (zie Fig. 1).

Gebied met (middel)hoge archeologische verwachting: bij planvorming (c.q. bouwaanvragen) waarbij sprake is van grondverzet geldt, in die locaties die op de waarschuwingskaart een aanduiding hebben van (middel)hoge archeologische verwachting, advies- en/of onderzoeksplicht inzake archeologie. Deze verplichting geldt bovendien op grond van rijks- en provinciaal beleid voor afwijkingsprocedures, bestemmingsplanprocedures en MER-plichtige projecten.

Gebied met lage archeologische verwachting: bij planvorming (c.q. bouwaanvragen) met een oppervlakte van minimaal 5.000 m² waarbij sprake is van grondverzet (minimale diepte , 0,50 m) geldt, in die locatie die op de waarschuwingskaart een aanduiding hebben van lage archeologische verwachting, advies- en/of onderzoeksplicht inzake archeologie. Deze verplichting geldt bovendien op grond van rijks- en provinciaal beleid voor afwijkingsprocedures, bestemmingplanprocedures en MER-plichtige projecten.

Archeologisch waardevol terrein: een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden met als voorwaarde archeologisch vooronderzoek bij planologische ontwikkelingen voor locaties aangeduid op de plankaart als terrein met bestemming archeologie.

Cultuurhistorie

Beschermde monumenten en gebieden (rijks- en gemeentelijke monumenten en beschermde stadsgezichten) vallen onder separate besluitvormingsprocedures, met name de Monumentenwet 1988 en de Monumentenverordening gemeente Tilburg. In geval van wijziging van bestemmingen van percelen waarop deze wet- en regelgeving van toepassing is, zal de cultuurhistorische waarde een afwegingsfactor zijn (zie paragraaf 2.3.1).

De cultuurhistorisch waardevolle objecten en structuren, zoals opgenomen in het MIP (en niet voorzien van een geautoriseerde status (rijks- of gemeentelijk monument)) en die uit de naoorlogse periode (wederopbouw), hebben geen officieel beschermde status. Desondanks dient in eventuele planontwikkeling rekening gehouden te worden met deze elementen, waarbij gestreefd dient te worden naar behoud. Hergebruik verdient de voorkeur boven sloop en vervangende nieuwbouw (zie paragraaf 2.4.1).

Objecten en structuren

Objecten

In het plangebied bevinden zich enkele op grond van de gemeentelijke monumentenverordening beschermde monumenten.

De bebouwing uit de periode 1850 – 1940 is geïnventariseerd in het Monumenten Inventarisatie Project (MIP). Deze bebouwing heeft geen formeel beschermde status maar komt wel voor op de cultuurhistorische waardenkaart van de provincie Noord-Brabant en wordt daar ook als waardevol beschouwd. In het plangebied bevinden zich enkele MIP-panden. Voor de architectuur en stedenbouw uit de periode na de Tweede Wereldoorlog in Tilburg dient onderzoek uit 2005 als basis, maar hierin komen geen objecten voor die zijn gesitueerd in het plangebied.

De volgende waardevolle en/of kenmerkende objecten bevinden zich in het plangebied:

Gemeentelijke monumenten:

  • Brem 1;
  • Heuvelstraat 10;
  • Zeshoevenstraat 1;
  • Haarensebaan 3;
  • Heuvelstraat ongenummerd (kruisbeeld);
  • De Kraan 94.

MIP-panden:

  • Brem ongenummerd (kapel), 6;
  • Haarensebaan 1;
  • Heuvelstraat 2, 4, 8;
  • 't Hoekske 6-6a;
  • De Kraan 45, 90, 92;
  • Udenhoutseweg ongenummerd, 2, 4.

afbeelding "i_NL.IMRO.0855.BSP2008025-e001_0014.png"Fig. 2: Waardevolle en/of kenmerkende objecten in het plangebied West. Bron: Gemeente Tilburg.

Structuren

Uit het BILAN-rapport blijkt dat het plangebied tot ver in de twintigste eeuw doorkruist werd door een aantal wegen en paden, dat mogelijk teruggaat op een zeer oud padenpatroon. Slechts een zeer klein deel van dit netwerk is verloren gegaan en het tracé van de meeste van deze oude wegen en paden is nog herkenbaar in het huidige wegenpatroon:

Van Ginnekenweg – Haarensebaan - Kreitenmolenstraat – Heikantsebaan – Hoolstraat – Berkhoek – Brem – Zeshoevenstraat – Udenhoutseweg – Heuvelstraat – Waalwijkseweg – Waalwijksebaan - 't Hoekske – De Hemeltjens – De Kraan – Riddershofpad – Rauwbrakenweg – Hazenest

 

Volgens de Cultuurhistorische Waardenkaart Noord-Brabant bevinden zich in het gebied de

volgende historisch geografisch waardevolle lijnen met de waardering 'redelijk hoog':

  • Haarensebaan – Kreitenmolenstraat (deel) – Heikantsebaan – Berkhoek – Udenhoutseweg – Heuvelstraat – Waalwijkseweg – 't Hoekske (deel) – De Hemeltjens (deel) – Riddershofpad (deel) – Rauwbrakenweg - spoorlijn Tilburg-'sHertogenbosch – enkele paden in het voormalige gebied Rauwbraken-De Hemeltjens – enkele paden ten oosten van de Kreitenmolenstraat, richting De Leemputten.

Historisch geografisch waardevolle lijnen met de waardering 'hoog' en 'zeer hoog':

  • Molenbaantje – Kreitenmolenstraat (deel) - Hoolstraat – Molenhoefstraat – 't Hoekske (deel) – De Hemeltjens (deel) – De Kraan – Riddershofpad (deel).

Volgens de Cultuurhistorische Waardenkaart Noord-Brabant bevinden zich in het gebied de

volgende waardevolle historische groenstructuren:

  • Bosschage, laanbeplanting Hoolstraat, Molenbaan, Brem, Heikant.
  • Laanbeplanting Waalwijkseweg.
  • Bos Hemeltjens, Hazenest.

Volgens de Cultuurhistorische Waardenkaart Noord-Brabant bevinden zich in het gebied de

volgende waardevolle vlakken met de waardering 'redelijk hoog':

  • Heideontginning en akkers Zwaluwbunders.