Plan: | Lierop-Zuid, fase 1 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0847.BP02023022-OW01 |
Het bestemmingsplan 'Lierop-Zuid, fase 1' met identificatienummer NL.IMRO.0847.BP02023022-OW01 van de gemeente Someren.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
De kaart waarop de bestemmingen en aanduidingen van de gronden die in het plangebied zijn gelegen, zijn aangegeven.
Een aan het hoofdgebouw aangebouwd bijgebouw, enkel achter de achtergevel van de woning.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels, regels worden gesteld voor het gebruik en/ of het bebouwen van de desbetreffende gronden.
Bebouwing waarbij de hoofdgebouwen aan beide zijden in de perceelsgrens zijn gebouwd, met dien verstande dat de eindwoning slechts aan één zijde in de zijdelingse perceelsgrens hoeft te worden gebouwd, patiowoningen hieronder begrepen.
Het uitoefenen van een beroep, het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied of het uitoefenen van publiekverzorgend ambacht in de vorm van kappers, schoonheidssalons e.d., met dien verstande dat woonfunctie hoofdfunctie blijft.
Een van de weg afgekeerde gevel van een hoofdgebouw, die gelegen is tegenover de voorgevel.
De lijn waarin de achtergevel van het hoofdgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan.
Een bijgebouw bij een (bedrijfs)woning dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met deze (bedrijfs)woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg is gehuisvest.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Een in de regels of op de verbeelding aangegeven percentage dat de grootte van het deel van een bestemmingsvlak aangeeft dat mag worden bebouwd.
Een organisatorische eenheid, waarbinnen op een bepaalde locatie commerciële activiteiten worden uitgeoefend.
Bebouwing, zoals die bestaat, of rechtens mag bestaan, op het tijdstip van de ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Het verblijf c.q. gebruik als woonruimte inclusief nachtverblijf voor de huisvesting van een huishouden zonder dat elders aantoonbaar over een hoofdwoonverblijf wordt beschikt.
Een gebouw dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Het bedrijfsmatig te koop/huur aanbieden, waaronder begrepen het uitstallen ten verkoop/ verhuur, het verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen/huren voor eigen gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
Elke vorm van erotische dienstverlening met een bedrijfsmatig karakter zoals erotische massage, escortservice, parenclub, prostitutie, seksbioscoop, seksclub, sekstheater en dergelijke.
Het bedrijfsmatig aanbieden van prostitutie die wordt uitgeoefend op een andere plaats dan die waar het escortbedrijf wordt uitgeoefend.
Doeleinde ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden, of aangewezen delen daarvan is toegestaan.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Gebruiken, doen of laten gebruiken.
Een gebouw dat is bestemd voor en geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf. Het gebouw moet hiervoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze worden gebruikt.
Allerlei vormen van beplanting en groen, die niet zijn aan te merken als agrarische bodemexploitatie maar die een functie vervullen in de aankleding van het landschap.
Bebouwing waarbij de hoofdgebouwen aan één zijde in de zijdelingse perceelsgrens zijn gebouwd en aan de andere zijde niet. Hieronder worden tevens vrijstaand geschakelde woningen verstaan.
Een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste gebouw valt aan te merken.
Eén persoon dan wel twee of meer personen, die duurzaam met elkaar samenleven.
Het indringen van water in de bodem.
Een open voorziening, zonder bodemverhardingen en gelegen boven de gemiddeld hoogste grondwaterstand, waarmee tijdelijk opgevangen (schoon) hemelwater kan indringen in c.q. passief kan infiltreren in de bodem.
Het anders dan bedrijfsmatig bieden van zorg aan één of meer leden van een huishouding, die hulpbehoevend is of zijn op het fysieke, psychische en/of sociale vlak.
een woning met een geheel of gedeeltelijke omsloten binnenplaats of binnentuin, gevormd door gevels van belendende, dan wel op het eigenperceel aanwezige bebouwing.
Het zich tegen vergoeding aan anderen beschikbaar stellen voor het verrichten van seksuele handelingen.
Een activiteit van een zeer beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang zodat de functie waaraan zij wordt toegevoegd, qua aard, omvang en verschijningsvorm overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie herkenbaar blijft.
Een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
Bebouwing van halfvrijstaande hoofdgebouwen.
De grens van het bouwvlak, die gericht is naar de weg en waarop de bebouwing is georiënteerd, tot aan de perceelgrenzen.
Bebouwing waarbij de hoofdgebouwen aan beide zijden niet zijn gebouwd in de zijdelingse perceelsgrens.
Al het oppervlaktewater zoals sloten, vijvers, kanalen en beken alsmede voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, gemalen en inlaten.
Eén complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, waaronder tevens begrepen gezinsvervangende woonvormen.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de kortste afstand van het verticale vlak in een (nieuw te vormen) kadastrale grens tot enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk;
de oppervlakte van alle op een bouwperceel gelegen bouwwerken tezamen;
het door bouwwerken bebouwde oppervlak, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat gelegen is binnen de bestemming;
langs het dakvlak gemeten ten opzichte van het horizontale vlak;
tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of) het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de hart van scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk, dan wel indien het bouwwerk uit meerdere bouwlagen bestaat, over de laag met het grootste oppervlak.
De voor 'Agrarisch met waarden- Landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en in het bijzonder:
Op of in de in 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de in de bestemmingsomschrijving omschreven bestemming. De hoogte mag maximaal 2,50m¹ zijn. Niet toegestaan zijn overkappingen, permanente teeltondersteunende voorzieningen, mest- en voerplaten, (sleuf-)silo’s, mestopslagsilo’s en vergelijkbare voorzieningen.
