direct naar inhoud van Artikel 5 Centrum - 1
Plan: Centrum, Herziening 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0846.BP2012KOM01CENTRUM-vg01

Artikel 5 Centrum - 1

5.1 Bestemmingsomschrijving
5.1.1 Algemeen

De voor 'Centrum - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, met dien verstande dat de verkoopruimte van de detailhandelsvestiging uitsluitend op de begane grondlaag mag worden gesitueerd;
  • b. kantoren en dienstverlening, met dien verstande dat:
    • 1. de kantoren winkelondersteunend dienen te zijn, dan wel zijn opgenomen in de adressenlijst zoals opgenomen in bijlage 2;
    • 2. de dienstverlening op de begane grondlaag moet worden uitgeoefend;
  • c. wonen:
    • 1. op de verdiepingen van het hoofdgebouw, voor zover deze woningen legaal aanwezig zijn ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan;
    • 2. in de vorm van grondgebonden woningen, voor zover deze woningen legaal aanwezig zijn ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan;
  • d. bedrijven en bedrijfsactiviteiten, voor zover deze voorkomen in categorie 1 en 2 van de bij deze regels behorende lijst van bedrijfsactiviteiten, met dien verstande, dat:
    • 1. de bedrijfsactiviteit zoveel mogelijk ten dienste staat van, en afgestemd is op een rechtstreeks contact met het publiek;
    • 2. de bedrijfsactiviteiten uitsluitend op de begane grondlaag mogen worden uitgeoefend;
    • 3. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' voor de uitoefening van de hoofdfunctie niet is toegestaan, en met uitzondering van:
      • geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
      • de opslag en verkoop van motorbrandstoffen (inclusief LPG);
  • e. horeca, met dien verstande, dat de horeca-activiteit uitsluitend mag worden uitgeoefend op de begane grondlaag, met uitzondering van:
    • 1. een hotel, waarbij de hotelfunctie ook op de verdiepingen mag worden uitgeoefend;
    • 2. het ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan bestaande gebruik van het pand Heuvel 44;
    • 3. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', voor de uitoefening van de hoofdfunctie niet is toegestaan;

en met uitzondering van: een nachtclub, dancing (discotheek), casino, snookercentrum en automatenhal;

  • f. cultuur en ontspanning in de vorm van een museum zoals opgenomen in de adressenlijst in bijlage 2;
  • g. maatschappelijke voorzieningen;
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. nutsvoorzieningen;
  • k. tuinen en erven;
  • l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • m. verhardingen ten behoeve van wegen, paden, parkeervoorzieningen, in- en uitritten erven en brandgangen.

Ten aanzien van de winkelfunctie geldt, dat publieksingang en - uitgang aan de voorzijde van de winkel moet zijn gesitueerd.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de hoofdgebouwen moeten in de voorgevelbouwgrens worden gebouwd;
  • b. het hoofdgebouw mag uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • c. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • d. het hoofdgebouw moet worden voorzien van een kap met een dakhelling van ten minste 35°en ten hoogste 65°;
  • e. ten aanzien van de maximale goothoogte gelden de aanduidingen.

5.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak, alsmede op de gronden met de aanduiding 'bijgebouwen';
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken, voor zover deze zijn gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mag maximaal 100% van de oppervlakte van die gronden bedragen;
  • c. de maximale goothoogte bedraagt 3,5 meter;
  • d. de maximale bouwhoogte bedraagt 6 meter.

5.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt binnen het bouwvlak 4 meter met uitzondering van vlaggenmasten en verlichtingsarmaturen, waarvan de hoogte maximaal 5 meter mag bedragen;
  • b. de maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' 2 meter, met uitzondering van:
    • 1. pergola's, die niet hoger mogen zijn dan 2,5 meter;
    • 2. vlaggenmasten en verlichtingsarmaturen, waarvan de hoogte maximaal 5 meter mag bedragen;
  • c. de maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt buiten het bouwvlak en buiten de aanduiding 'bijgebouwen' 1 meter, met uitzondering van:
    • 1. pergola's, die niet hoger mogen zijn dan 2,5 meter;
    • 2. vlaggenmasten en verlichtingsarmaturen, waarvan de hoogte maximaal 5 meter mag bedragen.

5.2.4 Dakterras

Ten behoeve van een dakterras gelden de volgende regels:

  • a. een dakterras is alleen toegestaan op een platte afdekking;
  • b. de bouwhoogte van pergola's mag maximaal 2,5 meter bedragen, gemeten vanaf het dak van het dakterras;
  • c. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen en andere bouwwerken geen gebouwen zijnde mag maximaal 2 meter bedragen, gemeten vanaf het dak van het dakterras.

5.3 Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 5.2.1 sub d, voor de bouw van een hoofdgebouw met een platte dakafdekking of met een kapconstructie met een afwijkende dakhelling;
  • b. artikel 5.2.1 sub e, ten behoeve van de bouw van een hoofdgebouw met een afwijkende goothoogte met dien verstande dat de op de aangegeven goothoogte met ten hoogste 2 meter mag worden verhoogd;
  • c. artikel 5.2.1, sub e en artikel 5.2.3 sub c voor de bouw van gebouwen ten behoeve van een hotelfunctie tot een maximale goothoogte van 7 meter, binnen het bouwvlak en ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'.

