Plan: | Buitengebied Dinteloord en Prinsenland |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0851.bgBPdtlgeheel-v001 |
De gemeente heeft op 31 mei 2012 conform de Wet ruimtelijke ordening (Wro) een nieuwe structuurvisie voor het gehele gemeentelijke grondgebied vastgesteld. De nieuwe visie bevat geen ingrijpend nieuw beleid, maar vervangt de StructuurvisiePlus uit 2002 en integreert de beleidsuitgangspunten uit de Gebiedsvisie 2007, de IDOP’s, de Nota van uitgangspunten voor het buitengebied, het Economisch beleidsplan en de recreatievisies tot een uitvoeringsgericht beleidsinstrument. De uitgangspunten van genoemde beleidsdocumenten zijn in deze paragraaf per document nader uiteengezet. Daarnaast zijn in de visie de provinciale gebiedsontwikkelingen Brabantse Wal en Waterpoort met bijbehorende deelprojecten opgenomen c.q. vertaald.
Het buitengebied bestaat in de structuurvisie uit laagdynamische gebieden. In de laagdynamische gebieden geldt als beleidsuitgangspunt het behoud en versterken van huidige waarden. Drie gebieden zijn er te onderscheiden:
Met de in de nieuwe structuurvisie opgenomen Uitvoeringsparagraaf heeft de gemeente een uitvoeringsgericht beleidsinstrument. Met deze paragraaf biedt de structuurvisie “nieuwe stijl" bijvoorbeeld een wettelijk kader voor vestiging van het wettelijk voorkeursrecht gemeenten (Wvg), de basis voor het betalen van bijdragen aan ruimtelijke ontwikkelingen en het verrekenen van kosten ten behoeve van bovenplanse verevening.
Uitgangspunten voor het bestemmingsplan
Daar waar mogelijk zijn de concrete ontwikkelingen uit de nieuwe structuurvisie vertaald in onderhavig bestemmingsplan. Het gaat hier onder meer om de uitwerking van het tracé van de nieuwe Rijksweg A4, extensieve recreatieve ontwikkelingen en de natuurontwikkeling langs de Steenbergsche en Roosendaalsche Vliet. Voor het overige worden de bestaande waarden in de laagdynamische gebieden behouden en versterkt, de verdere ontwikkeling en versterking van de agrarische landbouwsector wordt gestimuleerd en vormen recreatie en toerisme een speerpunt.
De gemeente Steenbergen heeft tussen 2006 en 2009 voor haar verschillende kleine kernen binnen het gemeentelijk grondgebied zogenaamde ‘dorpontwikkelingsplannen’ (dop’s) opgesteld. Deze plannen vormen een praktische agenda waarin voor de middellange termijn vastgelegd wordt welk beleid en welke projecten uitgevoerd gaan worden om een kleine kern in het landelijke gebied sociaal, economisch en ruimtelijk leefbaar en vitaal te houden. Voor onderhavig plangebied is het dorpontwikkelingsplan van de kern Dinteloord relevant.
Achtergrond
De aanleiding voor het maken van de dorpsontwikkelingsplannen is meerledig. In de eerste plaats nopen veranderingen op het gebied van vergrijzing, ontgroening en schaalvergroting in kleine kernen ertoe dat de leefbaarheid onder druk staat. Concrete actie is nodig om kleine kernen leefbaar te houden voor haar bewoners. Daarnaast spelen op dit moment in meerdere dorpen belangrijke grote ontwikkelingen op allerlei gebieden. Het betreft hier onder meer de toekomstige ligging van de rijksweg A4 die van grote invloed op toekomstige ontwikkelingen en ambities van de kernen kan zijn. In de derde plaats is er de laatste jaren veel beleid geschreven en staat er nieuw beleid op de rol, zonder dat er een kapstok bestaat waarin de onderwerpen samenkomen. Het dorpsontwikkelingsplan kan deze rol vervullen. Tenslotte beoogt de gemeente de betrokkenheid van bewoners te vergroten en het nemen van de eigen verantwoordelijkheid van burgers en maatschappelijke partijen te stimuleren.
Uitgangspunten voor het bestemmingsplan
Voor Dinteloord is hieronder aangegeven welke relatie het dorpontwikkelingsplan met het buitengebied heeft.
