direct naar inhoud van Artikel 25 Algemene aanduidingsregels
Plan: Bedrijventerrein Vossenberg 2008
Status: geconsolideerde versie
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2008013-f001

Artikel 25 Algemene aanduidingsregels

25.1 Geluidszone - industrie

In afwijking van hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'geluidszone - industrie' de volgende regels:

  • a. Voor het bouwen geldt dat geen nieuwe bouwwerken mogen worden gebouwd ten behoeve van geluidsgevoelige functies, met uitzondering van: ver-/nieuwbouw van bestaande gebouwen waarbij de bestaande oppervlakte van het gebouw in generlei opzicht wordt vergroot of veranderd; onder verbouwen wordt hier verstaan het bouwkundig veranderen van (een deel) van het gebouw en/of (een van) de daartoe behorende gevels; onder nieuwbouw wordt hier verstaan het geheel of nagenoeg geheel vernieuwen van een gebouw, waarbij de situering, bouwhoogte en bouwmassa geheel of nagenoeg geheel overeenkomen met het gesloopte gebouw; de bouw van een bijgebouw bij een woning of de uitbreiding van een bestaande geluidsgevoelige functie conform de in de basisbestemming voorgeschreven bebouwingsregeling;
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in dit lid, onder a., indien:
    • 1. is, of kan worden voldaan aan de wettelijke voorkeursgrenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder, of indien;
    • 2. ontheffing van de voorkeursgrenswaarde is verleend;
  • c. Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat de gebiedsaanduiding 'geluidszone - industrie' opgeheven wordt indien de bron van de geluidszone is opgehouden te bestaan.
25.2 Luchtvaartverkeerzone - IHCS

In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2, geldt ter plaatse van de gebieds-aanduiding Luchtvaartverkeerszone ten behoeve van de ihcs een bouwverbod voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor een hogere bebou-wing dan 56 meter +NAP in verband met het beschermingsgebied van een gedeel-telijke in- en uitvliegfunnel van vliegtuigen, uitsluitend voor wat betreft het ge-bied zoals dat is aangegeven op Bijlage Luchtvaartverkeerszone-ihcs-kaart bij de regels.

25.3 Luchtvaartverkeerszone - ils

In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2, geldt ter plaatse van de gebieds-aanduiding Luchtvaartverkeerszone, ten behoeve van de ils een bouwverbod voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor een hogere bebouwing dan deze is aangegeven op Bijlage Luchtvaartverkeerszone-ils-kaart bij de regels en uitsluitend voor wat betreft het gebied zoals dat is aangegeven op Bijlage Luchtvaartverkeerszone-ils-kaart bij de regels.

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen ten behoeve van een hogere bouwhoogte onder de voorwaarde dat de werking van de ils niet in onaanvaardbare mate negatief wordt beïnvloed. Hiertoe dient zij voorafgaand aan de ontheffing schriftelijk advies in te winnen bij het Ministerie van Defensie.

25.4 Veiligheidszones

1. In afwijking van hoofdstuk 2 geldt dat ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Veiligheidszone-Bevi' voor zover die is gelegen langs een PRB-leiding - zie artikel 15 - geen kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare objecten mogen worden opgericht.

2. In afwijking van hoofdstuk 2 geldt dat ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Veiligheidszone-Bevi' betrekking hebbende op een Bevi-inrichting de volgende regels in acht dienen te worden genomen:

  • d. binnen de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone-bevi' en buiten de perceelsgrenzen van de risicovolle inrichting, mogen geen nieuwe kwetsbare objecten worden opgericht;
  • e. burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:
  • 1. de gebiedsaanduiding ´veiligheidszone-bevi´ opgeheven wordt, indien de aanwezige risicovolle inrichting gesaneerd is, dan wel uit nader onderzoek is gebleken dat de aanwezige risicovolle inrichting buiten werking is gesteld, of
  • 2. de gebiedsaanduiding ´veiligheidszone-bevi´ verkleind wordt, indien uit nader onderzoek is gebleken dat de PR 10-6/jaar contour als gevolg van een wijziging in een risicovolle inrichting kleiner is geworden;
  • 3. de gebiedsaanduiding ´veiligheidszone-bevi´ verkleind wordt, door een wijziging van de Regeling externe veiligheid inrichtingen.

3. In afwijking van hoofdstuk 2 geldt dat ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone- windturbine' betrekking hebbende op de op het bedrijfsterrein van Fuji aangegeven windturbines de volgende regels in acht moeten worden genomen:

  • a. binnen de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone-windturbine' mogen geen nieuwe kwetsbare objecten worden opgericht;
  • b. burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:
      • de gebiedsaanduiding ´veiligheidszone-windturbine´ opgeheven wordt, indien de aanwezige windturbine buiten werking is gesteld, of
      • dat de gebiedsaanduiding ´veiligheidszone-windturbine´ verkleind wordt, indien uit nader onderzoek is gebleken dat de PR 10-6/jaar contour als gevolg van een wijziging kleiner is geworden.