De volgende werken en / of werkzaamheden worden in ieder geval aangemerkt als met de bestemming strijdig gebruik en zijn dus verboden:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Een omgevingsvergunning als hiervoor aangegeven is niet vereist voor:
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de waarden die in de bestemmingsomschrijving zijn genoemd.
De bestemming ‘Agrarisch met waarden- Landschapswaarden’ kan gewijzigd worden in de bestemming ‘Wonen’ in verband met een uitbreiding en/of de vormverandering van een bestemmingsvlak Wonen. In combinatie hiermee kan de bestemming Wonen worden gewijzigd in de bestemming Agrarisch. Hierbij geldt als randvoorwaarde dat de wijziging nodig is om een ontwikkeling die plaatsvindt binnen de bouwregels van deze bestemming m.b.t. maatvoering en afstanden, te kunnen realiseren.
De bestemming "Agrarisch" kan gewijzigd worden wijzigen in de bestemming ‘Groen’, ‘Natuur’ of ‘Water’ of een combinatie van deze ten behoeve van de ontwikkeling van nieuwe natuur- en/of landschapselementen. Hierbij geldt de randvoorwaarde dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan andere belangen, zoals agrarische belangen.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De tot 'Groen' bestemde grond mag uitsluitend worden bebouwd met nutsgebouwtjes en bouwwerken ten dienste van de inrichting van het onbebouwde gebied, met inachtneming van het volgende:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van woningen en bijbehorende bouwwerken, geldt dat het bebouwingspercentage van het bouwperceel niet meer mag bedragen dan:
Daarbij dient ten alle tijde rekening te worden gehouden met het bepaalde onder 6.5.4.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Binnen de bestemming 'Wonen' mogen aanbouwen en bijgebouwen worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van overkappingen gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
Binnen de bestemming 'Wonen' is de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken met de bestemming 'Wonen' is slechts toegestaan indien de landschappelijke inpassing wordt gerealiseerd met dien verstande dat:
Het (doen) gebruiken van gronden en bouwwerken, het bouwen en/of slopen en het uitvoeren van een werk binnen het verontreinigingsgebied, conform het "Verkennend bodem- en asbestonderzoek Berkeindje 3 te Lierop", met kenmerk 2210/045/JH-01, d.d. 2 januari 2023, is enkel toegestaan:
Voor het realiseren van waterhuishoudkundige voorzieningen binnen het plangebied geldt de volgende regel:
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond aanwezige of te verwachten archeologische waarden. In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van dit artikel vóór de bepalingen die op grond van andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
De aanduiding specifieke vorm van 'waarde- archeologisch monument' ( categorie 1) heeft betrekking op de wettelijk beschermde archeologische monumenten in de zin van de Monumentenwet. Daarnaast worden vier categorieën ( 2 t/m 5) gebieden onderscheiden. Deze categorieën verwijzen naar de gemeentelijke archeologische beleidskaat zoals opgenomen in bijlage 1 van deze regels. Deze categorieën zijn in de volgende tabel opgenomen.
Categorie | Bestemmingsplan categorie Waarde Archeologie (WR-A) | Diepte Bodemingreep | Oppervlakte Bodemingreep | Onderstaande regels van toepassing? |
Cat. 1 | Wettelijk beschermd monument | n.v.t. | n.v.t. | Neen: aanvraag vergunning bij Rijk/Gemeente |
Cat. 2 | Gebied van Archeologische Waarde (WR-AW) | >0,4 m | >100 m² | Indien dieper dan 40 cm én groter dan 100 m² |
Cat. 3 | Gebied van Archeologische Waarde (WR-AW) | >0,4 m | >250 m² | Indien dieper dan 40 cm én groter dan 250 m² |
Cat. 4 | Gebied verwachtingswaarde hoog (WR-Ah) | >0,4 m | >250 m² | Indien dieper dan 40 cm én groter dan 250 m² |
Cat. 5 | Gebied verwachtingswaarde middelhoog (WR-Amh) | >0,4 m | >2500 m² | Indien dieper dan 40 cm én groter dan 2500 m² |
Toelichting tabel:
Indien een bodemingreep dieper is dan 40 cm (>0,4 m) én de oppervlakte van de bodemingreep bedraagt meer dan de oppervlakte die per categorie in de tabel is weergegeven, dan zijn onderstaande regels van toepassing op aanvragen om een omgevingsvergunning voor bouwen of voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden. Indien slechts één van beide condities zich voordoet, gelden de regels niet.
Op of in de als ‘Waarde - Archeologie’ aangewezen gronden gelden de volgende bouwregels:
Het is binnen deze dubbelbestemming verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 7.3.1 is niet van toepassing indien de werkzaamheden of werken:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan, waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het ondergronds bouwen gelden de volgende bepalingen:
Het (doen) gebruiken van gronden en bouwwerken, het bouwen en/of slopen en het uitvoeren van een werk binnen het plangebied is enkel toegestaan:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 10.1 onder b en toestaan dat een aangebouwd bijgebouw bij een woning binnen de bestemming 'Wonen' wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte, mits:
Ten behoeve van het voorzien in voldoende parkeergelegenheid gelden de volgende regels:
Binnen de gebiedsaanduiding ‘Vrijwaringszone - radar’ is het niet toegestaan om enig bouwwerk te bouwen of houtopstanden of beplanting aan te brengen of de bodem op te hogen tot boven 45m¹ boven NAP.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in de regels, ten behoeve van:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Lierop-Zuid, fase 1'.