Werken
Nieuwe economische dragers in het buitengebied
Voor Dinteloord zijn de open polders belangrijk voor de identiteit en de beleving van het dorp. Hierbij hoort een levendige agrarische sector. Kansen voor de agrarische sector moeten worden benut, waarbij behoud van de openheid ten westen van Dinteloord erg belangrijk is.
Prinsenlandse polder
De huidige dominantie van de akkerbouw in de Prinsenlandse polder is evenwel zeer kwetsbaar. Daarom is verbreding van de landbouwtakken wel wenselijk. De ambitie voor het buitengebied is om functies te ontplooien, die passen bij de specifieke kenmerken van de polders, en op die manier bij te dragen aan het imago van de streek. Naast het behouden van de agrarische sector zijn er voor ondernemers kansen om actief in te springen op een verbrede en multifunctionele landbouw en liggen er kansen om op een verantwoorde manier recreatie uit te bouwen. Aansluitend op de extensieve recreatieve routes kunnen dagrecreatieve en kleinschalige verblijfsrecreatieve activiteiten worden ontplooid. In vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen kunnen recreatiefuncties zoals bijvoorbeeld een bed & breakfast worden gerealiseerd. De gemeente wil verruimde mogelijkheden bieden in het nieuwe bestemmingsplan. Of hiervan gebruik zal worden gemaakt is de vraag. Op locaties langs natuurontwikkelingsgebieden of in het bebouwingscluster Boompjesdijk kunnen dagrecreatieve activiteiten ingepast worden, eventueel gecombineerd met horeca. Ook kan men in dergelijke gebieden denken aan bijzondere arrangementen gericht op specifieke doelgroepen, zoals zorgboerderijen, kunstateliers, workshopboerderijen enzovoorts. Voor grootschaliger bedrijvigheid, die niet verwant is aan de agrarische sector is op het platteland van Dinteloord geen plaats. Via de notitie 'buitengebied in ontwikkeling' kan de gemeente invulling geven aan een verruimd beleid ten aanzien van nieuwe economische dragers in VAB, met name in bebouwingsclusters.
Randvoorwaarden
De kwaliteit van het buitengebied heeft een grote waarde voor de bewoners. Essentiële kwaliteiten zijn de openheid en de rust in het buitengebied en de beeldkwaliteit van de gebouwen (m.n. het vooraanzicht). Daarom worden er eisen gesteld aan nieuwe economische dragers. De verdere uitwerking van deze eisen zal plaatsvinden in de nog op te stellen nota buitengebied in ontwikkeling.
Recreatie en toerisme
Speerpunten:
Het toeristisch-recreatieve profiel van Dinteloord wordt verder uitgebouwd, als (meer kleinschalige) verbreding van de plattelandseconomie of bijvoorbeeld als watergerelateerde recreatie. Bij eerstgenoemde ontwikkeling zijn enkele maatregelen nodig om de recreatie in het buitengebied te bevorderen (bewegwijzering en heldere routestructuren) en de veiligheid te verbeteren. Op die manier gaat toeristisch-recreatieve ontwikkeling samen met de 'eigen uitloop'.
Door de gemeente is in 2010 de beleidsvisie ‘Landrecreatie – tussen Wal en Water’ opgesteld, met als doel te komen tot een breed gedragen visie op de landrecreatie in de gemeente, inclusief de verbindingen met de waterrecreatie.
