direct naar inhoud van Regels
Plan: Buitengebied Steenbergen, wijziging Rubeerdijk 1
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0851.bgWPRubeerdk1-v001

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.2 plan

het bestemmingsplan 'Buitengebied Steenbergen’ met identificatienummer NL.IMRO.0851.bgBPstbgeheel-v003 van de gemeente Steenbergen in samenhang gelezen met het bestemmingsplan ‘Buitengebied Steenbergen – 1e herziening’ met identificatienummer NL.IMRO.0851.bgBPstbherziening1-v001 van de gemeente Steenbergen.

1.3 Wijzigingsplan

het wijzigingsplan 'Buitengebied Steenbergen, wijziging Rubeerdijk 1' van de gemeente Steenbergen als vervat in de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0851.bgWPRubeerdk1-v001.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij de toepassing van deze regels wordt gemeten conform de regels in artikel 2 van het plan zoals genoemd in artikel 1.2.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch met waarden - Landschapswaarden

Ter plaatse van deze bestemming zijn de regels uit artikel 5 behorende bij het plan zoals genoemd in artikel 1.2, voor zover relevant, van toepassing, met dien verstande dat de volgende regels met dit wijzigingsplan worden gewijzigd:

Artikel 5.1, lid l wordt als volgt gewijzigd:

kwaliteitsverbetering van het landschap, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch met waarden - landschappelijke inpassing’, de landschappelijke inpassing als bedoeld voor de kwaliteitsverbetering van het landschap zodanig opgericht en in stand dient te worden gehouden zoals vermeld in Bijlage 1 bij deze regels;

Artikel 4 Wonen

Ter plaatse van deze bestemming zijn de regels uit artikel 26 behorende bij het plan zoals genoemd in artikel 1.2, voor zover relevant, van toepassing, met dien verstande dat de volgende regels met dit wijzigingsplan worden gewijzigd:

  • a. Artikel 26.1, lid f, sub 2 wordt als volgt gewijzigd:

met dien verstande dat het gebruik en het (doen) laten gebruiken van de voor ‘Wonen’ aangewezen gronden conform de bestemming ‘Wonen’ in het kader van onderhavig wijzigingsplan alleen is toegestaan, indien de landschappelijke inpassing binnen maximaal 1 jaar na het onherroepelijk worden van het wijzigingsplan is aangelegd conform het inrichtingsplan en aldus in stand wordt gehouden. Onder inrichtingsplan wordt in deze regels verstaan de landschappelijke inpassing zoals opgenomen in Bijlage 1.

  • b. Artikel 26.2.3, lid a, wordt als volgt gewijzigd:

de maximale gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 250 m²;

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Op het wijzigingsplan zijn de algemene regels uit hoofdstuk 3 behorende bij het plan zoals genoemd in artikel 1.2, voor zover relevant, van toepassing, met inachtneming van het bepaalde in Artikel 5, Artikel 6 en Artikel 7.

Artikel 5 Algemene aanduidingsregels

Aan artikel 37 ‘Algemene aanduidingsregels’ van het plan zoals genoemd in artikel 1.2 wordt het volgende lid wordt toegevoegd:

37.19 overige zone - voorwaardelijke verplichtingen

Ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone - voorwaardelijke verplichtingen’, geldt, in afwijking van de aldaar geldende bestemmingen, dat het gebruik volgens de bestemmingen alleen is toegestaan op voorwaarden dat:

  • a. de landschappelijke inpassing als bedoeld voor de kwaliteitsverbetering van het landschap binnen 1 jaar na het onherroepelijk worden van het wijzigingsplan is aangelegd en in stand wordt gehouden overeenkomstig het inrichtingsplan zoals opgenomen Bijlage 1.
  • b. indien niet aan deze verplichtingen wordt voldaan is het als zodanig gebruiken van de gronden in strijd met deze bestemmingen.

Artikel 6 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 7 Overige regels

7.1 Parkeerregeling

Ten behoeve van het voorzien in voldoende parkeergelegenheid gelden de volgende regels:

  • a. bij de uitoefening van de bevoegdheid voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen en/of afwijken dient tenminste voldaan te worden aan de volgende parkeernormen:
    • 1. 2 parkeerplaatsen per vrijstaand gebouwde woning;
  • b. het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde onder a. indien wordt voorzien in een parkeervoorziening, die gelet op de parkeerbelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig is als bedoeld onder a, daarbij rekening houdend met de reeds bestaande bebouwing ter plaatse en de mogelijkheid van dubbelgebruik;
  • c. parkeergelegenheid die is gerealiseerd om te voorzien in voldoende parkeergelegenheid dient in stand te worden gehouden.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 8 Overgangsrecht

8.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen, wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig afwijken van het bepaalde onder a voor het vergroten van de inhoud van het bouwwerk als bedoeld in het bepaalde onder a met maximaal 10%.
  • c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

8.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 9 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het wijzigingsplan “Buitengebied Steenbergen, wijziging Rubeerdijk 1”.