direct naar inhoud van Artikel 11 Recreatie
Plan: Buitengebied Zuidwest
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2008024-e001

Artikel 11 Recreatie

11.1 Bestemmingsomschrijving
11.1.1 Functie

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. recreatieve voorzieningen;
  • b. bijbehorende en ondergeschikte kantines en restauratieve voorzieningen, voor zover de gronden niet door middel van een functie-aanduiding mede zijn bestemd voor volkstuinen of een modelvliegbaan;
  • c. bijbehorende en ondergeschikte verharde en onverharde paden, wegen en parkeervoorzieningen;
  • d. bijbehorende en ondergeschikte natuur, bossen en groenvoorzieningen;
  • e. bijbehorende en ondergeschikte groenvoorzieningen;
  • f. bijbehorende en ondergeschikte speelvoorzieningen;
  • g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • h. bijbehorende en ondergeschikte objecten voor beeldende kunst;
  • i. bouwwerken van algemeen nut.
11.1.2 Functie-aanduidingen

Ter plaatse van de aanduidingen:

  • a. 'volkstuin';
  • b. 'parkeerterrein';
  • c. 'modelvliegtuigbaan';
  • d. 'golfbaan';
  • e. 'bedrijfswoning';

zijn de voor 'Recreatie' aangewezen gronden tevens bestemd voor behoud, herstel en ontwikkeling van de desbetreffende waarden en/of functies.

11.2 Bouwregels
11.2.1 Algemeen

Voor het bouwen gelden in het algemeen de volgende regels:

  • a. bestaande bebouwing, welke krachtens een bouwvergunning is opgericht en in overeenstemming is met de bestemming volgens dit plan, maar afwijkend van één of meer bebouwingsregels, wordt geacht aan het plan te voldoen. Hieronder wordt tevens vergunde bebouwing verstaan, die nog moet worden opgericht.
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' mag niet worden gebouwd.
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-onbebouwd' mogen geen bouwwerken worden gebouwd.
11.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd, tenzij in deze regels anders is bepaald. Indien geen bouwvlak is aangegeven, geldt het bestemmingsvlak als zodanig.
  • b. indien tussen bestemmingsvlakken de figuuraanduiding 'relatie' is aangegeven, worden deze bestemmingsvlakken aangemerkt als één bestemmingsvlak.
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 m, tenzij door middel van een maatvoeringsaanduiding een ander maximum is aangegeven.
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m, tenzij door middel van een maatvoeringsaanduiding een ander maximum is aangegeven.
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' mag, indien op de kaart binnen het bestemmingsvlak een bouwvlak is aangegeven, binnen het bouwvlak uitsluitend één gebouw ten behoeve van gemeenschappelijke voorzieningen (verenigingsdoeleinden en/of berging van tuingereedschappen) worden gebouwd, waarbij geldt dat:
    • 1. de goothoogte ten hoogste 3,5 m en de bouwhoogte ten hoogste 5 m mag bedragen;
    • 2. de dakhelling ten hoogste 45 graden mag bedragen;
    • 3. de oppervlakte niet meer dan 250 m² mag bedragen, tenzij door middel van een maatvoeringsaanduiding een ander maximum is aangegeven.
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' mag buiten het bouwvlak (of indien geen bouwvlak is aangegeven: binnen het gehele bestemmingsvlak) op elke kavel met een oppervlakte van ten minste 125 m² uitsluitend een plantenkas of berging van tuingereedschap worden gebouwd, waarbij geldt dat:
    • 1. de bouwhoogte van de gebouwen niet meer dan 3 m mag bedragen en
    • 2. de oppervlakte van een plantenkas niet meer dan 15 m² mag bedragen en
    • 3. de oppervlakte van een berging niet meer dan 6 m² mag bedragen.
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' mogen buiten het bouwvlak (of indien geen bouwvlak is aangegeven: binnen het gehele bestemmingsvlak) op kavels met een oppervlakte kleiner dan 125 m² geen gebouwen worden gebouwd.
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'modelvliegtuigbaan' mogen gebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd, waarbij geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.
11.2.3 Gebouwen bij golfbaan

Voor het bouwen van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'golfbaan' gelden de volgende regels:

  • a. het clubgebouw, de lockerruimte en karrenloods bij het clubgebouw, de afslaghal op de drivingrange (inclusief lockerruimte en karrenloods), de kantoor- en opslagruimten dienen binnen de aangegeven bouwvlakken te worden gebouwd, waarbij voor zover van toepassing de aangegeven maatvoeringsaanduidingen in acht dienen te worden genomen.
  • b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' mag een bedrijfswoning worden gebouwd, waarbij geldt dat:
    de woningen binnen de aangegeven bouwvlakken dienen te worden gebouwd en
    • 1. de goothoogte niet meer mag bedragen dan 5 m en
    • 2. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 9 m en
    • 3. de oppervlakte van de woning ten zuiden van de Gilzerbaan, inclusief bijbehorende administratieve ruimten, opslag- en stallingruimten en overige ruimten niet meer mag bedragen dan 800 m² en
    • 4. de oppervlakte van de woning ten noorden van de Gilzerbaan niet meer mag bedragen dan 200 m², de oppervlakte van de naastgelegen opslagruimte niet meer mag bedragen dan 600 m² en de oppervlakte van de naastgelegen loods niet meer mag bedragen dan 1.000 m2.
  • c. buiten de bouwvlakken mogen, onverminderd het bepaalde in 11.2.4 en 11.2.5 , worden gebouwd:
    • 1. schuilhutten met een maximale oppervlakte van 9 m2 (maximaal 7 stuks op de zuidelijk golfbaan en 3 op de noordelijke baan);
    • 2. caddymasterhuisjes met een maximum oppervlakte van 12 m2 (2 stuks op de zuidelijke golfbaan en 1 op de noordelijke baan);
    • 3. toiletruimten met een maximale oppervlakte van 10 m2 en daarbij behorende verzorgingshuisjes, eveneens met een maximale oppervlakte van 10 m2 (1 toiletruimte annex verzorgingshuisje op de noordelijke baan en 1 op de zuidelijke baan);
    • 4. 2 beregeningshuisjes op de noordelijke golfbaan, te weten 1 met een maximale oppervlakte van 10 m2 en 1 met een maximale oppervlakte van 6 m2;
    • 5. maximaal 10 bruggen over de op de golfbaan aanwezige vijvers;
    • 6. een bestaand stenen gebouwtje (1 bouwlaag) nabij de Oude Leij met een maximale oppervlakte van 27 m2 (perceel E 1363);
    • 7. een carrousel die dienst doet als overdekte trolleyparking op de zuidelijke golfbaan, met een maximale oppervlakte van 25 m2.
11.2.4 Bouwwerken van algemeen nut

Voor het bouwen van bouwwerken van algemeen nut gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken van algemeen nut mogen binnen het gehele bestemmingsvlak worden opgericht.
  • b. de maximale bouwhoogte van bouwwerken van algemeen nut bedraagt 3,5 m.
  • c. de maximale oppervlakte van bouwwerken van algemeen nut bedraagt 50 m².
11.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen of dagrecreatieve voorzieningen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht ten behoeve van de op grond van 11.1.1 en 11.1.2 toegelaten functies.
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte vóór de voorgevelrooilijn niet meer mag bedragen dan 1 m.
  • c. binnen een afstand van 50 meter van de Gilzerbaan mogen ter plaatse van de aanduiding 'golfbaan' ballenvangers worden gebouwd met een hoogte van maximaal 15 m.
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m, tenzij door middel van een maatvoeringsaanduiding een ander maximum is aangegeven.
  • e. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie-rijbak' mogen rijbakken voor paarden worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte van de desbetreffende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag bedragen dan 2 m, met uitzondering van lichtmasten, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 8 m, en
    • 2. de inwendige oppervlakte van een rijbak niet meer mag bedragen dan 800 m2 en de buitenwerkse oppervlakte niet meer mag bedragen dan 875 m².
11.2.6 Ondergronds bouwen

Op de gronden binnen deze bestemming mag ondergronds worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. op plaatsen waar hoofd- en bijgebouwen zijn of gelijktijdig worden gebouwd, eveneens ondergronds mag worden gebouwd, en daarnaast direct aansluitend in- en uitritten ten behoeve van de ondergrondse bouwwerken mogen worden gebouwd en
  • b. de verticale diepte niet meer mag bedragen dan 3,5 m.
11.3 Ontheffing van de bouwregels
11.3.1 Ontheffingsmogelijkheden

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van de procedureregels in 27.1, ontheffing te verlenen van:

  • a. het bepaalde in 11.2.1 voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte vóór de voorgevelrooilijn niet meer mag bedragen dan 1 m.
    • 2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag bedragen dan 4 m.
  • b. het bepaalde in 11.2.2, voor zover het gronden betreft met de aanduiding 'volkstuin' en op de kaart binnen het bestemmingsvlak geen bouwvlak is aangegeven, voor het bouwen van één gebouw ten behoeve van gemeenschappelijke voorzieningen (verenigingsdoeleinden en/of berging van tuingereedschappen), waarbij geldt dat:
    • 1. de goothoogte ten hoogste 3,5 m en de bouwhoogte ten hoogste 5 m mag bedragen;
    • 2. de dakhelling ten hoogste 45 graden mag bedragen;
    • 3. de oppervlakte niet meer dan 50 m² mag bedragen;
  • c. het bepaalde in 11.2.5 ten aanzien van de maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zulks tot een maximale bouwhoogte van 6 m, mits:
    • 1. de ontheffing noodzakelijk is voor het functioneren van de golfbanen en
    • 2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en natuurwaarde van het (omliggende) gebied.
11.4 Specifieke gebruiksregels
11.4.1 Strijdig gebruik

Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in elk geval begrepen:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor
    • 1. de uitoefening van enige tak van handel (inclusief detailhandel, doch uitgezonderd ondergeschikte detailhandel in het clubgebouw bij de golfbanen, voor zover hiervoor hoogstens 100 m2 wordt aangewend);
    • 2. nijverheid;
    • 3. dienstverlening;
    • 4. de uitoefening van een ambachtelijk, industrieel of agrarisch bedrijf;
    • 5. zelfstandige kantoren of zelfstandige kantoorruimten;
    • 6. zelfstandige horecadoeleinden;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken voor nachtverblijf en/of permanente bewoning, uitgezonderd toegelaten bedrijfswoningen;
  • c. het gebruik van gronden, gelegen binnen het gebied met de gebiedsaanduidingen 'contour modelvliegbaan', voor intensief golfgebruik (greens, tees);
  • d. het storten van puin en afvalstoffen, anders dan ter realisering en/of handhaving van de bestemming;
  • e. het opgeslagen hebben en/of houden van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten bouwmaterialen, werktuigen, machines en onderdelen hiervan, anders dan ter realisering en/of handhaving van de bestemming;
  • f. het opgeslagen hebben en/of houden van gebruiksklare of onklare voer- en vaartuigen of onderdelen daarvan, anders dan ter realisering en/of handhaving van de bestemming.
11.4.2 Gebruik overeenkomstig de bestemming

Incidenteel - op grond van een daartoe verleende evenementenvergunning of geaccepteerde melding aangaande een evenement - van de bestemming afwijkend gebruik t.b.v. zomeractiviteiten, spelen, theater, festival e.d. is toegestaan. Ten aanzien van de golfbanen geldt specifiek dat ten hoogste 2x per jaar evenementengerelateerd gebruik van gronden is toegestaan en tenten of daarmee te vergelijken constructies mogen worden geplaatst ten behoeve van tijdelijke golfevenementen (bijvoorbeeld toernooien), met dien verstande dat:

  • a. een afstand van 100 m van de Gilzerbaan in acht moet worden genomen en
  • b. het per gebeurtenis moet gaan om een aaneengesloten periode van maximaal 2 weken en
  • c. van elke gebeurtenis minimaal een maand van tevoren melding moet worden gemaakt bij het college van burgemeester en wethouders en
  • d. het college van burgemeester en wethouders ontheffing kan verlenen ten behoeve van frequenter evenementengerelateerd gebruik van de gronden, inclusief het plaatsen van tenten e.d., zulks voor maximaal 3 extra gebeurtenissen per jaar.