Artikel 25 Algemene aanduidingsregels
25.1 Aanduiding 'windturbinepark'
25.1.1 Bestemmingsomschrijving
De gronden met de aanduiding 'windturbinepark' zijn bestemd voor:
-
a. windturbines;
-
b. groenvoorzieningen, waterlopen en ontsluitingspaden.
25.1.2 Bouwregels
Voor het bouwen van windturbines gelden de volgende bepalingen:
-
a. het maximum aantal windturbines mag niet meer dan 4 bedragen;
-
b. de hoogte van windturbines mag niet meer bedragen dan 55 meter;
-
c. de onderlinge afstand van de windturbines mag niet minder bedragen dan 200 meter;
-
d. de afstand ten opzichte van de teen van de Drie Vriendendijk dient minimaal 4 meter te bedragen;
-
e. ten behoeve van de windturbines mogen de gronden tot maximaal 15% worden bebouwd;
-
f. de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van windturbines mag niet meer bedragen dan 4 meter.
25.2 Cultuurhistorische waarden
Ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waaden', tevens voor de bescherming en instandhouding van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing.
25.3 Geluidzone - Industrie
Binnen de als 'Geluidzone - Industrie' aangegeven gronden mogen geen nieuwe woningen of andere geluidgevoelige functies worden gebouwd, tenzij een hogere waarde is vastgesteld.
25.4 Gezoneerd industrieterrein
Op de als 'gezoneerd industrieterrein' aangegeven gronden zijn tevens geluidzoneringsplichtige inrichtingen toegestaan. Bedrijfsgebouwen en gronden mogen niet zodanig worden gebruikt, dat als gevolg van dit gebruik de geluidsbelasting binnen de aanduiding 'Geluidzone - industrie' hoger wordt dan 50 dB(A).
25.5 Milieuzone – attentiegebied ehs
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone – attentiegebieden ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs.
25.6 Milieuzone – beheergebied ehs
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone – beheergebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de ehs.
25.7 Milieuzone - ecologische hoofdstructuur
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - ecologische hoofdstructuur', tevens voor het behoud, herstel, bescherming en/of de duurzame ontwikkeling van de ecologische waarden en kenmerken van deze gebieden (ecologische hoofdstructuur).
25.8 Milieuzone - groenblauwe mantel
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - groenblauwe mantel', tevens voor het behoud, herstel, bescherming en/of de duurzame ontwikkeling van het watersysteem en de ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken van deze gebieden (groenblauwe mantel).
25.9 Milieuzone – reserveringsgebied waterberging
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone – reserveringsgebied waterberging', tevens een reserveringsgebied ten behoeve van waterberging.
25.10 Milieuzone – winterbed
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone – winterbed', tevens een winterbed.
25.11 Milieuzone – zoekgebied behoud en herstel watersystemen
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone – zoekgebied behoud en herstel watersystemen', tevens een zoekgebied voor de bescherming en instandhouding van het watersysteem.
25.12 Milieuzone – zoekgebied ecologische verbindingszone
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone – zoekgebied ecologische verbindingszone', tevens een zoekgebied voor een nieuwe ecologische verbindingszone.
25.13 aardkundig waardevol gebied
Ter plaatse van de aanduiding 'aardkundig waardevol gebied', tevens voor het behoud en bescherming van de aan het gebied toegekende aardkundige waarden, gekenmerkt door het aanwezig zijn van bijzondere aardkundige verschijnselen.
25.14 archeologische verwachtingswaarde
Ter plaatse van de aanduiding 'archeologische verwachtingswaarde', tevens voor het behoud van archeologische waarden.
25.15 Milieuzone - leiding dpo
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - leiding dpo', voor een militaire brandstofleiding.
25.16 schootsvelden
Ter plaatse van de aanduiding 'schootsvelden' zijn de gronden, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de instandhouding van de schootsvelden.
25.17 Veiligheidszone – bevi
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone – bevi' gelden, ten behoeve van wijzigings- en afwijkingsbevoegdheden zoals opgenomen hoofdstuk 2 en 3, de volgende regels:
-
a. op of in deze gronden mogen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd, met uitzondering van bestaande beperkt kwetsbare objecten;
-
b. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 25.17, sub a en het oprichten van kwetsbare, beperkt kwetsbare of uitbreiden van bestaande kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toestaan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- er mag geen sprake zijn van overschrijding van de grenswaarde van het plaatsgebonden risico voor wat betreft kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare objecten;
- toename van het groepsrisico voor kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare objecten is alleen mogelijk indien er een uitgebreide verantwoording van het groepsrisico plaatsvindt, met aandacht voor nut en noodzaak van de nieuwe ontwikkeling, bereikbaarheid, bestrijdbaarheid, beheersbaarheid, zelfredzaamheid en restrisico, waaruit blijkt dat het verantwoord is om af te wijken van hetgeen bepaald in 25.17, sub a.
25.18 Veiligheidszone – vervoer gevaarlijke stoffen
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone – vervoer gevaarlijke stoffen' gelden, ten behoeve van wijzigings- en afwijkingsbevoegdheden zoals opgenomen in hoofdstuk 2 en 3, de volgende regels:
-
a. het is niet toegestaan om kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten op te richten of bestaande kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten uit te breiden;
-
b. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 37.12, sub a. voor het oprichten van kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten dan wel het uitbreiden van bestaande kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- er mag geen sprake zijn van overschrijding van de grenswaarde van het plaatsgebonden risico en een overschrijding van de oriënterende waarde van het groepsrisico voor wat betreft kwetsbare objecten;
- er mag geen sprake zijn van overschrijding van de richtwaarde van het plaatsgebonden risico en een overschrijding van de oriënterende waarde van het groepsrisico voor wat betreft beperkt kwetsbare objecten.
25.19 Vrijwaringszone – weg 50 meter
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg 50 meter' gelden, ten behoeve van de wijzigings- en afwijkingsbevoegdheden zoals opgenomen in hoofdstuk 2, de volgende regels:
-
a. er mogen geen bouwwerken worden opgericht die een toekomstige uitbreiding van de Rijksweg kunnen belemmeren, met uitzondering van bouwwerken ten behoeve van verkeersdoeleinden;
-
b. nieuwe ontwikkelingen, met uitzondering van ontwikkelingen ter plaatse van bestaande bouwvlakken, kunnen slechts plaatsvinden na een verklaring van geen bezwaar van de wegbeheerder.
25.20 Vrijwaringszone – weg 75 meter
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg 75 meter' gelden, ten behoeve van de wijzigings- en afwijkingsbevoegdheden zoals opgenomen in hoofdstuk 2, de volgende regels:
-
a. er mogen geen bouwwerken worden opgericht die een toekomstige uitbreiding van de Rijksweg kunnen belemmeren;
-
b. voorafgaand bij nieuwe ontwikkelingen, met uitzondering van ontwikkelingen ter plaatse van bestaande bouwvlakken, wordt eerst schriftelijk advies ingewonnen bij de wegbeheerder.