Plan: | Monnickendam Binnen de Vesting 2013 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0852.BPKMObinnendev013-va02 |
Het ruimtelijk beleid van de provincie Noord - Holland is vastgelegd in de Structuurvisie Noord-Holland 2040 (vastgesteld door Provinciale Staten op 21 juni 2010). In de structuurvisie geeft de provincie een toekomstbeeld, waaruit het provinciaal belang volgt. Het toekomstbeeld is als volgt gedefinieerd: 'De Provincie Noord-Holland zorgt dat Noord-Holland een mooie, veelzijdige en internationaal concurrerende provincie blijft door in te zetten op klimaatbestendigheid, ruimtelijke kwaliteit en duurzaam ruimtegebruik'.
Om het geschetste toekomstbeeld ruimtelijk te realiseren zijn provinciale belangen benoemd. De drie hoofdbelangen (klimaatbestendigheid, ruimtelijke kwaliteit en duurzaam ruimtegebruik) vormen gezamenlijk de ruimtelijke hoofddoelstelling van de Provincie. De hoofdbelangen zijn in de Structuurvisie uitgewerkt.
In de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (eveneens vastgesteld op 21 juni 2010), de eerste herziening van de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (vastgesteld op 23 mei 2011), de tweede herziening van de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (vastgesteld op 17 december 2012) en de derde wijziging Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie - Beleid Wind Op Land (eveneens vastgesteld op 17 december 2012) zijn op grond van art. 4.1 Wro regels gesteld ter waarborging van de provinciale belangen.
In onderstaande tabel wordt het bestemmingsplan getoetst aan de relevante artikelen van de provinciale verordening (PRVS).
Artikel PRVS | Toetsingscriterium | Conclusie | |||
Artikel 9 Aanwijzing Bestaand Bebouwd Gebied | De bestaande of de bij een - op het moment van inwerkingtreden van de verordening - geldend bestemmingsplan toegelaten woon- of bedrijfsbebouwing en kassen zijn aangewezen als bestaand bebouwd gebied. | Met uitzondering van de Trekvaart en het gebied ten westen daarvan, valt het plangebied is aangewezen als bestaand bebouwd gebied. | |||
Artikel 20 Nationale landschappen en UNESCO-werelderfgoederen Artikel 21 Kernkwaliteiten Nationale Landschappen en Uitzonderlijke Universele Waarden UNESCO-werelderfgoederen Artikel 22 Ontwikkelingen binnen een Nationaal Landschap en UNESCO-Werelderfgoed |
Het plangebied maakt deel uit van twee Nationale Landschappen; Laag Holland en de Stelling van Amsterdam. In bestemmingsplannen moeten regels opgenomen worden voor het behoud en de versterking van de kernkwaliteiten van Nationale Landschappen. Nieuwe functies en uitbreiding van de bebouwing van bestaande functies is alleen is toegestaan als deze geen significant negatieve effecten hebben op de kernkwaliteiten van het gebied. | Ten aanzien van Laag Holland gaat het om het behoud van het karakter van Monnickendam. Dit krijgt onder andere vorm door de dubbelbestemming 'Waarde - Beschermd Stadsgezicht' en het vastleggen van de ruimtelijke structuur, waaronder de bouw- en goothoogten van de gevelwanden. De Stelling van Amsterdam wordt beschermd door de bestemming 'Water - Waterkering'. Deze bestemming is medebestemd voor het behoud van de landschappelijke, cultuurhistorische en ruimtelijke waarden. Er worden geen nieuwe functies mogelijk gemaakt die negatieve effecten hebben op de kernkwaliteiten van deze gebieden. |
|||
Artikel 29 Primaire waterkeringen | In Monnickendam ligt een dijk die is aangewezen als 'Primaire waterkering'. Langs primaire waterkeringen geldt een vrijwaringszone van 100 meter binnendijks en 175 meter buitendijks. De verordening bepaalt dat binnen de vrijwaringszones nieuwe bebouwing of nieuwe functies alleen mogelijk gemaakt mogen worden als: -er sprake is van niet onomkeerbare ontwikkelingen; -een toekomstige landwaartse versterking van de waterkering niet wordt belemmerd; -er kan worden meebewogen met het peil van het IJssel- en Markermeer. |
Alle waterkeringen in dit bestemmingsplan zijn voorzien van een dubbelbestemming, waarbinnen de bescherming van de waterkering wordt geregeld. Dit bestemmingsplan maakt geen nieuwe bebouwing mogelijk binnen de zone van de primaire waterkering. |
|||
Artikel 30 Regionale waterkeringen | In het noorden ligt een waterkering die is aangewezen als regionale waterkering. De verordening bepaalt dat bestemmingsplannen moeten voorzien in de bescherming van de waterkerende functie. Ook moet de vrijwaringszone in bestemmingsplannen worden opgenomen zodat toekomstige reconstructies van de waterkeringen niet onmogelijk worden gemaakt. | Alle waterkeringen in dit bestemmingsplan zijn voorzien van een dubbelbestemming, waarbinnen de bescherming van de waterkering wordt geregeld. | |||
Artikel 32 Windturbines | Het bouwen of opschalen van windturbines is niet toegestaan. | In dit bestemmingsplan zijn windturbines niet toegestaan. |