In de visie voor de landrecreatie staat de actieve buitenmens centraal, zowel de toerist als de (lokale) recreant. Het toeristisch-recreatieve product dat wordt aangeboden is sterk verbonden met de bestaande kwaliteiten van rust en ruimte. Er wordt waarde gehecht aan het verknopen van het toeristisch-recreatieve product en lokale voorzieningen. Kleinschaligheid, kwaliteit en herkenbaarheid zijn sleutelwoorden. De visie gaat uit van een tweesporenbeleid: dromen en doen. Versterking en verbetering van het bestaande recreatieve product, met name gericht op dag- en verblijfrecreatie (routes en attracties) en de verbinding land-water. Dit betekent uitwerking en aanscherping van bestaande programma’s, zoals het toekomstschets Brabantse Wal, en energie op bestaande initiatieven (= doen). Daarnaast zijn nieuwe markten en kansen bezien (= dromen, en dan doen). Daarbij wordt de verbinding tussen het recreatieve product voor gasten van buiten en de lokale inwoners als belangrijke toevoeging gezien. Ten aanzien van nieuwe markten liggen er kansen in het verbinden van de agrarische en recreatieve sector. De zakelijke markt wordt ook als kansrijk gezien, gezien de gunstige ligging tussen Antwerpen en Rotterdam, maar ook met grotere steden in de omgeving, zoals Roosendaal en Bergen op Zoom. Er is ook nadrukkelijk gekeken naar de combinatie met zorg. Er liggen zeker kansen, zowel op het gebied van dag- als verblijfsrecreatie. Toegankelijkheid biedt een basisniveau, maar er kan ook zeker gekeken naar intensievere en duurzame zorgconcepten. Het samenwerken is een belangrijke randvoorwaarde om het gebied verder toeristisch-recreatief te ontwikkelen, een gevarieerd aanbod te bieden en voor een sterke communicatie. De gemeente speelt daarbij een belangrijke ondersteunende en meedenkende rol en kan de eigen recreatievoorzieningen inzetten voor toeristisch gebruik.
Uitgangspunten voor het bestemmingsplan
Voor het buitengebied geldt dat de ambitie die de visie uitspreekt, namelijk het gebied verder toeristisch-recreatief ontwikkelen, aansluit bij de aandachtspunten van het onderhavige bestemmingsplan. Hierin worden namelijk mogelijkheden gecreëerd voor inpassing van recreatieve functies (voorzieningen en routestructuren). Dit aandachtspunt is tevens meegenomen in de regels en op de verbeelding.
De visie op waterrecreatie geeft het gewenste beeld weer van Steenbergen in 2020. In de visie worden de kansen van Steenbergen op het gebied van waterrecreatieve ontwikkeling aan de hand van een viertal ruimtelijke concepten weergegeven. Het gemeentebestuur wil haar ambities voor de Nota Waterrecreatie op heldere wijze uitdragen. Deze visie benadrukt de mogelijkheden binnen Steenbergen op het gebied van waterrecreatieve ontwikkelingskansen. Daarbij wordt een aantal specifieke gebieden met ontwikkelingpotentie aangewezen. De watervisie richt zich op een wenselijk toekomstbeeld van de gemeente in 2020; waar wonen, bedrijvigheid en recreatie in een evenwichtig samenspel bijdragen tot het creëren van een kwalitatief hoogwaardige ruimte waar plaats is voor iedereen. Met de horizon op 2020 wordt in de visie op waterrecreatie het kader geschetst voor waterrecreatieve ontwikkeling in een passende verhouding tussen ruimtebeslag, kwaliteit en natuurwaarden.
De visie is neergezet in een aantal ruimtelijke concepten waarbij specifieke gebieden met ontwikkelingspotenties worden benoemd. Dit is gedaan om een handelingskader te bieden voor gebieden waar het de ambitie is om specifieke kwaliteiten te benutten en te versterken. Deze ruimtelijke concepten zijn richtinggevend waarbij voorbij beperkingen is gedacht. Er worden vier ruimtelijke concepten toegelicht die in samenhang met elkaar toch elk een eigen ontwikkeling en specifieke bijdrage aan de doelstelling leveren. Het gaat om de volgende vier concepten:
Voor het bestemmingsplan zijn de concepten ‘De Vliet in beweging’, ‘Welness’ en de 'Sasdijk' van belang. De Steenbergsche Vliet is het belangrijke verbindingswater in Steenbergen en loopt langs het cultuurhistorische verleden van Steenbergen. De Vliet is een verbindingsfactor voor verschillende havens en de regio, een aantrekkelijk vaargebied met unieke natuurwaarden en heeft ruime ontwikkelingspotenties voor wellnessmogelijkheden, watersportmogelijkheden en verblijfsmogelijkheden.
Specifieke kansen liggen in het gebied Sasdijk in Dinteloord met aansluitend de Dintelpolder en Drievriendenpolder. Dit ruimtelijk concept kent twee belangrijke dragers die in synergie met elkaar functioneren omdat ze elkaar versterken. Get concept is gebaseerd op een mix tussen druk en rustig: gebied Sasdijk als wervelend waterrecreatie- en verblijfsgebied (druk) en het poldergebied bij de Sasdijk (zelfs tot Benedensas) als natuurlijke verbindingszone met watergebonden recreatieve functies (rustig).
