Plan: | Binnenstad 2010 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0855.BSP2008021-e001 |
Leefbaarheid en bereikbaarheid staan voorop in het Tilburgs Verkeers- en Vervoersplan (TVVP). Om zich verder te kunnen ontwikkelen moet de stad goed bereikbaar zijn per auto, fiets en openbaar vervoer. De planhorizon van het TVVP is 2015. De kern van de visie is dat de gemeente Tilburg als volgt wil omgaan met de mobiliteit:
Algemeen
Autoverkeer
Parkeren
Goederenvervoer
Mobiliteitsmanagement
Ten aanzien van het plangebied is het vorenstaande als volgt uitgewerkt:
- Verkeer en vervoer
Als onderdeel van het "Masterplan Binnenstad Totaal" is de bouwsteen "Bereikbaarheid Binnenstad" opgesteld waarin maatregelen zijn opgenomen ter verbetering van de bereikbaarheid van het centrum van de stad. Een belangrijk onderdeel hiervan is de realisering van een gesloten ring rondom het centrum met éénrichtingsverkeer met de klok mee. De volgende wegen maken deel uit van deze ring: Spoorlaan, Heuvelring, Paleisring, Stadhuisplein, Schouwburgring en Noordhoekring. De ring met eenrichtingsverkeer is nodig om de bereikbaarheid van het centrum ook in de toekomst te kunnen garanderen. De Spoorlaan aan de oostzijde en de Hart van Brabantlaan aan de westzijde vormen de twee belangrijkste inprikkers van de ringbanen naar de cityring.
Door de ruimtewinst ten gevolge van de herinrichting is meer ruimte ontstaan voor groen en voor fiets- en voetgangersvoorziengen.
De bussen maken samen met het autoverkeer het rondje rechtsom. Alleen op het wegvak tussen het busstation en de Noordhoekring zullen de bussen in twee richtingen kunnen blijven rijden. De bushalten komen daardoor aan de binnenzijde van de ring, zodat de meeste busreizigers de cityring niet hoeven over te steken. Op de Heuvelring en de Paleisring zijn twee belangrijke "top-halten" aangelegd. Daarnaast zijn er op de Spoorlaan en de Noordhoekring nog twee bushaltes ingepast.
De cityring wordt voorzien van vrijliggende fietspaden met "sternetkwaliteit".
Op de cityring bedraagt de maximum snelheid 50 km./uur. Alle binnen de cityring gelegen straten worden ingericht als 30 km/uurstraat.
In verband met het eenrichtingsverkeer op de cityring waren in de binnenstad en de omliggende woonwijken enkele circulatiemaatregelen nodig. Zo werd (of wordt) op enkele wegen eenrichtingsverkeer ingesteld en werd in een enkel geval het aanwezige eenrichtingsverkeer omgedraaid.
De werkzaamheden aan de cityring zijn gestart in 2004. In december 2010 zullen de werkzaamheden aan de Noordhoekring worden afgerond. De werkzaamheden aan de Spoorlaan zullen pas worden gestart als de Noordlaan is aangelegd.
Voor het kernwinkelgebied is een geslotenverklaring van toepassing van 11.00 - 06.00 uur. Voor een belangrijk deel van de binnenstad is tevens een maximum lengtebeperking voor voertuigen van 11.00 m. ingesteld en/of een asdruk van meer dan 8 ton
- Nota parkeerregulering Binnenstad en omgeving
In de ´Nota parkeerregulering binnenstad e.o. Tilburg´ en in nieuwe ´Beleidsregels parkeervergunningen 2007´is vastgelegd hoe de schaars beschikbare parkeerplaatsen op straat en garages worden ingezet.
In Tilburg neemt, net als elders in Nederland, de vraag naar parkeermogelijkheden in de binnenstad voortdurend toe. De belangrijkste oorzaak is het groeiende autobezit en -gebruik. Aan de andere kant verdwijnen er in de Tilburgse binnenstad steeds meer parkeerplaatsen, door herinrichting van woonstraten en bebouwing van nu nog braakliggende terreinen. Wel zijn er nieuwe parkeervoorzieningen bijgekomen, met name in de nieuwe Pieter Vreedepleingarage.
Deze ontwikkelingen zijn aanleiding geweest om de inzet van de aanwezige parkeergelegenheid opnieuw te bekijken en daarvoor nieuwe uitgangspunten vast te stellen. Dit betreft dan zowel de plaatsen in de parkeergarages, als de betaalde plaatsen in de openlucht en de plaatsen voor vergunninghouders.
In de "Nota parkeerregulering Binnenstad en omgeving" staat dat het parkeren door bezoekers van de binnenstad vooral in garages moet gaan plaatsvinden, waardoor er op straat meer plaats beschikbaar komt voor auto´s van de binnenstadsbewoners zélf. De maximale parkeerduur op plaatsen bij automaten in de buurt van de garages is daarom teruggebracht tot één uur.
