direct naar inhoud van 7.7 Geur
Plan: Leijpark Koningshoeven 2008
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2008008-e001

7.7 Geur

Het beleid voor industriële geurhinder (geur van bedrijven die niet tot de agrarische sector behoren) is samengevat in een brief van het ministerie van VROM van 30 juni 1995. Kort samengevat komt het erop neer dat afgestapt is van stringente geurnormen; de toetsing of een ontwikkeling toelaatbaar is zonder voor overmatige geurhinder te zorgen,is grotendeels overgelaten aan lokale overheden. Er wordt in de brief een aantal algemene beleidsuitgangspunten gegeven, waarbij "het voorkómen van nieuwe geurhinder" voor de ruimtelijke ordening het belangrijkst is.

Voor een aantal categorieën bedrijven is dit algemene geurbeleid geconcretiseerd in de Nederlandse emissie Richtlijn lucht (NeR). Voor zover een 'dosis-effectrelatie' (de relatie tussen de geuremissie bij het bedrijf en de hinder voor omwonenden) voor een bedrijfscategorie is vastgesteld, zijn voor die bedrijven 'normen' vastgesteld waarbij hinder kan worden verwacht. Voor de overige categorieën bedrijven zal dit moeten worden vastgesteld door specifiek geuronderzoek. Aangezien de NeR een formele richtlijn is, en bovendien een concrete vertaling vormt van het algemene beleidskader, dient hier bij ruimtelijke plannen bij te worden aangesloten.

Voor enkele bedrijfscategorieën is behalve een grenswaarde voor nieuwe situaties ook een maximale geurimmissieconcentratie vastgesteld voor bestaande situaties. Voor 'beheerbestemmingsplannen' zijn met name deze contouren relevant.

Op bedrijven die wel tot de agrarische sector behoren (veehouderijen) is ten aanzien van het geurbeleid de Wet geurhinder en veehouderij (5 oktober 2006) en de bijbehorende Regeling geurhinder en veehouderij van toepassing. Deze wet geeft normen voor de geurbelasting die een veehouderij mag veroorzaken op een geurgevoelig object. De geurbelasting wordt berekend en getoetst aan de hand van een verspreidingsmodel (V-Stacks model). Dit geldt alleen voor dieren waarvoor geuremissiefactoren zijn opgenomen in de Regeling geurhinder en veehouderij. Voor dieren zonder geuremissiefactor gelden minimaal aan te houden afstanden.

Binnen het bedrijventerrein zijn geen inrichtingen aanwezig, welke een geurcontour hebben.

Buiten het plangebied is een inrichting aanwezig met een geurcontour die mogelijk van invloed is op het plangebied. Hieronder wordt deze nader toegelicht:

  • 1. J. van Meerendonk

Op deze locatie aan de Hoevensekanaaldijk 96 bevindt zich een pluimveehouderij. Conform de Wet geurhinder en veehouderij dient de geurcontour berekend te worden met behulp van het programma V-stacks. Binnen de geurcontour mogen geen nieuwe geurgevoelige objecten worden gebouwd. Daar onderhavig plan een beheerbestemmingsplan betreft en er geen ontwikkelingen zullen plaatsvinden binnen dit plan wordt de geurcontour van dit bedrijf niet berekend en ook niet op de plankaart vastgelegd. Zoals eerder aangegeven, is er vanuit gegaan dat het bedrijf voldoet aan de milieuvergunningregels en derhalve op dit moment geen overlast veroorzaakt voor de omgeving. Wanneer in de toekomst wel ontwikkelingen zullen plaatsvinden en het bestemmingsplan derhalve zal worden aangepast, zal ook de geurcontour van het bedrijf worden berekend.