direct naar inhoud van Artikel 4: Bedrijf
Plan: Kernen Waterland 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0852.BPKILUIWAZU013-va01

Artikel 4: Bedrijf

Link naar de toelichting van 'Bedrijf'

4.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
    • 1. bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2, met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;
    • 2. dienstverlening;
    • 3. een mechanisatiebedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - mechanisatiebedrijf';
    • 4. een transportbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf';
    • 5. brandweerkazerne, ter plaatse van de aanduiding 'brandweerkazerne';
  • b. bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen al dan niet in combinatie met ruimte voor:
    • 1. beroepsuitoefening aan huis c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
    • 2. mantelzorg;
    • 3. kleinschalig toeristisch overnachten;

ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';

waarbij, indien de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding 'karakteristiek', de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm van de gebouwen wordt nagestreefd;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. wegen en paden;
  • d. nutsvoorzieningen;
  • e. kleinschalige duurzame energiewinning;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. stallingsruimte voor fietsen;
  • h. rustpunten;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. water;

met de daarbijbehorende:

  • k. erven en terreinen;
  • l. andere bouwwerken.
4.2. Bouwregels
4.2.1. Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen geldt:

  • a. een gebouw wordt binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. bedrijfswoningen worden uitsluitend gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • c. het aantal bedrijfswoningen bedraagt ten hoogste één per bedrijf;
  • d. de goot- en bouwhoogte van een gebouw of overkapping bedragen ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven goot- en bouwhoogte;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder a en d geldt voor bijbehorende bouwwerken en overkappingen bij een bedrijfswoning:
    • 1. bijbehorende bouwwerken worden tenminste 1,50 m achter de voorgevel van de bedrijfswoning gebouwd;
    • 2. bijbehorende bouwwerken bij hoekwoningen met twee straatgevels worden uitsluitend op het zijerf gebouwd indien het zijerf grenst aan een ander zijerf, een voet- of fietspad, een parkeerplaats of een parkeerhaven;
    • 3. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bedraagt bij bedrijfswoningen in meer dan één bouwlaag niet meer dan 40% van het erf, met een maximum van 50 m² per bedrijfswoning;
    • 4. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bedraagt bij bedrijfswoningen in één bouwlaag niet meer dan 40% van het erf, met een maximum van 100 m² per bedrijfswoning;
    • 5. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste 3,00 m;
    • 6. de goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfswoning.
4.2.2. Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt:

  • a. er worden geen andere bouwwerken ten behoeve van de opwekking van windenergie, paardrijbakken, zwembaden en tennisbanen gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2,00 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen:
    • 1. op een afstand van 1,50 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw, en daarvoor ten hoogste 1,00 m bedraagt;
    • 2. van 2,00 op de erfgrens bij zijerven bij hoekpanden met twee straatgevels uitsluitend is toegestaan wanneer de zijtuin grenst aan een voetpad, fietspad en/of parkeerplaats of -haven;
  • c. de bouwhoogte van palen en masten bedraagt ten hoogste 6,00 m;
  • d. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5,00 m.
4.3. Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.2.2 onder a in die zin dat paardrijbakken, zwembaden en/of tennisbanen worden toegestaan, mits:

  • tevens de in 4.5 onder e. bedoelde omgevingsvergunning is verleend.
4.4. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan de bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een beroepsuitoefening aan huis of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit in een bedrijfswoning zodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke brutovloeroppervlakte van de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken;
  • d. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige toeristische overnachting in een bedrijfswoning zodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke brutovloeroppervlakte van de bedrijfswoning en meer dan twee kamers worden gebruikt;
  • e. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning en voor een beroepsuitoefening aan huis c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, of een kleinschalige toeristische overnachtingsmogelijkheid;
  • f. het gebruik van de gronden ten behoeve van een paardrijbak, zwembad en/of een tennisbaan.
4.5. Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeers- en parkeersituatie, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in 4.4 onder a in die zin dat gronden en bouwwerken worden gebruikt voor de uitoefening van productiegebonden detailhandel, mits het geen detailhandel in voedings- en genotmiddelen betreft;
  • b. het bepaalde in 4.4 onder b in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2, mits:
    • 1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 2 onder categorie 1 en 2, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in Bijlage 2 onder een hogere categorie dan 2, maar in een individueel geval een lagere milieubelasting hebben;
    • 2. het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven betreft;
  • c. het bepaalde in 4.4 onder e in die zin dat vrijstaande bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning worden gebruikt voor mantelzorg, mits:
    • 1. eerst alle mogelijkheden van de aangebouwde bijbehorende bouwwerken optimaal benut worden om met inwoning een oplossing te bieden aan tijdelijke huisvesting ten behoeve van mantelzorg;
    • 2. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;
    • 3. de mantelzorg geboden wordt in de bestaande bebouwing;
    • 4. de oppervlakte van de afhankelijke woonruimte beperkt blijft tot 60 m²;
    • 5. het bijbehorend bouwwerk ten behoeve van de mantelzorg een ruimtelijke eenheid vormt met de op hetzelfde perceel gesitueerde (bedrijfs)woning, waarbij de maximale afstand van de woning tot het bijbehorend bouwwerk 20,00 m mag bedragen;
    • 6. dit geen onevenredige parkeerdruk met zich meebrengt;
    • 7. geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende bedrijven, in dié zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
  • d. het bepaalde in 4.4 onder f in die zin dat gronden worden gebruikt voor een paardrijbak, een zwembad of een tennisbaan, mits:
    • 1. de paardrijbak, het zwembad of de tennisbaan bij een agrarisch bedrijf op een afstand van ten hoogste 100 m uit de dichtstbijzijnde gevel van de bedrijfswoning ten behoeve van het eigen hobbymatig gebruik wordt aangelegd;
    • 2. de paardrijbak, het zwembad of de tennisbaan anders dan bij een agrarisch bedrijf wordt aangelegd op een afstand van ten hoogste 100 m uit de dichtstbijzijnde gevel van de bedrijfswoning of het woonhuis, ten behoeve waarvan de paardrijbak, het zwembad of de tennisbaan voor het eigen hobbymatig gebruik wordt aangelegd;
    • 3. de paardrijbak, het zwembad of de tennisbaan zoveel mogelijk recht achter de voorgevel van de hoofdgebouwen wordt gesitueerd en landschappelijk wordt ingepast;
    • 4. de oppervlakte van een paardrijbak ten hoogste 1.200 m² bedraagt;
    • 5. er geen bouwwerken ten behoeve van verlichting bij een paardrijbak, een zwembad en/of een tennisbaan worden aangebracht.
4.6. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.6.1. Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • het (gedeeltelijk) verwijderen van karakteristieke gebouwen, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek'.
4.6.2. Uitzonderingen

Het bepaalde in 4.6.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.
4.6.3. Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning wordt slechts verleend mits:

  • a. de bouwtechnische kwaliteit dusdanig slecht is dat hergebruik in alle redelijkheid niet mogelijk is;
  • b. het delen van een pand of bijgebouwen betreft die op zichzelf niet karakteristiek zijn en waarbij door verwijderen daarvan de karakteristieke hoofdvorm niet onevenredig wordt aangetast.