Plan: | Udenhout 2008 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0855.BSP2008018-e001 |
Udenhout kenmerkt zich als een groen dorp. Dit geldt zowel voor de hoofdstructuur, als voor de buurten als voor de omringende bossen en het omringende platteland. De (historische) groenstructuur van de hoofdstraten wordt gedetailleerd geanalyseerd en vastgelegd in het Beschermd Dorpsgezicht Udenhout; het bestemmingsplan in ontwikkeling voor het centrum.
De groenstructuur van de buurten wordt in de hierna volgende paragraaf toegelicht. Voor de buurten heeft de groenstructuur natuurlijk, naast de visuele waarde, ook een belangrijke functie voor het spel van kinderen.
De groenstructuur van het omringende buitengebied is vastgelegd in de desbetreffende bestemmingsplannen voor buitengebied.
Zeshoeven wordt gekenmerkt door een orthogonaal stratenpatroon en relatief weinig openbare ruimtes van formaat. De straten zijn meestal voorzien van boombeplanting. In de verschillende deelbuurten zijn wel aanvullende groene plekken aanwezig die karakteristiek zijn voor de deelbuurt. Het Tongerloplein vervult een aanvullende centrumfunctie.
Het gebied rondom Sportzaal de Schelf, het Kloosterpad en de Koestraat in relatie tot het Tongerloplein heeft een samenhangend karakter met centrumfuncties met een hoogwaardig inrichtingsniveau. Het gebied heeft een belangrijke functie voor heel Udenhout. De van Heeswijkstraat is een met bomen beplante straat. Aan deze straat grenzen de centrumfuncties. De straat heeft hierdoor tevens een hoogwaardig inrichtingsniveau.
Kenmerkend is de doorlopende lanenstructuur van de Zeshoevenstraat en de straten die opgespannen zijn tussen de Slimstraat en de Zeshoevenstraat. Er is slechts op één plek in deze buurt een groene ruimte aanwezig. Als speelruimte is deze plek derhalve van groot belang. De straten in Zeshoeven-West zijn relatief 'in zichzelf gekeerd', met uitzondering van de Tuinstraat. De Tuinstraat heeft een zekere mate van allure en onderscheidt zich door zijn inrichting in de reeks parallel lopende straten wat de herkenbaarheid vergroot. Ook het groen in de Tuinstraat onderscheidt deze straat van de overige straten. Het drietal groenplekken ter hoogte van de terugliggende bouwblokjes aan de Hoevenstraat heeft een vergelijkbare werking. Een eenvoudige inrichting volstaat. De enige grote groenplek is hier te vinden ter hoogte van de Hoevenstraat . Deze plek fungeert tevens als speelplek voor kinderen uit de buurt.
In deze woonbuurt zijn vijf achter elkaar liggende groenstroken met hierin de inritten naar de woningen de enige structurele voorkomende openbare groenelementen. In contrast met de gevarieerde inrichting van de particuliere tuinen, mogen deze stroken eenvoudig bestaan uit gazon, heesters en bomen. Dit geldt ook voor de groene plek aan de Sportlaan.
Achthoeven is vrij ruim opgezet. Het overgrote deel van de oppervlakte aan openbaar groen bevindt zich in groenstroken in de straatprofielen zelf. Bij de inrichting van de vele groenplekken in de buurt dient een duidelijk onderscheid te worden gemaakt in de groenstroken in de straatprofielen en die van de grotere groenplekken. Er wordt gestreefd naar eenvoud en ruimte in het beeld van de straatprofielen en op de grotere groenplekken wordt een inrichting gekozen die de speelfunctie ondersteunt.
De Besterd wordt gekenmerkt door een compacte verkaveling. Door plaatselijk het straatprofiel te verbreden zijn groene ruimtes ontstaan die klein en verknipt zijn door ontsluitingswegen en voetpaden. Kenmerkend is dat op elke groenplek bomen en een speelfunctie (toestellen) aanwezig zijn.
De Kuil heeft een introvert karakter; een dichtbebouwde buurt met relatief weinig groen. De buurt komt hierdoor relatief stenig over. De buurt heeft geen duidelijke structuur en geen doorgaande lijnen. Doordat de ondergrond van de Kuil relatief 'nat' is, is er in de buurt veel groen te vinden die is bestand tegen een vochtige standplaats.
Er liggen vier groene ruimtes van formaat in De Kuil (waarvan twee speelplekken), omgeven door op de ruimte georiënteerde woonbebouwing. De inrichting bevat doorgaans een scala aan elementen: diverse kleine heestervakken, hagen, gazon, speelvoorzieningen en diverse soorten boombeplanting. De plekken hebben geen bijzonder karakter.
Voor de buurtentrees (vanaf de Slimstraat) wordt gestreefd naar een benadrukking van het groen. De entree via de straat Marjolein vormt hier een positieve uitzondering op.
Het zicht op/ en de verbinding met het buitengebied is beperkt. Gestreefd wordt de verbinding met het omliggende landschap te versterken. De recreatieve betekenis van het fietspad door Het Kuilpad (westzijde de Kuil) met knotwilgen is belangrijk. Vanuit de buurt zijn drie doorsteken naar het fietspad, waardoor een relatie met het omringende landschap aanwezig is.