De omgevingsvergunning wordt uitsluitend verleend indien voldaan wordt aan de voorwaarde dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld: rekening dient gehouden te worden met een verantwoorde, samenhangende en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing ter waarborging van de stedenbouwkundige (beeld)kwaliteit, gelet wordt hierbij op:
    • 1. een goede verhouding tussen bouwmassa, gevelbeeld en kapvorm;
    • 2. de samenhang tussen bebouwing;
    • 3. de hoogtedifferentiatie;
    • 4. de kaprichting;
    • 5. de voorgevels;
  • b. de gebruiksmogelijkheden: een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken dient voorkomen te worden.

5.4 Specifieke gebruiksregels
5.4.1 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik:

  • a. voor de uitoefening van een andere tak van handel, dienstverlening, bedrijf, horeca of maatschappelijke voorzieningen dan op grond van het bepaalde in artikel 5.1 sub a, b, d, e en f is toegestaan;
  • b. voor zover het woningen betreft:
    • 1. van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor permanente of tijdelijke bewoning, als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte;
    • 2. voor het uitoefenen van beroepsmatige activiteiten in het bijgebouw c.q. bedrijfsmatige activiteiten in de woning en/of bijgebouw(en);
  • c. van de vrijstaande en aan het hoofdgebouw verbonden bijbehorende bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' voor detailhandel;
  • d. van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' op het perceel voor de uitoefening van de hoofdfunctie horeca, zakelijke dienstverlening of industrieel en ambachtelijk bedrijf;
  • e. van verkoopruimten van winkels alsmede ruimten van de horecabedrijven, waarin het contact met het publiek plaatsvindt (balieruimte), anders dan op de begane grondlaag;
  • f. als opslag- en verkooppunt van motorbrandstoffen;
  • g. als prostitutie en/of seksinrichtingen;
  • h. als opslag- of bergplaats van gebruikte, afgedankte c.q. aan de oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen, voorwerpen, of materialen;
  • i. voor het opslaan van gerede of ongerede goederen;
  • j. voor het storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen;
  • k. vuurwerkopslag of opslag in brandgevaarlijke stoffen.

5.4.2 Buiten toepassing strijdig gebruik

Het bepaalde in 5.4.1 sub h, i en j is niet van toepassing voor zover het betreft:

  • a. tijdelijke opslag van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de in het plan aangegeven bestemming;
  • b. voor het opslaan van gerede of ongerede goederen.

5.5 Afwijken van de gebruiksregels
5.5.1 Bedrijfsactiviteiten

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.1 sub d juncto artikel 5.4.1 sub a ten behoeve van:

  • a. de uitoefening van bedrijfsactiviteiten, die zijn opgenomen in een naast hogere categorie dan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 1 en 2 indien deze gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 1 of 2, niet in de Lijst van bedrijven wordt genoemd;
  • b. de uitoefening van bedrijfsactiviteiten, die hoewel gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 1 of 2, niet in de Lijst van bedrijven wordt genoemd;
  • c. bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf dienen de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling te worden betrokken: geluid, geurproductie, stofuitworp en gevaar, waarbij tevens kan worden gekeken naar de verontreiniging van lucht en bodem, de diversiteit en het al dan niet continue karakter van het bedrijf en de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.

5.5.2 Woningen

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 5.1, om binnen deze bestemming extra woningen te realiseren op de verdieping(en) of in de vorm van grondgebonden woningen, en deze toe te voegen aan het bestaande woningvolume dat ten tijde van ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan aanwezig is binnen het plangebied, met dien verstande dat de invulling met nieuw te bouwen woningen dient te passen binnen het provinciaal verstedelijkingsbeleid en het hierop afgestemde gemeentelijk woningbouwprogramma, zoals dat jaarlijks door het college van burgemeester en wethouders wordt vastgesteld, alsmede voldaan moet worden aan het gemeentelijke parkeerbeleid, d.w.z. voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein, tenzij aangetoond kan worden dat het voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein niet mogelijk is en een ander reëel alternatief voorhanden is, en daarnaast aangetoond wordt dat vanuit het oogpunt van milieuhygiëne voldaan kan worden aan een verantwoord woon- en leefmilieu.
  • b. 5.4.1 sub b onder (2), voor de uitoefening van beroepsmatige activiteiten of bedrijfsmatige activiteiten in de woning en/of daarbij behorende bijgebouw(en). Het bepaalde in 14.1 en 14.6.1 is bij de afwijking van overeenkomstige toepassing.

5.5.3 Commerciële doeleinden op verdiepingen

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.1 sub a en sub e, voor het toestaan van horeca en detailhandel op de verdiepingen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. op de begane grond zijn onvoldoende (geschikte) mogelijkheden om in voldoende (uitbreidings)mogelijkheden te voorzien;
  • b. er dient voldoende parkeergelegenheid aanwezig te zijn.