direct naar inhoud van Artikel 17 Waarde - Cultuurhistorie (dubbelbestemming)
Plan: Udenhout beschermd dorpsgezicht
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2008017-e001

Artikel 17 Waarde - Cultuurhistorie (dubbelbestemming)

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Cultuurhistorie (dubbelbestemming) aangewezen gronden zijn, naast de andere aangewezen bestemmingen (basisbestemmingen), tevens bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de cultuurhistorische waarden.

17.2 Voorrangsbepaling

Waar een basisbestemming, aangegeven op de verbeelding, samenvalt met een dubbelbestemming geldt primair het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming. De bepalingen met betrekking tot de basisbestemming zijn in dat geval uitsluitend van toepassing voorzover deze niet strijdig zijn met bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming.

17.3 Bouwregels
17.3.1 Algemeen

Voor het bouwen gelden in het algemeen de volgende bepalingen:

  • a. bestaande bebouwing welke krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk is opgericht en in overeenstemming is met de bestemming volgens dit plan, maar afwijkend is van één of meer bebouwingsregels, wordt geacht aan het plan te voldoen. Hieronder wordt tevens vergunde bebouwing verstaan, die nog moet worden opgericht.
  • b. het is verboden scheidende muren van afzonderlijke panden te doorbreken waardoor onderling panden gekoppeld worden.
17.3.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-rijksmonument' en de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-gemeentelijk monument' geldt dat, mede gelet op en met inachtneming van het bepaalde in artikel 19.5:
    • 1. uitsluitend gebouwen mogen worden opgericht met inachtneming van de bestaande:
      • goothoogte;
      • bouwhoogte;
      • bouwdiepte;
      • voorgevelrooilijn;
      • pandbreedte;
      • kapvorm;
      • dakhelling;
      • nokrichting van de kap;
      • hoogte van de begane grondse bouwlaag;
      • aantal bouwlagen,

zoals is aan te merken op basis van de laatst verleende omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk en voorzover die vergunning betrekking heeft op bovenstaande opsomming. Bij het ontbreken van deze omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk geldt de bestaande situatie ten tijde van ter inzage legging van het ontwerp van dit plan;

    • 1. ter plaatse van de bouwaanduiding 'onderdoorgang' de begane grondse bouwlaag niet mag worden bebouwd;
    • 2. de gebouwen binnen het bouwvlak dienen te worden gebouwd,
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-cultuurhistorisch waardevolle bebouwing' geldt dat:
    • 1. uitsluitend gebouwen mogen worden opgericht met inachtneming van de bestaande:
      • goothoogte;
      • bouwhoogte;
      • voorgevelrooilijn;
      • pandbreedte;
      • kapvorm;
      • dakhelling;
      • nokrichting van de kap;
      • hoogte van de begane grondse bouwlaag;
      • aantal bouwlagen,

zoals is aan te merken op basis van de laatst verleende omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk en voorzover die vergunning betrekking heeft op bovenstaande opsomming. Bij het ontbreken van deze omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk geldt de bestaande situatie ten tijde van ter inzage legging van het ontwerp van dit plan, mits niet strijdig met de op het tijdstip van tervisielegging van het ontwerpplan geldende regelgeving;

    • 1. ter plaatse van de bouwaanduiding 'onderdoorgang' de begane grondse bouwlaag niet mag worden bebouwd;
    • 2. de gebouwen binnen het bouwvlak dienen te worden gebouwd,
  • c. ten aanzien van overige gebouwen waarbij geen sprake is van een aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-rijksmonument', 'specifieke bouwaanduiding-gemeentelijk monument' of 'specifieke bouwaanduiding-cultuurhistorisch waardevolle bebouwing' geldt dat gebouwen mogen worden vernieuwd, vervangen of veranderd met dien verstande dat:
    • 1. uitsluitend gebouwen mogen worden opgericht met inachtneming van de bestaande:
      • goothoogte;
      • bouwhoogte;
      • dakhelling;
      • kapvorm;
      • nokrichting van de kap;

zoals is aan te merken op basis van de laatst verleende omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk en voorzover die vergunning betrekking heeft op bovenstaande opsomming. Bij het ontbreken van deze omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk geldt de bestaande situatie ten tijde van ter inzage legging van het ontwerp van dit plan;

    • 1. voor het overige bebouwing mogelijk is met inachtneming van de onderliggende basisbestemming;
    • 2. ter plaatse van de bouwaanduiding 'onderdoorgang' de begane grondse bouwlaag niet mag worden bebouwd.
17.3.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de bebouwingsregels met bijbehorende afwijkingsregels voorzover bij de voorkomende onderliggende basisbestemmingen zijn opgenomen.

17.3.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de bebouwingsregels met bijbehorende afwijkingsregels voorzover die bij de voorkomende onderliggende basisbestemmingen zijn opgenomen.

17.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ten behoeve van de instandhouding en versterking van de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden, nadere eisen te stellen bij gemeentelijke en rijksmonumenten aan het materiaalgebruik en de kleurstelling voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, alsmede aan de situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, nadat de monumentencommissie is gehoord.

Tevens zijn burgemeester en wethouders bevoegd bij gemeentelijke en rijksmonumenten ten behoeve van aan- en uitbouwen en bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde nadere eisen te stellen aan de situering van deze gebouwen en bouwwerken binnen het beschermd stadsgezicht, nadat de monumentencommissie is gehoord.

17.5 Afwijken van de bouwregels
17.5.1 Binnenplans afwijken

Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van de voorwaarden in 17.5.2, omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van:

  • a. het bepaalde in 17.3.1 onder b voor wat betreft het doorbreken van scheidende muren van afzonderlijke panden waarbij maximaal twee panden onderling gekoppeld kunnen worden;
  • b. het bepaalde in 17.3.2 onder a sub 1 voor wat betreft de goothoogte, bouwhoogte, bouwdiepte, pandbreedte, kapvorm, nokrichting, dakhelling, hoogte van de begane grondse bouwlaag en het aantal bouwlagen;
  • c. het bepaalde in 17.3.2 onder b sub 1 voor wat betreft de goothoogte, bouwhoogte, kapvorm, pandbreedte, nokrichting, dakhelling, hoogte van de begane grondse bouwlaag en het aantal bouwlagen;
  • d. het bepaalde in 17.3.2 onder c sub 1.
17.5.2 Voorwaarden

Omgevingsvergunning voor het binnenplans afwijken van de bouwregels kan slechts worden verleend indien:

  • a. de cultuurhistorische waarden van het object en / of zijn directe omgeving niet onevenredig wordt aangetast;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ruimtelijke en functionele karakteristiek van het beschermd dorpsgezicht;
  • c. de maximale hoogte binnen de basisbestemming niet wordt overschreden;

en nadat de monumentencommissie is gehoord.

Tevens gelden ten aanzien van het koppelen van panden via het doorbreken van scheidende muren van afzonderlijke panden de volgende voorwaarden:

  • a. de karakteristiek van de panden blijft gewaarborgd;
  • b. de directe individuele toegankelijkheid van de panden blijft gewaarborgd;
  • c. de bebouwingskarakteristiek van het straatbeeld waarvan de panden deel uitmaken wordt niet geschaad.
17.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
17.6.1 Verboden

Het is verboden op de als ´Waarde - Cultuurhistorie (dubbelbestemming)´ bestemde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de navolgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen, verbreden, verleggen of wijzigen van het profiel van wegen, pleinen e.d. gelegen binnen de basisbestemming Verkeer-Verblijf en Groen;
  • b. het verwijderen van waardevolle boombeplanting zoals weergegeven in de bijlage Boomwaardekaart;
  • c. het ophogen, het afgraven, verharden of ontgronden van gronden en/of anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur over een oppervlakte van meer dan 30 m²;
  • d. het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 0,50 m, tenzij deze in het kader van onderzoek naar mogelijk te verwachten archeologische waarden/vindplaatsen worden uitgevoerd;
  • e. het slopen van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen of delen van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen, anders dan ter uitvoering van een bouwplan waarvoor vergunning is verleend.
17.6.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in 17.6.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden, die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. betrekking hebben op werken of werkzaamheden met een oppervlakte kleiner dan 30 m² zoals bedoeld in 17.6.1 onder c en / of betrekking hebben op werken of werkzaamheden op gronden die zijn gelegen achter de achtergevelrooilijn of het verlengde daarvan;
  • d. in het kader van onderzoek naar mogelijk te verwachten archeologische waarden worden uitgevoerd;
  • e. in overeenstemming zijn met een op grond van de Monumentenwet 1988 of de Monumentenverordening gemeente Tilburg verleende vergunning;
  • f. noodzakelijk zijn voor het gedeeltelijk veranderen of het gedeeltelijk vernieuwen van een bouwwerk overeenkomstige een onherroepelijke omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk.
17.6.3 Voorwaarden verlenen omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

De in 17.6.1 genoemde vergunning kan uitsluitend worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. de cultuurhistorische waarden van het gebied;
  • b. de ruimtelijke en functionele karakteristiek van het beschermd dorpsgezicht;

en nadat de monumentencommissie is gehoord.