Plan: | Sint-Oedenrode Oost |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0846.BP2011SOO01OOST-vg02 |
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen algemeen geldt dat de aanduidingen op de verbeelding van toepassing zijn.
Bouwwerken | Voorwaarden | |
Toegelaten bouwwerken | a. | hoofdgebouwen; |
b | bijbehorende bouwwerken; | |
c | carport; | |
d. | bouwwerken, geen gebouwen zijnde. | |
Hoofdgebouw of uitbreiding van hoofdgebouw | a. |
Ter plaatse van de aanduiding: - 'aaneengebouwd' zijn aaneengebouwde woningen toegestaan; - 'gestapeld' zijn gestapelde woningen toegestaan; - 'twee-aaneen' zijn twee-aaneen gebouwde woningen toegestaan; - 'vrijstaand' zijn vrijstaande woningen toegestaan; |
b. | De goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' op de verbeelding is aangegeven. |
|
c. | De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' op de verbeelding is aangegeven. | |
d. | De voorgevel van een hoofdgebouw dient in of achter de voorgevelbouwgrens gesitueerd (georiënteerd) te zijn. | |
e. | De dakconstructie van een hoofdgebouw dient te bestaan uit een kap, met een minimale dakhelling van 15° en maximale dakhelling van 65°, uitgezonderd het bepaalde in sub f. | |
f. | Ter plaatse van de aanduiding 'kap uitgesloten' is uitsluitend een platte afdekking toegestaan; | |
g. | De minimale afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt: - bij woningtype 'vrijstaand' aan beide zijden 3 meter; - bij woningtype 'twee-aaneengebouwd' en de eindwoningen bij het woningtype 'aaneengebouwd' tot een van de zijdelingse perceelsgrenzen 3 meter. |
|
h. | Ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' mag het maximum bebouwingspercentage niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven. | |
Bijbehorende bouwwerken | a. | De minimale afstand tot de voorgevellijn van het hoofdgebouw bedraagt 1 meter. |
b. | De maximale goothoogte bedraagt 3,30 meter. | |
c. | De maximale bouwhoogte bij volledig platte afdekking bedraagt 3,30 meter. | |
d. | De dakhelling (bij kapconstructie) is vrij. | |
e. | De maximale bouwhoogte bij een kapconstructie bedraagt 6 meter, waarbij de denkbeeldige lijn onder de 45° gemeten op 3,30 meter hoogte ter plaatse van de perceelsgrens niet door het bijbehorend bouwwerk mag worden overschreden. | |
f. | Bij een platte afdekking mag op de uitbreiding geen balkon of dakterras worden opgericht. | |
Carport | a. | Een carport dient minimaal 1 meter achter de voorgevellijn gesitueerd te worden, indien niet deels gesitueerd binnen de aanduiding 'tuin'. |
b. | De maximale bouwhoogte bedraagt 3,30 meter. | |
c. | De maximale oppervlakte bedraagt 25 m². | |
d. | Er is maximaal één carport toegestaan per bouwperceel. | |
e. | Indien bij twee naast elkaar liggende woningen aan dezelfde openbare weg de voorgevels van de woningen niet gelijk liggen, mogen, indien de carports tegelijkertijd worden aangevraagd, danwel de carport van de dichtst bij de openbare weg gelegen woning reeds is gerealiseerd, de voorzijden van beide carports gelijkliggend worden gebouwd. De voorzijden van de carports moeten dan op 1 meter voor de voorgevel van de dichtst bij de openbare weg gelegen woning of minimaal 1 meter achter de voorgevel van de dichtst bij de openbare weg gelegen woning worden gebouwd. | |
Erfafscheidingen | a. | De maximale bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt 2 meter. |
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | a. | De maximale bouwhoogte van afvalcontainers zoals glasbakken en geluidwerende voorzieningen bedraagt 2 meter. |
b. | De maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt 3 meter. |
Bouwwerken | Voorwaarden | |
Toegelaten bouwwerken | a. | bijbehorende bouwwerken; |
b. | carports; | |
c. | bouwwerken, geen gebouwen. | |
Bebouwd oppervlak 'zone erf' | a. | maximaal 50%. |
Bijbehorende bouwwerken | a. | De goothoogte bedraagt maximaal 3,30 meter. |
b. | De bouwhoogte bij volledig platte afdekking bedraagt maximaal 3,30 meter. | |
c. | De maximale bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk ter plaatse van de aanduiding 'garage' bedraagt 3 meter. | |
d. | Het gezamenlijk oppervlak van bijbehorende bouwwerken, inclusief oppervlakte carport binnen 'zone erf', mag per bouwperceel ten hoogste bedragen: 1: 200 m² voor bouwpercelen kleiner of gelijk aan 750 m²; 2: 225 m² voor bouwpercelen groter dan 750 m² en kleiner of gelijk aan 1000 m²; 3: 250 m² voor bouwpercelen groter dan 1000 m². |
|
e. | De dakhelling (bij kapconstructie) is vrij. | |
f. | De maximale bouwhoogte bij een kapconstructie bedraagt 6 meter, waarbij de denkbeeldige lijn onder de 45° gemeten op 3,30 meter hoogte ter plaatse van de perceelsgrens niet door het bijbehorend bouwwerk mag worden overschreden. | |
g. | Bij een platte afdekking mag op het bijbehorend bouwwerk geen balkon of dakterras worden opgericht. | |
Niet-overdekt zwembad | a. | Een 'niet-overdekt zwembad' wordt niet wordt meegenomen in de berekening van het bebouwd oppervlak van de 'zone erf'. |
b. | De minimale afstand tot perceelsgrens van een niet overdekt zwembad bedraagt 2 meter. | |
c. | De maximale oppervlakte van een niet overdekt zwembad bedraagt 10% van het bouwperceel, met een maximum van 100 m². | |