Deze keuzes, die op 1 april 2010 zijn geëffectueerd, leiden ertoe dat de aanwezige parkeergelegenheid op straat meer voor vergunninghouders kan worden ingezet. In het gebied binnen de Cityring worden nagenoeg alleen vergunningen verstrekt aan de bewoners. De vraag naar bewonersvergunningen is hier zo groot dat de ruimte ontbreekt om ook nog zakelijke vergunningen te verstrekken, enkele bijzondere gevallen uitgezonderd. Dit leidt ertoe dat ondernemers en hun personeel in dit gebied zijn aangewezen op abonnement in één van de parkeergarages m.n. de Tivoligarage, de Koningspleingarage of de garage Louis Bouwmeesterplein. Met de ingebruikname van de nieuwe Pieter Vreedepleingarage (2008) is in de andere garages meer ruimte ontstaan om extra bezoekers en langparkeerders (o.a. abonnementhouders) een plek te kunnen beiden.
- Regels met betrekking tot parkeervergunningen
Alle aanpassingen in de regels rond het aanvragen en verlenen van vergunningen zijn te vinden in de 'Beleidsregels parkeervergunningen 2007'. Deze beleidsregels gaan overigens niet alleen over de gebruikelijke bewoners- en zakelijke vergunningen, maar ook over andere soorten vergunningen, zoals de bezoekersvergunningen en hulpverlenersvergunningen.
Door de toegenomen krapte aan parkeerplaatsen zijn deze regels met de wijzigingen in 2007 strenger geworden. Zo krijgen aanvragers die al beschikken over eigen parkeergelegenheid, minder snel een vergunning.
De provincie Noord Brabant is opdrachtgever van het openbaar vervoer in Tilburg. De lijnvoering en de inrichting van de belangrijkste haltes zijn gebaseerd op het Tilburgs Openbaar vervoer Plan (TOP) uit 2000. De aansturing door de provincie gebeurt op basis van de provinciale OV-Visie: OV in Brabant: Snel - Schoon - Sociaal. Over de dagelijkse uitvoering van het openbaar vervoer zijn door de provincie vastgelegd in de concessie met vervoerder Veolia, die loopt tot 2013. Jaarlijks worden de plannen voor wijziging van het openbaar vervoer vastgelegd in een exploitatieplan.
In 2010 wordt nieuw openbaar vervoerbeleid vastgelegd in een regionale OV-visie Midden Brabant.
Tilburg vindt fietsen belangrijk, want fietsen is goedkoop, snel en gezond. De stad geeft om haar luchtkwaliteit en mogelijkheden voor mobiliteit van haar inwoners. De gemeente ondersteunt dit met het fietsplan 2005 - 2015. Hierin staat omschreven hoe Tilburg steeds betere voorzieningen ontwikkelt om comfort en veiligheid voor fietsers te vergroten. Dit moet leiden tot een breder en intensiever fietsgebruik in de stad.
Op 10 april 2006 heeft de Tilburgse gemeenteraad het fietsplan ´Tilburg Fietst, Fietsplan Tilburg 2005 - 2015´ vastgesteld. De doelstelling van het fietsplan is om het fietsgebruik (nu 34% op verplaatsingen tot 7,5 km) de komende 4 jaar met 1% per jaar te laten groeien. De gemeente wil dit bereiken door onder meer in te zetten op:
Daarnaast is er in de intensivering van het fietsplan (vastgesteld op 10 oktober 2006) besloten dat de kwaliteit op alle fietsroutes verder verbeterd moet worden, het Sternet in 2015 voltooid moet zijn en er meer maatregelen voor de specifieke doelgroepen moeten worden genomen. Tot slot is hierin ook besloten in te zetten op een uitgebreide communicatie. In het fietsplan is een uitgebreid uitvoeringsprogramma opgenomen. Het belangrijkste onderscheid dat gemaakt kan worden, is als volgt:
Infrastructureel: Het sternet wordt voor 2015 voltooid, ook kleinere fietspaden worden in asfalt aangelegd, het Sternet krijgt een sterk verbeterde verlichting, er wordt op grootschalige wijze onderhoud aan het sternet en de kleinere fietspaden uitgevoerd.
Beheer en onderhoud: Niet alleen wil de gemeente op alle Sternetroutes en fietspaden onderhoud plegen, ook wil de gemeente een grote kwaliteitsslag uitvoeren tijdens dit onderhoud.
Stallingsvoorzieningen: Er wordt een separaat stallingenplan opgesteld waarin voor alle knelpunten naar een oplossing wordt gezocht en waaraan een uitvoeringsprogramma komt te hangen.
Doelgroepenbenadering: Per doelgroep wordt bekeken welke middelen worden ingezet en wordt een uitgebreide campagne opgezet.
Communicatie: De centrale doelstelling van de communicatie is (meer) mensen vaker op de fiets krijgen en de bestaande fietsers behouden. Hier worden dan ook specifieke acties op ingezet die ook samenhangen met de uitvoeringsmaatregelen.