Plan: | Amarant Mariahof, Bredaseweg |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0855.BSP2007007-e001 |
De bebouwing van Amarant bestaat uit paviljoens, woningen en gebouwen in een landschappelijke setting. In de loop der tijd is de bebouwing in het gebied geleidelijk uitgebreid, aansluitend op de groeiende ruimtebehoefte. Er is evenwel relatief weinig samenhang en structuur in de bebouwingsopzet. De bebouwing is daarnaast behoorlijk uitgedijt. Het totaal maakt daardoor een enigszins rommelige indruk. Ook qua architectuur en verschijningsvorm van de afzonderlijke gebouwen is er een grote diversiteit. Het meest markant en representatief is het huidige hoofdgebouw.
De bebouwing van Mariahof bestaat uit het markante kloostergebouw met kapel, eigenzinnig gedraaid ten opzichte van de Bredaseweg. Daaraan zijn later gebouwen toegevoegd. Het meest recent de tijdelijke huisvesting aan de zuidzijde.
In functioneel opzicht is een onderscheid te maken in woongebouwen, gebouwen voor dagbesteding, gebouwen voor (para)medische functies en voorzieningen zoals een keuken, zwembad, manege en kinderboerderij. Voorts zijn er kantoorfaciliteiten.
Het landschappelijk beeld wordt vooral bepaald door de boscomplexen en door de aanwezige lanen. Deze groenstructuur vormt een samenbindend element. Tussen de hoofdgebouwen van Amarant en Mariahof en de Bredaseweg is de groeninrichting parkachtig van karakter. Het beplantingsassortiment van de lanen bestaat uit eiken en beuken. Het bos is gevarieerd met zowel loof- als naaldbomen. Het oorspronkelijke buitenplaatskarakter was gerelateerd aan de Bredaseweg en de parallelweg. De heldere historische bomenlaanstructuur loodrecht op de Bredaseweg met de genoemde parallelweg wordt momenteel enigszins vertroebeld door korte bomenrijen evenwijdig aan de Bredaseweg. De historische parallelweg werd onderbroken door een schoolgebouw dat midden op het tracé van de weg was gebouwd. Deze school is inmiddels gesloopt. Hierdoor behoort herstel van deze historische lijn tot de mogelijkheden.
De hoofdontsluiting voor zowel Amarant als Mariahof loopt via de Daniël de Brouwerstraat, die aantakt op de Bredaseweg. Een tweede ontsluiting voor Amarant ligt ca. 300 meter westelijker aan de Bredaseweg. Aan de zuidkant zijn twee aansluitingen voor autoverkeer op de Oude Rielse Baan. De interne wegenstructuur volgt grotendeels het patroon van de bomenlanen. De wegen zijn overwegend uitgevoerd met asfaltverharding. Volgens de Wegenlegger zijn de wegen op terrein van Amarant en Mariahof geen openbare wegen, ook niet de Daniël de Brouwerstraat.
De parkeersituatie wordt gekenmerkt door enkele verspreide parkeerconcentraties. Daarnaast wordt overal langs de lanen geparkeerd. De auto is daardoor dominant aanwezig en beïnvloed het ruimtelijk beeld negatief. De kwetsbaarheid van de lanen wordt vergroot door deze parkeerdruk.
In 1992 is het “Verdrag van Malta” opgesteld. Doel ervan is het behoud van het archeologisch erfgoed. Dit verdrag regelt dat bij grootschalige ingrepen in gebieden met hoge archeologische verwachtingswaarde archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Voor de nieuwbouwplannen van de tot nu toe onbebouwde delen van het terrein zal een inventariserend en waarderend archeologisch onderzoek in het plangebied worden uitgevoerd, een zogenoemde Aanvullende Archeologische Inventarisatie (AAI). Indien uit dit onderzoek naar voren komt dat de kans op archeologische vondsten/sporen reëel moet worden geacht, zal vervolgonderzoek (eventueel voor delen van het terrein) moeten plaatsvinden. Hieruit kan uiteindelijk mogelijk voortvloeien dat de bouwplannen zodanig moet worden aangepast dat rekening wordt gehouden met het behoud van eventuele archeologische waarden. Bij het indienen van de aanvraag voor bouwvergunningen zal een en ander worden afgestemd.
Voor wat betreft de terreinen van Amarant en Mariahof kan meer specifiek het volgende worden gemeld.
Conclusie:
Inzake archeologie geldt een middelhoge tot hoge verwachting voor wat betreft de trefkans op archeologische waarden uit de steentijd. Deze verwachting wordt enigszins getemperd door de onbekende fysieke kwaliteit van het bodemarchief en de invloed die zowel ontginning, leemwinning als bosbouw op het archeologisch bodemarchief hebben uitgeoefend.
De geplande ontwikkeling van drie verschillende landgoederen stuit vanuit cultuurhistorisch oogpunt niet op bezwaar en geeft het totale gebied een overlevingskans tot ver na de geplande periode van 2020 zonder dat daarbij de onderlinge samenhang van het totaal verloren gaat.
Vanuit cultuur-historisch oogpunt verdient het aanbeveling de mogelijkheden te onderzoeken om het voormalige Juvenaat en een aantal van de bijgebouwen, die de vroegste ontwikkelingsgeschiedenis van het complex illustreren te handhaven.
Hetzelfde geldt voor het hoofdgebouw van Amarant, het voormalige klooster Mariahof. Dit hoofdgebouw is in hoge mate gezichtsbepalend voor het gehele complex en heeft cultuurhistorische en architectuurhistorische waarde als uitdrukking van het ontstaan van de zwakzinnigenzorg in Brabant en als relatief gave representant van de Traditionele bouwkunst uit de jaren dertig van de twintigste eeuw.
Gelet op het feit dat de geplande sloop- en bouwwerkzaamheden zich in hoofdzaak beperken tot de reeds bebouwde delen van het terrein en dat zodoende geen tot weinig bijkomende of nieuwe verstoringen gepland zijn, wordt vanuit archeologisch opzicht geen bezwaar gezien tegen de verwezenlijkingen van de zorgplannen op de locatie Amarant-Mariahof. Voor de terreinen in het gebied die tot heden onbebouwd zijn gebleven en die momenteel in gebruik zijn als bos, bouwland of weide en heide dient voorafgaand aan toekomstige of afwijkende planvorming of bodemingrepen een inventarisatie van de archeologische waarden te worden uitgevoerd, aan de hand waarvan toekomstige ontwikkelingen afgewogen kunnen worden.