Plan: | Monnickendam Binnen de Vesting 2013 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0852.BPKMObinnendev013-va02 |
Op 6 november 2008 is een amendement aangenomen om meer bedrijvigheid in woonkernen te realiseren. Dit amendement is in dit bestemmingsplan vertaald door een regeling op te nemen voor beroeps- en bedrijfsuitoefening aan huis.
Het beleid ten aanzien van antennes is vastgelegd in de 'Beleidsregel plaatsing antenne-installaties in de gemeente Waterland (vastgesteld op 26 juni 2008). Op basis van deze beleidsregel zijn bestaande antennes aangeduid.
De beleidsregel geldt als toetsingskader voor nieuwe aanvragen. Deze beleidsregel blijft daarom gelden naast het bestemmingsplan.
De gemeente heeft eenduidige bouwregels voor erfbebouwing geformuleerd in de 'Beleidsregel met betrekking tot erfbebouwing bij woonhuizen' (vastgesteld op 23 juni 2009). Deze regel is niet van toepassing in het beschermde stadsgezicht van Monnickendam en op erven van hoekwoningen met drie straatgevels. De regeling voor bijbehorende bouwwerken is op deze beleidsregels afgestemd. De beleidsregel is daardoor niet meer van toepassing op dit bestemmingsplan.
Specifiek voor de binnenstad van Monnickendam geldt de 'Beleidsregel met betrekking tot erfbebouwing bij woonhuizen in de binnenstad van Monnickendam' (vastgesteld op 11 mei 2006). Primair gelden de bebouwingsvoorschriften uit het bestemmingsplan 'Binnenstad 1976'. Voor het geval een verzoek hiermee in strijd is, biedt deze beleidsregel aanvullende criteria. De beleidsregel geldt niet voor percelen die liggen aan meer dan één straat, tenzij deze straten parallel aan elkaar lopen en percelen die niet liggen binnen omsloten bebouwd gebied (maar bijvoorbeeld liggen aan het water).
Deze beleidsregel is vertaald in dit bestemmingsplan. De beleidsregel is daardoor niet meer van toepassing op dit bestemmingsplan.
De 'Beleidsregel met betrekking tot het verhogen van de goot- en nokhoogte van woonhuizen in de binnenstad van Monnickendam' (vastgesteld op 23 juni 2009) staat in een aantal gevallen een verhoging van de goot- of nokhoogte van woonhuizen in de binnenstad toe. De beleidsregel geldt niet voor rijks- en gemeentelijke monumenten en niet voor specifieke gevallen zoals genoemd in die beleidsregel.
Deze beleidsregel is vertaald in dit bestemmingsplan. In alle bebouwde bestemming is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen om de goot- en nokhoogte met een factor 1,25 te verhogen. De beleidsregel is daardoor niet meer van toepassing op dit bestemmingsplan.
Om Bed en Breakfast en het kleinschalig toeristisch overnachten binnen de gemeente Waterland te stimuleren is de 'Beleidsregel met betrekking tot het kleinschalig toeristisch overnachten in de gemeente Waterland' op 5 juli 2011 vastgesteld. In de beleidsregel worden drie categorieën onderscheiden:
Bij de kleine categorie wordt Bed en Breakfast gezien als een nevenactiviteit bij (bedrijfs)woningen. Voor woningen geldt dat er bij recht maximaal twee kamers mogen zijn, met een maximum van 30% van de oppervlakte van de woning. Bed en Breakfast mag niet leiden tot een onevenredige parkeerdruk op de omgeving. Overigens komt de term Bed en Breakfast niet terug in de regels van het bestemmingsplan. Hier wordt het net als de middencategorie kleinschalig toeristisch overnachten genoemd. Dit komt op hetzelfde neer.
De middencategorie wordt mogelijk gemaakt met een afwijking. Met de afwijking kan een groter deel van de woonfunctie tot maximaal 50% van de oppervlakte van de woning en bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 100 m2 voor het kleinschalig toeristisch overnachten worden gebruikt.
Deze beleidsregel is vertaald in dit bestemmingsplan. De beleidsregel op zich is daardoor niet meer van toepassing op dit bestemmingsplan.
Op 17 juli 2012 is door het college een verruiming van het beleid kleinschalig toeristisch overnachten (kto) vastgesteld. Deze verruiming houdt in dat ook andere ruimten dan woningen voor kto mogen worden gebruikt. Ook dit beleid is vertaald in dit bestemmingsplan, namelijk in de algemene gebruiksregels.
