Plan: | Udenhout beschermd dorpsgezicht |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0855.BSP2008017-e001 |
Het plangebied omvat de dorpskern van Udenhout, met de daarbij behorende diversiteit aan activiteiten. Het gaat om een menging van wonen en werken en winkelen. Om deze activiteiten naast elkaar te kunnen laten bestaan, is voor dit bestemmingsplan gebruik gemaakt van de bedrijvenlijst-functiemenging uit de brochure "Bedrijven en milieuzonering" van de VNG (uitgave 2009). Deze lijst kan worden toegepast voor een gebied, dat zich kenmerkt door een sterke mate van functiemenging met wonen en andere (bedrijfs-)activiteiten.
De bedrijven binnen het plangebied zijn geïnventariseerd. De inventarisatie geeft inzicht tot welke milieucategorie het bedrijf behoort. De inventarisatie is gebruikt om de bestaande bedrijven in het bestemmingsplan in beeld te brengen en om eventuele knelpunten te signaleren.
In het voormalige bestemmingsplan waren binnen grote delen van het plangebied milieucategorieën 1 en 2 toegestaan.
De nieuwe bedrijvenlijst-functiemenging gaat uit van categorie A, B, C. Dit levert enerzijds een beperking op ten opzichte van het oude plan en anderzijds een verruiming. Dit komt omdat de gemengde functielijst beter is afgestemd op de diverse (gezondheids-)effecten van de milieubelasting op de gevoelige bestemmingen (woningen) binnen deze omgeving. Er wordt gekeken naar welk milieu-item het zwaarst weegt. Activiteiten mogen voor wat betreft het gevaarspect nu niet hoger zijn dan milieucategorie 1. Hiermee wordt voorkomen dat er bij een calamiteit (te) veel slachtoffers vallen. Voor wat betreft stof en geur mag er sprake zijn van categorie 2. En voor het aspect geluid is zelfs een milieucategorie 3.1. toegestaan. Omdat er al sprake is van een levendige omgeving, met de daarbij behorende ontsluitingswegen is het achtergrond niveau van geluid al relatief hoog. De hogere milieucategorie voor geluid wordt dan ook als minder storend ervaren dan wanneer een dergelijke activiteit in een rustige omgeving zou plaatsvinden.
Bedrijven die niet zijn vermeld in de nieuwe bedrijvenlijst-functiemenging onder categorie A en B, maar die qua milieubelasting daarmee wel gelijkgesteld kunnen worden, zijn mogelijk via een ontheffingsprocedure.
Daarnaast staat in de bestemmingsplanregels nog een ontheffingsmogelijkheid die het onder voorwaarden mogelijk maakt om een milieucategorie hoger toe te staan.
Bij de lijst 'Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging' behoort tevens een lijst met opslagen en voorzieningen. Dit is geen zelfstandige lijst maar een aanvulling op de lijst "Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging".
Het bestemmingsplan heeft in hoofdzaak een beheersmatig karakter. Er wordt in principe vanuit gegaan dat alle bedrijven voldoen aan de voorschriften uit de milieuvergunning of Algemene maatregel van Bestuur (AMvB) en zodoende geen overlast veroorzaken voor de omgeving. Een aantal bedrijven is echter op basis van de activiteiten (milieucategorie) en de bestemmingsbepaling niet wenselijk op het betreffende adres. Deze bedrijven zijn met een aparte aanduiding in het plan opgenomen. Een dergelijk bedrijf mag haar bestaande activiteiten voortzetten en beperkt uitbreiden, maar zodra deze bedrijven hun activiteiten beëindigen, moet worden voldaan aan de milieucategorie die bij de bestemmingsbepaling hoort. Bij de planregels is een bijlage opgenomen met een lijst van bedrijven met een afwijkende milieucategorie (Overzicht bedrijven met afwijkende milieucategorie).
In het gebied liggen van oudsher verder nog enkele (grotere) bedrijven die niet passen binnen de bedrijvenlijst functiemenging. Deze activiteiten zijn met een directe bestemming in het bestemmingsplan opgenomen.
Het gaat bijvoorbeeld om een houthandel - zagerij aan de Kreitenmolenstraat. Dit bedrijf zit al geruime tijd op de betreffende locatie en is ingepast in de huidige omgeving. De bedrijfsbebouwing ligt bijna helemaal op het achterterrein van het perceel. Als de bestaande houthandel verdwijnt, dan kan de bestaande bebouwing niet zonder meer benut worden voor functies die in deze omgeving wel passen. Er zal dan een nieuwe stedenbouwkundige invulling (en bestemmingsplan herziening) voor het terrein moeten worden gemaakt.