In de Mortel ligt als centraal element een groenstrook tussen het park Ter Roomleij en de weg de Mortel. Dit centrale element vormt een belangrijke relatie tussen de Roomleij en het buitengebied. Ten oosten van park ter Roomleij ligt de groenstrook bij het Verzonken Kasteel. Deze strook heeft met name een speelfunctie.
De Udenhoutseweg vormt de oude verbindingsweg met Berkel en Enschot. De weg is voorzien van boombeplanting en heeft een landelijk karakter. Langs deze weg wordt gestreefd naar continuïteit in de laanbeplanting in bermen van ruw gras.
De Berkelseweg heeft een opvallend ander karakter dan de overige straten. Voortuinen en straatbomen ontbreken veelal of zijn op verschillende manieren verhard, waardoor de weg een stenig karakter heeft. Dit dient gehandhaafd te blijven.
De route over het Kuilpad tussen de Kuil en de Schoorstraat vormt een recreatieve rand van de buurt de Kuil. Een meer landschappelijke inrichting en beheer vormt een fraaie aanvulling op de meer stedelijk ingerichte plekken in de buurt zelf.
Het belangrijkste beeldbepalende element voor de groenstructuur van Udenhout is het met bomen beplante wegenkruis. Het streven is om aan de oost- en noordrand van Udenhout de relaties met het omringende landschap te benadrukken.
Het kruispunt Schoorstraat/Slimstraat/Groenstraat/Kreitenmolenstraat vormt een representatieve ruimte vanwege zijn historische uitstraling met het gemeentehuis, de RK-kerk en monumentale bomen. Opvallend nabij het kruispunt is dat de particuliere voortuinen veelal verdwenen zijn ten gunste van een inrichting die een meer openbaar karakter heeft. Karakteristiek voor de noord-west hoek van het wegenkruis is dat voornamelijk langs de randen van de hoofdwegen is gebouwd (boshoeve verkaveling/landschap). De kavels lopen ver door naar onbebouwde achtererven en grenzen aan bos- en natuurgebied. Het terrein van Vincentius heeft een duidelijke relatie met het landschap. Gestreefd wordt naar een gedetailleerd openbare ruimte van het wegenkruis met goede ordening van het parkeren in de vorm van goede langsparkeervoorzieningen.
De beek de Roomleij ontspringt in Tilburg-Noord en sluit aan op een ecologische verbindingszone tussen de Leemkuilen en het natuurgebied de Brand. Het park Ter Roomleij is ingericht als een natuurlijke parkzone waarin de beek de Roomleij een meanderende loop heeft gekregen. Belangrijk onder deel in het park zijn de oevers die door de overgang van nat naar droog een afwisselend en soortrijk beplantingsbeeld oplevert. Aan de Kreitenmolenstraat is de hoofdentree met dierenweide en een ontmoetingsplek gesitueerd. Stroomafwaarts krijgt het park een steeds extensiever karakter. Een ruim doorzicht vanuit de buurt op het park vergroot de betekenis voor de buurt.
Het spoor vormt een belangrijke ecologische verbinding.
Natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden op het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie. Dit netwerk vormt de hoeksteen van het beleid van de EU voor behoud en herstel van biodiversiteit. Natura 2000 is niet enkel ter bescherming van gebieden (habitats), maar draagt ook bij aan soortenbescherming. Het netwerk omvat alle gebieden die zijn beschermd op grond van de Vogelrichtlijn (1979) en de habitatrichtlijn (1992). Rondom Tilburg liggen ook Natura 2000 gebieden.
Plannen of projecten die niet direct verband houden met of nodig zijn voor het beheer van de Natura 2000-gebieden, mogen afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten geen significante effecten of gevolgen hebben voor Natura2000-gebieden en de instandhoudingsdoelstellingen van dat gebied. Negatieve effecten betekent in dit kader aantasting van de natuurlijke kenmerken van het gebied en verslechtering van de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten, dan wel de verstoring van de soorten. Voorbeelden van plannen of projecten die (verstorende) effecten kunnen hebben, zijn de bouw van woningen, de aanleg van wegen, winning van water, verlagen van de grondwaterstand ten behoeve van agrarische activiteiten en de uitbreiding van een veeteeltbedrijf. Het gaat hierbij niet alleen om plannen of projecten binnen een Natura2000-gebied, maar ook om plannen of projecten buiten het gebied, die invloed kunnen hebben op de instandhoudingsdoelstellingen van het gebied. Dit laatste wordt ook wel externe werking genoemd. Ook moet er rekening gehouden worden met zogenaamde cumulatieve effecten. Hiervan is sprake als naast het betreffende plan of project, in of rondom een Natura2000-gebied andere projecten, handelingen of plannen plaatsvinden die in combinatie schadelijk zijn voor de instandhoudingsdoelstellingen. Udenhout ligt in de buurt van een Natura2000-gebied (De Brand). Bij projecten en plannen in Udenhout dient dus altijd rekening te worden gehouden met bovenstaande regelgeving.