Speerpunten voor het concept ‘De Vliet in beweging’ zijn:
Speerpunten voor het concept ‘Welness’ zijn:
Speerpunten voor het concept 'Sasdijk':
Doorwerking plangebied
De ambitie die de visie waterrecreatie uitspreekt, namelijk het benutten van waterrecreatieve ontwikkelingskansen in de gemeente Steenbergen, sluit aan bij de aandachtspunten van het onderhavige bestemmingsplan. Hierin worden namelijk mogelijkheden gecreëerd voor inpassing van recreatieve functies (voorzieningen en routestructuren). Dit aandachtspunt is tevens meegenomen in de regels en in de verbeelding.
De gemeente Steenbergen heeft een nieuw economisch beleidsplan opgesteld voor de periode 2009-2020. Het beleidsplan is de basis voor acties in de komende jaren op een viertal beleidslijnen met als doel de versterking van de economische aantrekkelijkheid van Steenbergen. De acties geven aan waar de gemeente Steenbergen op in moet zetten en hoe de gemeente met de knelpunten en kansen/ontwikkelingen om moet gaan. Waar staat Steenbergen en waar wil Steenbergen naar toe? Waaraan wil de gemeente meewerken en waaraan niet? Hoe ondernemers te stimuleren tot actie? Daarnaast vormt het een belangrijk kader (verankering) voor de taken van Economische Zaken. De hoofddoelstelling van het economisch beleidsplan is: “Behoud van kwaliteit en ruimte voor ondernemers”.
Uitgangspunten voor het bestemmingsplan
Voor het plangebied zijn de volgende beleidslijnen van toepassing:
Beleidslijn 2: Landbouw blijft belangrijke sector voor Steenbergen, zeker met de ontwikkeling van het
AFCWB
De landbouwsector is een belangrijke economische peiler in Steenbergen met ruim 1.000 arbeidsplaatsen (Kamer van Koophandel West Brabant, 2009). ZLTO Steenbergen-Bergen op Zoom geeft aan dat dit cijfer zelfs nog hoger ligt, namelijk rond de 1.500. Als hier de gerelateerde bedrijven bij worden opgeteld wordt het belang van deze sector bovendien verder onderstreept. Door schaalvergroting in de landbouw komt het aantal bedrijven en de werkgelegenheid onder druk te staan. Toch biedt deze sector veel kansen voor Steenbergen. Dit komt onder meer door de ontwikkeling van het Agro & Food Cluster West Brabant (AFC nieuw Prinsenland), wat voor een stimulering van de werkgelegenheid zorgt, ook voor hoger opgeleiden. Dit heeft een directe doorwerking in de vraag naar toeleveranciers, afnemers en verwerkers van landbouwproducten. De toename in werkgelegenheid zorgt ook voor extra vraag naar woningen en zal een positief effect hebben op het versterken en uitbreiden van het lokale bestedingenpatroon van inwoners in Steenbergen. Werklocaties en landbouw zijn samen goed voor ruim 40% van de werkgelegenheid. Kortom, werklocaties en landbouw spelen een centrale rol in de economie van Steenbergen. Het is dan ook logisch dat het behoud en versterken van werklocaties en landbouw een centrale rol krijgt in dit beleidsplan.
Actielijnen
Beleidslijn 4: Recreatie en toerisme: bestaande kwaliteiten optimaal benutten!|
De toeristisch-recreatieve sector is voor de regio en Steenbergen een belangrijke sector. Veel bestedingen worden immers gedaan in de detailhandel en horeca en deze bestedingen nemen bijna jaarlijks toe. De exacte werkgelegenheid in de toeristische sector / vrijetijdsindustrie is lastig te bepalen. De sector zit vooral verweven in de sector horeca1, maar daarnaast ook in de subsectoren van de overige dienstverlening zoals sport, cultuur en recreatie. Sinds begin jaren '90 is de sector in Steenbergen met bijna 75% gegroeid van ruim 220 naar 390 arbeidsplaatsen. Na de eeuwwisseling is deze groei echter gestagneerd.