Het gebruik van bestaande bijbehorende bouwwerken voor de huisvesting voor mantelzorg is vastgelegd in de 'Beleidsregel met betrekking tot huisvesting ten behoeve van mantelzorg in bij woningen behorende bijgebouwen in de gemeente Waterland (vastgesteld op 17 september 2009). Op basis van de beleidsregel is mantelzorg toegestaan binnen de (bedrijfs)woningen. Met een afwijking wordt mantelzorg ook in vrijstaande bijbehorende bouwwerken toegestaan (afhankelijke woonruimte). De afhankelijke woonruimte mag maximaal 60 m2 bedragen. Bij mantelzorg in een bijbehorend bouwwerk geldt als voorwaarde dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen van derden waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven.
Deze beleidsregel is vertaald in dit bestemmingsplan. De beleidsregel is daardoor niet meer van toepassing op dit bestemmingsplan.
Met de 'Beleidsregel inzake bouw van woning in stegen in Monnickendam' (vastgesteld op 17 september 2009) is de bouw van woonhuizen in stegen gestandaardiseerd. Met de beleidsregel worden regels gesteld aan de bouw van woonhuizen in stegen met als doel het karakteristieke stegenpatroon en de parcellering van de binnenstad te behouden.
Deze beleidsregel is vertaald in dit bestemmingsplan. De beleidsregel is daardoor niet meer van toepassing op dit bestemmingsplan.
Op 15 december 2011 heeft de gemeenteraad de Discussienota Bestemmingsplan Monnickendam - Binnen de Vesting vastgesteld. In de Discussienota zijn diverse uitgangspunten opgenomen voor dit bestemmingsplan. Er zijn uitgangspunten opgenomen voor de functies detailhandel, horeca, parkeren en wonen. Het gaat onder andere om een functiemenging in het verblijfsgebied met detailhandel.4
De Groenvisie 2016 (vastgesteld op 24 januari 2008) vormt de basis voor het groenbeleid in de gemeente. In de Groenvisie is beleid ontwikkeld ten aanzien van bomen, restgroen en nieuwbouw- en herstructureringslocaties.
Onderdeel van de Groenvisie is de Bomenverordening. Deze stelt dat voor het vellen van een aantal soorten bomen een omgevingsvergunning nodig is. Bij de verlening van een vergunning wordt zoveel mogelijk herplant opgelegd. Voor het vellen van de volgende bomen is een vergunning nodig:
De Groenvisie is vertaald in dit bestemmingsplan door het leggen van de bestemming Groen, door groen(voorzieningen), beplanting en dergelijke onverkort toe te staan in de bestemmingen Verkeer - Verkeer - Parkeerterrein en Verkeer - Verblijf en met een omgevingsvergunningenplicht voor het aanbrengen van oppervlakteverhardingen in de openbare ruimte in verband met de waarde van het beschermd stadsgezicht.
In het Integraal Huisvestingsplan primair onderwijs (vastgesteld op 24 juni 2008) geeft de gemeente haar beleid ten aanzien van de huisvesting van primair onderwijs weer. In het plangebied komt één basisschool voor. Deze school heeft zes permanente lokalen en één tijdelijk lokaal. Voor deze school is er geen uitbreidingsruimte.
In de beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waterland 2009 - 2012 (februari 2009) is het beleid ten aanzien van maatschappelijke ondersteuning weergegeven. In aansluiting op de regionale nota Gezondheidsbeleid is in de gemeentelijke nota aangegeven dat mantelzorg ondersteund moet worden. Daarom is in dit bestemmingsplan mantelzorg toegestaan bij alle bestemmingen met een (bedrijfs)woning.
In de binnenstad van Monnickendam vormen markten en braderieën een welkome aanvulling om de toeristische aantrekkingskracht te bevorderen. Daarom heeft de gemeente het 'Beleid marktlocaties binnenstad Monnickendam' (in werking getreden op 1 januari 2004) vastgesteld. Het beleid is vertaald in de algemene gebruiksregels.
Parkeren gebeurt vooral op de daarvoor bestemde parkeervakken en parkeerplaatsen. Op sommige plaatsen is er een bepaalde overlap met groen. Daarom is in dit bestemmingsplan in de bestemming 'Groen' ondergeschikt parkeren toegestaan.
Verder is het Actieplan parkeren binnenstad Monnickendam (17 juni 2011) vastgesteld. In het Actieplan worden maatregelen voorgesteld om het aantal parkeerplaatsen met minimaal 170 tot maximaal 330 parkeerplaatsen uit te breiden. Hierdoor zal de parkeerdruk en het 'zoekverkeer' aanzienlijk afnemen. Verder worden (overloop) parkeerplaatsen net buiten de binnenstad - en buiten dit plangebied - voorgesteld. Hiervoor zijn locaties aan de Nieuwpoortlaan/Loswal en het Hemmeland in beeld. Deze terreinen kunnen vooral in drukke perioden en bij evenementen voldoende parkeergelegenheid bieden.
Het beleid ten aanzien van speelvoorzieningen staat in de kaderstellende notitie speelvoorzieningen (vastgesteld op 4 december 2003). Er wordt onderscheid gemaakt tussen informele speelruimte (straat, bosjes, bomen en dergelijke) en formele speelruimte (met speeltoestellen en/of sportfaciliteiten. In de gemeente is er voldoende informele en formele speelruimte aanwezig. Het is van belang dat de speelruimte aantrekkelijker wordt gemaakt. Bij de inrichting van speelruimte wordt er rekening gehouden met het aantal kinderen in de wijk en de reeds aanwezige speeltoestellen. Deze notitie heeft geen gevolgen voor dit bestemmingsplan.
In de gemeente geldt een maximumstelsel ten aanzien van het verlenen van standplaatsvergunningen op grond van de APV. Dit is vastgelegd in de notitie vent- en standplaatsvergunningenbeleid (juli 1995). Het beleid is vertaald in de algemene gebruiksregels.
Ten aanzien van terrassen geldt de nota Terras beleid Waterland 2007 (vastgesteld op 6 februari 2007). Het terrassenbeleid is vertaald in de algemene gebruiksregels.
Het beleid ten aanzien van recreatie en toerisme is beschreven in het Toeristisch Recreatief Ontwikkelingsplan (vastgesteld op 23 januari 2003). Gemeente Waterland heeft een strategische ligging ten opzichte van grote bevolkingsconcentraties en toeristische trekkers, zoals het Markermeer. Het Toeristisch Recreatief Ontwikkelingsplan geeft aan dat er onvoldoende terrassen zijn met uitzicht over het water.
De binnenstad van Monnickendam is aangewezen als beschermd stadsgezicht. De binnenstad is nog vrij gaaf. De bruine vloot kan een bijdrage leveren aan de historische uitstraling van de binnenstad. Verder wordt als positief punt van de binnenstad de nog aanwezige scheepswerf en visrokerijen genoemd. Ook deze dragen bij aan de identiteit van Monnickendam.
In beschermde stadsgezichten geldt voor interne verbouwingen aan bepaalde panden geen vergunningplicht (collegebesluit d.d. 9 augustus 2005). Werkzaamheden aan monumenten, werkzaamheden aan gevels en draagconstructies en werkzaamheden die een functiewijziging tot gevolg hebben vallen hier niet onder.
Inmiddels is de landelijke regeling van het vergunningsvrij bouwen van het Besluit omgevingsrecht zodanig verruimd, dat veel activiteiten in beschermde stadsgezichten en aan en bij monumenten vergunningsvrij zijn geworden.
In bepaalde situaties geldt geen vergunningplicht voor het bouwen op zijerven (collegebesluit 24 juni 2008). Dit bestemmingsplan frustreert dit beleid niet.
De gemeente Waterland heeft haar welstandsbeleid beschreven in de Welstandsnota Waterland (februari 2004, herziening maart 2009). In de Welstandsnota worden algemene en gebiedsgerichte welstandscriteria onderscheiden. De algemene welstandscriteria gelden als uitgangspunt voor iedere welstandsbeoordeling. De gebiedsgerichte welstandscriteria worden gebruikt om te beoordelen hoe het bouwwerk past in zijn omgeving. (Ver)bouwplannen worden getoetst aan de Welstandsnota.
Het gemeentelijk beleid heeft zijn vertaling gekregen in dit bestemmingsplan. Daarmee voldoet dit bestemmingsplan aan het gemeentelijk beleid.