Erfafscheidingen | a. | De maximale bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt 2 meter. |
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | a. | De maximale bouwhoogte van afvalcontainers zoals glasbakken en geluidwerende voorzieningen bedraagt 2 meter. |
b. | De maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt 3 meter. |
Bouwwerken | Voorwaarden | |
Toegelaten bouwwerken | a. | bijbehorende bouwwerken uitsluitend in de vorm van erkers, entrees of carports; |
b. | bouwwerken, geen gebouwen. | |
Bijbehorend bouwwerk in de vorm van een erker of entree | a. |
Maximaal één bijbehorend bouwwerk in de vorm van een erker mag in de aanduiding 'tuin' worden opgericht. |
b. | De kapconstructie is vrij te bepalen (platte afdekking of kap). | |
c. | De goothoogte bedraagt maximaal 3,30 meter bij uitvoering in één bouwlaag. | |
d. | De goothoogte bij uitvoering in twee bouwlagen wordt bepaald door de snijlijn van het doorgetrokken dakvlak van het hoofdgebouw en de voorgevel van het bijbehorend bouwwerk. | |
e. | De maximale bouwhoogte bedraagt 3,30 meter bij volledig platte afdekking in één bouwlaag. | |
f. | De diepte bedraagt maximaal 1,60 meter, behoudens situaties als bedoeld onder d. | |
g. | Het maximale grondoppervlak bedraagt 8 m². | |
h. | De breedte over ten hoogste ½ van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw bij uitvoering in twee bouwlagen. | |
i. | De breedte over ten hoogste 2/3 van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw bij uitvoering in één bouwlaag, waarbij het restant deel van de breedte van de voorgevel mag worden overkapt. | |
j. | In afwijking van het vorenstaande onder a., h. en i.: - indien voor de voorgevel van het hoofdgebouw van oorsprong al een entree is gerealiseerd, dan mag daarnaast een erker worden gerealiseerd over ten hoogste ½ van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw in twee bouwlagen; of - indien voor de voorgevel van het hoofdgebouw van oorsprong al een entree is gerealiseerd, dan mag daarnaast een erker worden gerealiseerd over maximaal 2/3 van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw in één bouwlaag, waarbij het restant deel van de breedte van de voorgevel mag worden overkapt. |
|
k. | In afwijking van het vorenstaande onder g., h. en i: - een erker mag vanuit de voorgevel aan de zijgevel van de woning worden gebouwd, waarbij de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens minimaal 2 meter dient te bedragen en het maximale grondoppervlak 10 m² bedraagt. |
|
l. | Bij een platte afdekking mag op het bijbehorend bouwwerk geen balkon of dakterras worden opgericht. | |
Carport
|
a. | De carport heeft een open constructie. |
b. | De voorkant van de carport wordt op 1 meter voor of minimaal 1 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw gebouwd. | |
c. | De bouwhoogte bedraagt maximaal 3,30 meter. | |
d. | De maximale oppervlakte bedraagt 25 m². | |
e. | Er is maximaal één carport toegestaan per bouwperceel. Indien bij twee naast elkaar liggende woningen aan dezelfde openbare weg de voorgevels van de woningen niet gelijk liggen, mogen, indien de carports tegelijkertijd worden aangevraagd, danwel de carport van de dichtst bij de openbare weg gelegen woning reeds is gerealiseerd, de voorzijden van beide carports gelijkliggend worden gebouwd. De voorzijden van de carports moeten dan op 1 meter voor de voorgevel van de dichtst bij de openbare weg gelegen woning of minimaal 1 meter achter de voorgevel van de dichtst bij de openbare weg gelegen woning worden gebouwd. |
|
Erfafscheidingen | a. | De maximale bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt 1 meter. |
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | a. | De maximale bouwhoogte van afvalcontainers zoals glasbakken en geluidwerende voorzieningen bedraagt 2 meter. |
b. | De maximale bouwhoogte van een pergola bedraagt 3 meter. De maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt 1 meter. |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 19.4 sub a voor de uitoefening van een bedrijf aan huis en consumentverzorgende bedrijven en logies en ontbijt in het hoofdgebouw of bijbehorend bouwwerk met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 19.4 sub d voor het gebruik van aangebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken als afhankelijke woonruimte onder de voorwaarden dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.1 teneinde maatschappelijke dienstverlenende functies en maatschappelijke voorzieningen mogelijk te maken met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken teneinde het hoofdgebouw in meerdere wooneenheden te splitsen, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 19.2.2 voor de bouw van een hoofdgebouw met een afwijkende dakhelling onder de voorwaarden dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.2.2 en 19.2.3 voor het bouwen van een bijbehorend bouwwerk in de zijdelingse perceelsgrens met een maximale bouwhoogte van 6 meter, met dien verstande dat de vergunning uitsluitend verleend wordt als de bebouwing aan weerszijden van de perceelsgrens op dezelfde wijze aaneen gebouwd wordt, onder de voorwaarden dat: