Artikel 22 Algemene bouwregels
22.1 Ondergrondse bouwwerken
Indien op grond van de regels in Hoofdstuk 2 ondergronds mag worden gebouwd, dienen deze te bouwen ondergrondse bouwwerken te worden gebouwd onder het maaiveld en aan de straatzijde onder het straatpeil.
22.2 Verhouding basis- en dubbelbestemmingen
Waar een basisbestemming samenvalt met een dubbelbestemming, geldt primair het bepaalde ingevolge de dubbelbestemming. De regels met betrekking tot de basisbestemming zijn in dat geval uitsluitend van toepassing voor zover deze niet strijdig zijn met bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming.
22.3 Monumenten
-
a. op panden en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en/of gronden met de specifieke bouwaanduiding gemeentelijk monument (sba-gm) is de gemeentelijke Monumentenverordening van toepassing.
-
b. op panden en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en/of gronden met de specifieke bouwaanduiding rijksmonument (sba-rm) is de Monumentenwet 1988 van toepassing.
22.4 Bouwen in nabijheid van monumentale en beeldbepalende bomen
22.4.1 Bebouwingsafstand
De afstand van enig bouwwerk tot het hart van een 'monumentale boom' of een 'beeldbepalende boom', zoals deze zijn weergegeven in de bijgevoegde Boomwaardezoneringskaart, gemeten op een hoogte van 1.30 m vanaf het maaiveld niet minder bedragen dan:
-
a. 15 m, indien sprake is van een monumentale boom;
-
b. 8 m, indien sprake is van een beeldbepalende boom.
22.4.2 Toegestane bebouwing
Het in bepaalde in 22.4.1 is niet van toepassing indien:
-
a. binnen de genoemde afstand van 15 of 8 m reeds bebouwing voorkomt en na sloop van deze bestaande bebouwing nieuwe bebouwing wordt opgericht met een zelfde afstand tot de boom en een zelfde goot- en bouwhoogte, mits daarbij zodanige maatregelen te worden getroffen, dat de betrokken houtopstand / boom niet wordt geschaad;
-
b. een kapvergunning is verleend;
-
c. de boom om andere, van overmacht getuigende redenen reeds eerder is geveld, dan wel door een calamiteit teniet is gegaan.
22.5 Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening
De regels van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
-
a. de bereikbaarheid van de gebouwen voor wegverkeer;
-
b. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
-
c. de parkeergelegenheid en de laad- en losmogelijkheden.