direct naar inhoud van Artikel 7 Leiding - Riool
Plan: Katwoude - Lagedijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0852.BPKKAlaged012-va01

Artikel 7 Leiding - Riool

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, naast het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemmingen), mede bestemd voor:

  • a. rioolpersleidingen, alsmede stroken ten behoeve van het beheer en onderhoud en het veilig en doelmatig functioneren van de leidingen;

met de daarbijbehorende:

  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (basisbestemming) mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze dubbelbestemming.

7.2.2 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

7.2.3 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van deze dubbelbestemming, geldt de volgende regel:

  • a. op of in deze gronden mogen geen overkappingen worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5,00 m bedragen.
7.3 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het veilig en doelmatig functioneren van de leiding, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • het bepaalde in lid 7.2.1 en lid 7.2.2 in die zin dat de in de basisbestemmingen genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, mits:
    • 1. vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder.
7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.4.1 Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen, een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het ontginnen, bodemverlagen of afgraven, ophogen of egaliseren;
  • b. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen;
  • c. het rooien van diepwortelende beplantingen en bomen;
  • d. het aanbrengen van gesloten oppervlakteverhardingen;
  • e. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond.
7.4.2 Uitzondering

Het bepaalde in lid 7.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
7.4.3 Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien:

  • a. door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de in lid 7.1 genoemde leiding ontstaat of kan ontstaan;
  • b. vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder.