direct naar inhoud van 2.2 Ruimtelijke aspecten
Plan: Buitengebied De Groene Zoom 2012
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2008025-e001

2.2 Ruimtelijke aspecten

Ondergrond

Tilburg ligt binnen de Roerdalslenk (vroeger de Centrale Slenk genoemd), een ten opzichte van de omgeving gedaald gebied. Dit is circa 200 miljoen jaar geleden ontstaan als gevolg van breuken in de aardkorst. Gedurende honderdduizenden jaren hebben de Rijn en de Maas hier lagen zand en grind afgezet, met een totale dikte van vele tientallen meters. Bovenop de riviersedimenten ligt een pakket dekzand met een gemiddelde dikte van 5 tot 10 meter. Het bestaat uit fijnkorrelige wind- en beekafzettingen en veen. Globaal neemt de hoogte van het terrein zowel van noord naar zuid als van west naar oost af. Het hoogste punt bevindt zich in de zuidwesthoek van het plangebied naast de spoorlijn (12,9m + NAP), terwijl in het gebied bij de Leemkuilen, in het oostelijk deel van het plangebied, de maaiveldhoogte plaatselijk op 8,9m + NAP ligt. Het microreliëf wordt niet alleen bepaald door de oorspronkelijke beekdalen en fossiele resten van rivierduintjes, maar ook door vroegere menselijke activiteiten zoals het plaatselijk ophogen van akkers en het steken van turf. Het plangebied heeft in grote mate het karakter van het zwakgolvende dekzandlandschap.

De hoger liggende delen van het gebied zijn al vele eeuwen in gebruik als landbouwgrond. In de beekdalen (van de Roomleij en Kolenvenseloop), die vanouds in gebruik zijn als weide, komen beekafzettingen en veen voor.

Samengevat zijn in het plangebied jonge zandontginningen (open), oude zandontginningen (besloten) en beekdalsystemen te vinden.

In het plangebied is een tweetal beken aanwezig, te weten de Roomleij en Kolenvenseloop. Beide beken zijn west-oost gericht en komen uiteindelijk uit in de Zandleij in de gemeente Haaren. Verder liggen er een aantal poelen verspreid in het plangebied. Direct ten oosten van het plangebied liggen de Leemkuilen. Een deel van deze natte natuurparel ligt in het plangebied, evenals de bijbehorende beschermingszone.

De globale stromingsrichting van het ondiepe grondwater in het watersysteem van het gebied de Groene Zoom is zuid-noord gericht. Binnen dit hoofdsysteem zijn deelsystemen aan te wijzen. Deze 'deelwatersystemen' zijn als volgt te beschrijven: Neerslagoverschot zijgt weg in een infiltratiegebied en stroomt deels als ondiep grondwater tot het weer aan de oppervlakte komt in een kwelgebied. In de 'intermediaire gebieden' tussen de inzijg- en kwelgebieden wordt het neerslagoverschot vaak door sloten naar het kwelgebied gevoerd. Met elkaar samenhangende en elkaar beïnvloedende inzijg- en kwelgebieden behoren tot hetzelfde deelwatersysteem. Het plangebied voor het bestemmingsplan Buitengebied De Groene Zoom is bijna geheel een infiltratiegebied.

Landschap

Het landschap van Groene Zoom en omgeving wordt gekenmerkt door een stelsel van hoger gelegen gebieden en lagere gronden met beekdalen. Op de hoger gelegen gronden is vooral akkerbouw te vinden, het lager gelegen gebied is voornamelijk weidegebied. De agrarische gebieden zijn open van karakter en worden sporadisch visueel begrensd door enkele bosgebiedjes en met name laanbeplantingen. Het westelijk deel van het plangebied vormt een onderdeel van het gebied bekend als de Zwaluwenbunders. Het is een gebied dat in de periode 1910-1935 van heide en productiebossen in landbouwgronden is omgezet. Hoe dit gebied er voreger heeft uitgezien is goed terug te zien op historisch kaartmateriaal. Bijzonder zijn de vele drenkpoelen en de restanten van bosopstanden en perceelsrandbegroeiing, welke deels in het plangebied zijn gelegen. Bebouwing komt verspreid in het gebied voor. Een aantal van de ontsluitingswegen is niet verhard en zijn nu zandwegen. Aan de noordzijde is een akkercomplex bij Udenhout aanwezig. Aan de westelijke zijde is nog een klein relict van de bosaanplant ten behoeve van de Nieuwe Warande (1800-1900) aanwezig. In het midden van het plangebied is het karakteristieke buurtschap Heuveltje gelegen.

Natuur en ecologie

Binnen het plangebied is geen sprake van een kenmerkende flora en vegetatie en fauna. De aanwezige natuurwaarden worden bepaald door de combinatie van bodem, waterhuishouding, landschap en (agrarisch) grondgebruik. Ook spelen de ligging in (boven)regionaal verband, het klimaat en de ouderdom van de ecosystemen een belangrijke rol.

Een klein deel van het bestemmingsplangebied bestaat uit bos-/natuurgebied. Het betreft een klein relict van de bosaanplant ten behoeve van de Nieuwe Warande (1800-1900). De bosjes bestaan uit een afwisseling van loof- en naaldhout. Aan de westzijde nabij de bestaande bosgebiedjes ligt een aantal ecologische verbindingszones met een breedte van 25 m. Deze verbinden de eerder genoemde bosgeboedjes met elkaar en dienen in het plan opgenomen te worden.

In het plangebied komen bijna geen waardevolle vegetaties voor. De open gebieden tussen de buurtschappen Heuveltje, Brem en Heikant zijn vogelkundig waardevol. Er zijn ondermeer broedplaatsen van de Rode Lijst soort grasmus aanwezig. Het plangebied biedt minder mogelijkheden voor zoogdieren. Ten behoeve van de realisatie van de EHS is aan de westzijde van het plangebied en aan de oostzijde ter plaatse van en nabij de voormalige steenfabriek een aantal agrarische gronden heringericht en wordt beheerd als natuurgebied (bloemrijke graslanden en enkele poelen).