Plan: | Kernen Waterland 2013 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0852.BPKILUIWAZU013-va01 |
De rol van cultuurhistorie in de ruimtelijke ordening is de laatste jaren sterk toegenomen. Bij het opstellen van plannen moeten cultuurhistorische waarden tijdig in beeld worden gebracht. Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) stelt in dat verband specifieke eisen aan het opstellen van bestemmingsplannen. Waar mogelijk moeten cultuurhistorische waarden worden behouden of versterkt. Cultuurhistorie is daarmee veelal een sturend onderdeel geworden in de ruimtelijke ordening.
De provincie Noord-Holland heeft de Informatiekaart Landschap en Cultuurhistorie vastgesteld. De kaart is een geografische uitwerking van de Leidraad landschap en cultuurhistorie - die deel uitmaakt van de verordening - en een herziening van de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW). De Informatiekaart Landschap en Cultuurhistorie geeft onder andere informatie over landschapstypen, aardkundige waarden, cultuurhistorische objecten en historische dijken.
In het plangebied komen diverse cultuurhistorische elementen voor. Hieronder volgt per element een beschrijving.
Beschermd dorpsgezicht
Zuiderwoude is aangewezen als beschermd dorpsgezicht (zie paragraaf 3.3.2 en bijlage 1). Voor het beschermd dorpsgezicht is een dubbelbestemming opgenomen. Met deze dubbelbestemming worden de karakteristieke waarden van het beschermd dorpsgezicht beschermd.
Stelling van Amsterdam
De Stelling van Amsterdam is een militair verdedigingswerk dat tussen 1870 en 1915 is aangelegd ter bescherming van Amsterdam. De verdedigingsring is 135 kilometer lang en bestaat uit dijken met dammen en sluizen, terreinen die onder water konden worden gezet (inundatie) en 42 forten. Dit verdedigingssysteem in combinatie met het daarbij horende landschap is aangeduid als de stellingzone.
De stelling van Amsterdam is aangewezen als Nationaal Landschap en staat op de UNESCO-werelderfgoedlijst. De stelling loopt gelijk aan de Uitdammerdijk. De bestemming van deze waterkering is mede bestemd voor het behoud van cultuurhistorische waarden.
Noorder IJ- en Zeedijken
Deze dijken dienden ter bescherming van de relatief laaggelegen Hollandse veenweidegebieden tegen het water van de voormalige Zuiderzee en het IJ. De Noorder IJ- en Zeedijken lopen vanaf de Westfriese Omringdijk (bij Schardam) langs Zeevang en Uitdam door naar het zuiden van Oost- en Westzaan, Assendelft in de richting van Noord-Kennemerland. Het tracé van de dijken is historisch bepaald. In het tracé zijn de sporen van de strijd tegen het water nog steeds zichtbaar. In de eerste plaats in het bochtige en hoekige tracé zelf, dat duidt op doorbraken in vroegere tijden. Vervolgens geven de braken een indruk van de gevolgen van de vroeger steeds terugkerende doorbraken. Ten slotte vormen de buitendijkse landen een essentieel onderdeel van het dijkverdedigingssysteem. Deze voorlanden waren bedoeld om de slag van het water te breken. De dijken zijn een beeldbepalend element in het Noord-Hollandse polderlandschap door de continuïteit en de hoogte van de dijken in samenhang met de openheid van het omliggende landschap.
De Noorder IJ- en Zeedijken zijn aangewezen als provinciaal monument. De Noorder IJ- en Zeedijken lopen gelijk aan de primaire waterkering langs het Markermeer. De bestemming van deze waterkering is mede bestemd voor het behoud van cultuurhistorische waarden.
Stolpboerderijen
Stolpboerderijen zijn het meest identiteitsbepalende historische boerderijtype in Noord-Holland, vooral voor het grondgebied boven het Noordzeekanaal. Met uitzondering van aan de stolp verwante boerderijen in de provincie Friesland komt de stolp als boerderijtype buiten de provincie Noord-Holland niet voor. De stolp is daarmee identiteitsbepalend voor Noord-Holland.
De stolpboerderij kenmerkt zich door een vierkant houtskelet dat dient als draagconstructie voor een hoog piramidevormig dak. De ruimte binnen het vierkant dient voor hooiberging, daaromheen zijn de ruimten gegroepeerd voor mens en dier.
Op de stolpboerderij bestaan diverse varianten. De stolpboerderij komt voor in diverse uitvoeringen van klein en zeer eenvoudig tot groot en zeer rijk. De stolpen in Waterland zijn over het algemeen groter dan de stolpen elders.
Stolpen zijn gebouwd vanaf 1600 tot in het Interbellum. Veel stolpen zijn na de Tweede Wereldoorlog verdwenen. Zo telde Noord-Holland in 1950 ongeveer 10.000 stolpen, anno 2009 zijn dat er nog 5.000. Hiervan zijn er 400 beschermd. Het aantal stolpen, en daarmee de identiteitsbepalende waarde voor Noord-Holland, neemt gestaag af.
De stolpboerderijen hebben een eigen bestemming gekregen. Binnen deze bestemming wordt gezorgd voor bescherming van deze karakteristieke boerderijvorm.
Monumenten
In het plangebied komt een aantal rijks-, provinciale en gemeentelijke monumenten voor. Deze monumenten worden beschermd via de Monumentenwet. Voor monumenten hoeft in het bestemmingsplan daarom geen beschermende regeling te worden opgenomen. Een volledig overzicht van de monumenten staat op de website van de gemeente.
Beeldbepalende en waardevolle panden
Naast de monumenten kennen de kernen ook beeldbepalende en waardevolle panden. Zuiderwoude is aangewezen als beschermd dorpsgezicht. Op basis van het beschermd dorpsgezicht geldt een omgevingsvergunningplicht voor het geheel of gedeeltelijk slopen van panden. Deze vergunningplicht komt voort uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Met deze vergunningplicht worden naast het beschermde dorpsgezicht dus ook de beeldbepalende en waardevolle panden in Zuiderwoude beschermd.
In Ilpendam, Watergang en Uitdam zijn de beeldbepalende en waardevolle panden met een aanduiding weergegeven. Aan deze aanduiding is een vergunningplicht voor het geheel of gedeeltelijk slopen van panden gekoppeld. In bijlage 3 zijn beschrijvingen van de panden die buiten het beschermd dorpsgezicht liggen opgenomen.
Aardkundig waardevolle gebieden
In het plangebied liggen diverse aardkundig waardevolle gebieden. Deze gebieden zijn in dit bestemmingsplan beschermd met een dubbelbestemming. Hieronder volgt een korte beschrijving per gebied:
Dit gebied is representatief voor het voormalige veenlandschap. Hier komen brede en goed zichtbare inbraakgeulen voor, welke uniek zijn voor dit gebied. Het gebied wordt doorsneden door enkele kreekbeddingen, waaronder de veenrivieren de Ae en de Die.
Dit is een gebied met zetwallen, petgaten en trekgaten. Deze zijn soms gedeeltelijk tot geheel verland of opgevuld met bagger. De ondergrond bestaat uit veenmosveen en zeeklei. Aan het slotenpatroon zijn voormalige veenstroompjes te herkennen.
De cultuurhistorisch waardevolle objecten en gebieden die niet via de Monumentenwet zijn beschermd, hebben een beschermende regeling gekregen in dit bestemmingsplan. Vanuit het aspect cultuurhistorie zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan.