direct naar inhoud van 1.7 M.e.r.-procedure
Plan: Buitengebied Dinteloord en Prinsenland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0851.bgBPdtlgeheel-v002

1.7 M.e.r.-procedure

Met het nieuwe bestemmingsplan worden onder meer activiteiten mogelijk gemaakt waarvoor een m.e.r.-procedure moet worden doorlopen. Hierbij moet worden gedacht aan het opnemen van de bestaande agrarische bouwvlakken, het bieden van een mogelijkheid tot het vergroten van grondgebonden agrarische bouwvlakken en het bieden van (beperkte) ruimte voor recreatie en toerisme.

Het milieueffectrapport (MER) als onderlegger van de m.e.r.-procedure, is bedoeld om de gevolgen van de voorgenomen activiteiten voor het milieu zichtbaar te maken. De Wet milieubeheer (hoofdstuk 7) in samenhang met het Besluit milieueffectrapportage verplichten tot een onderzoek naar de milieueffecten in de vorm van een milieueffectrapportage. Deze effecten zullen worden beschreven in een milieueffectrapport.

Vanwege de mogelijke gevolgen op de nabij en in het plangebied gelegen Natura 2000- gebieden is naast de milieueffectrapportage een ecologische voortoets opgesteld om te beoordelen of een Passende Beoordeling als bedoeld in de Natuurbeschermingswet 1998 moet worden opgesteld. De conclusies van deze voortoets zijn in het MER verwerkt. Naar aanleiding van het advies van de adviescommissie voor de milieueffectrapportage, een ingediende zienswijze en de recente wetswijziging van de natuurbeschermingswet 1998, is een aanvulling op het milieueffectrapport opgesteld. De conclusies van deze aanvulling zijn verwerkt in dit bestemmingsplan. Voor een nadere toelichting omtrent de doorlopen m.e.r-procedure wordt verwezen naar hoofdstuk 5 van onderhavige toelichting.