direct naar inhoud van 5.1 Inleiding
Plan: Buitengebied Dinteloord en Prinsenland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0851.bgBPdtlgeheel-v002

5.1 Inleiding

Voor onderhavig bestemmingsplan geldt een m.e.r.-plicht. De m.e.r.-plicht volgt uit het feit dat binnen het plangebied de bestaande agrarische bouwvlakken worden opgenomen en er ruimte wordt geboden voor de vergroting van de bouwvlakken voor grondgebonden agrarische bedrijven.

In Onderdeel D activiteiten, plannen en besluiten, ten aanzien waarvan de m.e.r.-procedure (Besluit m.e.r) van toepassing is, zijn categorieën van activiteiten aangegeven, waaraan drempelwaarden zijn gekoppeld. Indien deze drempelwaarden overschreden worden, geldt een m.e.r.-beoordelingsplicht. Onderdeel D.14 bepaalt dat het oprichten, wijzigen of uitbreiden van een installatie voor het fokken, mesten of houden van dieren boven bepaalde aantallen m.e.r.- beoordelingsplicht is. Aangezien enkele bedrijven binnen het plangebied deze drempelwaarden overschrijden geldt een m.e.r.-(beoordelings)plicht.

Op grond van de Wet milieubeheer is het verplicht om bij bestemmingsplannen met een kaderstellend karakter, die m.e.r.-(beoordelings)plichtige activiteiten mogelijk maken een planm.e.r.-procedure te doorlopen. Dit betekent dat het opstellen van een PlanMER en het doorlopen van de bijbehorende procedure verplicht is.

In onderhavig hoofdstuk wordt per fase van de m.e.r.-procedure de totstandkoming van de planMER beschreven. Allereerst heeft een Voortoets plaatsgevonden. Met de daarop volgende Notitie reikwijdte en detailniveau zijn de kaders van de onderzoeksmethodiek voor de m.e.r.- procedure beschreven.