direct naar inhoud van Artikel 10 Tuin - Bebouwd
Plan: Monnickendam Buiten de Vesting
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0852.BPKMONBuvest-va01

Artikel 10 Tuin - Bebouwd

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin - Bebouwd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen, behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen woonhuizen of woongebouwen;
  • b. bijbehorende bouwwerken behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen woonhuizen of woongebouwen;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. nutsvoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  • d. erven en terreinen;
  • e. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. er mogen geen ondergrondse gebouwen worden gebouwd;
  • b. als gebouw mogen uitsluitend bijbehorende bouwwerken worden gebouwd.
10.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend aan de oorspronkelijke gevel van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte mag ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • c. de diepte mag ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de diepte aan de zijgevel van een hoofdgebouw ten hoogste 50% van de breedte van de zijgevel van het hoofdgebouw mag bedragen;
  • d. de breedte aan de voorgevel van een hoofdgebouw mag ten hoogste 75% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw bedragen;
  • e. de breedte aan de zijgevel van een hoofdgebouw mag ten hoogste 1,00 m bedragen;
  • f. in afwijking van het bepaalde onder c en d mag ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' over ten hoogste 35% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw een aangebouwd bijbehorend bouwwerk met een diepte van 1,20 m worden gebouwd, met daarnaast ter hoogte van de voordeur een aangebouwd bijbehorend bouwwerk over ten hoogste 40% van de breedte van de voorgevel en een diepte van maximaal 2,10 m.
10.2.3 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. luifels zijn uitsluitend ter hoogte van de voordeur van het hoofdgebouw toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. de bouwhoogte van een luifel mag ten hoogste 3,00 m bedragen;
    • 2. de diepte van een luifel mag ten hoogste 1,00 m bedragen;
    • 3. de breedte van een luifel mag ten hoogste 2,00 m bedragen;
    • 4. het bepaalde onder 3 is niet van toepassing indien wordt aangesloten bij een aangebouwd bijbehorend bouwwerk;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 1,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3,00 m bedragen.