Om de toeristische sector qua werkgelegenheid en bestedingen sterk te doen stijgen, is de vestiging van een grote speler, zoals een hotel en/of bungalowpark interessant. Dit kan een waardevolle aanvulling zijn voor Steenbergen. Hiervoor zijn inmiddels plannen in de maak. In het werkatelier en gesprekken met stakeholders kwam naar voren dat dit soort aanvullingen wel wenselijk zijn, maar dat het concept wel goed moet passen bij Steenbergen. Rust, ruimte, natuur en water spelen daarbij wederom een belangrijke factor. De gemeente hoeft echter geen wonderen te verwachten van de investeringen en opbrengsten in deze sector. De focus ligt dan ook vooral op het benutten van bestaande kwaliteiten en waar mogelijk op kleine schaal uitbreiden. Ook voor de rol van het toerisme en recreatie zijn actielijnen vastgesteld.
Actielijnen
Voor onderhavig bestemmingsplan geldt voor beleidslijn 2 dat ruimte wordt geboden voor schaalvergroting bij (grondgebonden) agrarische bedrijven enerzijds en nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven ter stimulering van de gemengde plattelandseconomie anderzijds. Voor de actiepunten uit beleidslijn 4 wordt in het bestemmingsplan ruimte geboden voor extensieve recreatieve mogelijkheden alsmede opvolgende functies bij Vrijkomende Agrarische Bedrijven die in het buitendijks gebied rondom de Steenbergsche en Roosendaalsche Vliet zijn gelegen. Een nadere uiteenzetting van bovenstaand beleid staat in paragraaf 4.4 van onderhavige toelichting.
De gemeenteraad heeft in februari 2010 de Beleidsnota Huisvesting Arbeidsmigranten vastgesteld. Aanleiding is de toename van werkende en verblijvende arbeidsmigranten in de gemeente Steenbergen. De meeste arbeidsmigranten zijn werkzaam in de agrarische sector. Binnen de overige sectoren wordt er in mindere mate gebruik gemaakt van deze werknemers.
Naast de vraag die de bestaande bedrijven met zich meebrengen, zijn er ook toekomstige ontwikkelingen waarmee rekening moet worden gehouden. Met name de grootschalige ontwikkeling van het AFC West-Brabant is een ontwikkeling welke een grote economische impuls met zich zal meebrengen. Er komt veel extra vraag naar nieuwe werknemers, welke gedeeltelijk zal worden opgevuld met arbeidsmigranten. Het aantal in Steenbergen werkende arbeidsmigranten zal in de toekomst dan ook toenemen.
In de beleidsnota is aangegeven hoe de gemeente de maatschappelijk verantwoorde huisvesting van arbeidsmigranten wil regelen. Huisvesting van de arbeidsmigranten is primair een verantwoordelijkheid van de werkgevers. Wel wil de gemeente Steenbergen bijdragen aan de juiste omstandigheden om maatschappelijk verantwoorde huisvesting mogelijk te maken en om problemen te voorkomen. De gemeente heeft een faciliterende rol.
Uitgangspunten voor het bestemmingsplan
Middels de beleidsnota worden er aan de werkgevers handvaten geboden om maatschappelijk verantwoorde huisvesting mogelijk te kunnen maken. Deze handvaten worden vertaald in onderhavig bestemmingsplan. Het gaat in het bestemmingsplan om het regelen van huisvesting op agrarische bedrijven waar de arbeidsmigranten werkzaam zijn.
De bomenverordening van de gemeente Steenbergen dateert van mei 2010 en stelt de nodige regels ten aanzien van de bescherming van diverse groenelementen (waaronder bomen) binnen de gemeente. De bomenverordening wordt ondersteund met de kaart ‘beschermde groenelementen’ en de bomenlijst ‘Waardevolle en Monumentale bomen Steenbergen’ waarop de te beschermen elementen zijn aangegeven.
Uitgangspunten voor het bestemmingsplan
In het buitengebied zijn diverse gebieden aangewezen waarvoor bijzondere waarden gelden, zoals ‘hoofdstructuren groen’, bijzondere groengebieden’ en ‘landschapselementen’ en waar een omgevingsvergunning verplicht is voor diverse werkzaamheden (onder andere het rooien en vellen van bomen en houtopstanden). Ten aanzien van de ecologische hoofdstructuur kan worden gesteld dat deze middels een natuurbestemming met daar aan gekoppelde beperkende regels, beschermd is. De overige waarden zijn middels de bomenverordening beschermd, derhalve is een specifieke regeling in onderhavig bestemmingsplan niet noodzakelijk.