direct naar inhoud van Artikel 10 Maatschappelijk
Plan: Nijnsel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0846.BP2011NIJ02NIJNSEL-vg01

Artikel 10 Maatschappelijk

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale, culturele, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, waaronder:
    • 1. gezondheidszorg; en/of
    • 2. zorg en welzijn; en/of
    • 3. jeugd/kinderopvang; en/of
    • 4. onderwijs; en/of
    • 5. religie; en/of
    • 6. uitvaart/begraafplaats; en/of
    • 7. bibliotheken; en/of
    • 8. openbare dienstverlening; en/of
    • 9. verenigingsleven; en/of
    • 10. gevangeniswezen; en/of
    • 11. defensie/militaire zaken; en/of
  • b. ter plaatse van de nadere aanduiding 'begraafplaats' een begraafplaats;
  • c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • d. speelvoorzieningen m.u.v. een jongeren ontmoetingsplaats;

met daaraan ondergeschikt:

  • e. een ondersteunende horecavoorziening ten dienste van bovengenoemde maatschappelijke functies;

met de daarbij behorende:

  • f. wegen en paden;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. parkeervoorzieningen.

10.2 Bouwregels
10.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd, behoudens het bepaalde in artikel 10.2.1 sub e;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • c. ten aanzien van de maximale goothoogte van gebouwen gelden de aanduidingen;
  • d. bij een kapconstructie bedraagt de dakhelling minimaal 15° en maximaal 65°;
  • e. buiten het bouwvlak zijn gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut toegestaan met een maximale goothoogte van 3 meter en een maximale oppervlakte van 20 m²;
  • f. buiten het bouwvlak zijn maximaal twee bijbehorende bouwwerken ten dienste van de bestemming toegestaan met een maximale goothoogte van 3 meter en een maximale oppervlakte van 20 m².

10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van verlichting, speelvoorzieningen, vlaggenmasten alsmede kunstobjecten bedraagt maximaal 8 meter;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt maximaal 2 meter, met dien verstande dat de maximale bouwhoogte 1 meter bedraagt indien gelegen voor de voorgevellijn van het hoofdgebouw;
  • c. de bouwhoogte voor overige bouwwerken bedraagt maximaal 3 meter.

10.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampen bestrijding.

10.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor prostitutie en/of seksinrichtingen.

10.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 10.1 sub e ten behoeve van de vestiging van verbrede horeca activiteiten binnen de maatschappelijke voorziening, met dien verstande dat:

  • a. voorzien is een stedenbouwkundige inpassing;
  • b. voorzien wordt in parkeergelegenheid op eigen terrein;
  • c. de nieuwe functie de verkeersafwikkeling niet onevenredig belast;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden niet onevenredig worden aangetast;
  • e. door middel van specifiek onderzoek dient te worden aangetoond, dat voldaan wordt aan de relevante (milieuhygiënische) wet- en regelgeving.