direct naar inhoud van Artikel 28 Algemene aanduidingsregels
Plan: Centrum, Herziening 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0846.BP2012KOM01CENTRUM-vg01

Artikel 28 Algemene aanduidingsregels

28.1 Zoekgebied behoud en herstel watersystemen

28.1.1 Bestemmingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'zoekgebied behoud en herstel watersystemen' zijn mede bestemd voor de verwezenlijking en het behoud, beheer en herstel van watersystemen.

28.1.2 Bouwregels

Voor het bouwen geldt dat in afwijking van hetgeen wordt bepaald door de onderliggende bestemming(en) op binnen de aanduiding zoekgebied behoud en herstel watersystemen' begrepen gronden uitsluitend bouwwerken mogen worden opgericht ten behoeve van het behoud, beheer en herstel van watersystemen. Hierbij geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 5 meter mag bedragen.

28.1.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van de bouwregels in 28.1.2 en toestaan dat bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende bestemmingen worden gebouwd, mits de bebouwing niet leidt tot een significante verminderde geschiktheid van de desbetreffende gronden voor het behoud, beheer en herstel van watersystemen. Alvorens omgevingsvergunning te verlenen wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de waterbeheerder.

28.1.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
a Verbod

Het is verboden om ter plaatse van de aanduiding 'zoekgebied behoud en herstel watersystemen' zonder of in afwijking van omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het aanleggen en/of verharden van wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, voor zover groter dan 100 m2 per perceel;
  • b. het ophogen van gronden;
  • c. het aanbrengen of wijzigen van kaden;
  • d. het verlagen van de grondwaterstand door aanleg van drainage of bemaling;
  • e. het aanleggen, dempen of wijzigen van (oevers, profiel, doorstroom- of bergingscapaciteit van) oppervlaktewateren.

b Uitzonderingen

Het in 28.1.4 sub a vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
  • b. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

c Voorwaarden

De in 28.1.4 sub a genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de geschiktheid van de gronden voor het behoud, beheer en herstel van watersystemen. Alvorens te beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de waterbeheerder.

28.2 Regionaal waterbergingsgebied
28.2.1 Bestemmingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'regionaal waterbergingsgebied', zijn mede bestemd voor het behoud van het waterbergend vermogen van het regionaal waterbergingsgebied.

28.2.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. Toegestaan zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een maximale bouwhoogte van 2 meter.

28.2.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 28.2.2 voor het bouwen van bouwwerken voor de bouw van bouwwerken voor zover deze zijn toegestaan binnen de andere daar voorkomende bestemming(en), mits het behoud van het waterbergend vermogen van het regionale waterbergingsgebied is verzekerd.

28.2.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

a Verbod

Het is verboden om ter plaatse van de aanduiding 'regionaal waterbergingsgebied' zonder of in afwijking van omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het ophogen van gronden;
  • b. het aanbrengen of wijzigen van kaden.

b Uitzonderingen

Het in 28.2.4 onder a genoemde verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden:

  • a. die tot het normale onderhoud en beheer worden gerekend;
  • b. die ten tijde van het van kracht worden van dit bestemmingsplan in uitvoering waren of waarvoor op dat tijdstip reeds een vergunning was verleend.

c Toetsingscriteria

De in 28.2.4 onder a genoemde vergunning wordt slechts verleend indien als gevolg van deze werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan, hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen, het waterbergend vermogen van het regionale waterbergingsgebied niet onevenredig wordt aangetast.

d Advies

Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in 28.2.4 onder a hoort zij het betrokken waterschapsbestuur.

28.3 zoekgebied reserveringsgebieden waterberging

Ter plaatse van de aanduiding "zoekgebied reserveringsgebieden waterberging" strekt de bestemming nu en/of in de toekomst mede tot behoud van het waterbergend vermogen van dat gebied.

28.4 Zoekgebied ecologische verbindingszone
28.4.1 Bestemmingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'zoekgebied ecologische verbindingszone', zijn mede bestemd voor de verwezenlijking, het behoud en beheer van een ecologische verbindingszone.

28.4.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
a Verbod

Het is verboden op of in de gronden met de gebiedsaanduiding 'zoekgebied ecologische verbindingszone' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen of verharde oppervlakten van meer dan 100 m², anders dan een bouwwerk.

b Uitzonderingen

Het bepaalde onder 28.4.2 onder a is niet van toepassing op:

  • a. werken en werkzaamheden die het normale onderhoud betreffen overeenkomstig de bestemming van deze gronden, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn en/of voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming;
  • b. werken en werkzaamheden, die op het tijdstip, waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn.

c Voorwaarden

De onder 28.4.2 onder a bedoelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien wordt aangetoond dat door het gebruik van de gronden als hiervoor aangegeven, het zoekgebied ecologische verbindingszone niet wordt aangetast.